Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH8696

Datum uitspraak2009-03-27
Datum gepubliceerd2009-03-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6158 WAJONG
Statusgepubliceerd


Indicatie

Herziening WAJONG-uitkering. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de door appellante aangevoerde beroepsgrond niet slaagt, omdat de medische onderbouwing ontbreekt. De voorgehouden functies zijn geschikt.


Uitspraak

07/6158 WAJONG Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 30 oktober 2007, 07/297 (hierna: de aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 27 maart 2009 I. PROCESVERLOOP Appellante heeft hoger beroep ingesteld en het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 13 februari 2009. Appellante verscheen niet, W.R. Bos vertegenwoordigde het Uwv. II. OVERWEGINGEN 1. Appellante stelde beroep in tegen het besluit van 28 februari 2007 ter uitvoering van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) tot de handhaving van de verlaging van haar WAJONG-uitkering per 19 november 2006, omdat de mate van haar arbeidsongeschiktheid tot 45-55% is afgenomen. 2. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. 3. In hoger beroep herhaalt appellante dat ernstige vermoeidheid haar verhindert om te werken. 4. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de door appellante aangevoerde beroepsgrond niet slaagt, omdat de medische onderbouwing ontbreekt. De voorgehouden functies zijn geschikt. 5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.E. Giesen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2009. (get.) D.J. van der Vos. (get.) B.E. Giesen. JL