Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH9170

Datum uitspraak2008-11-25
Datum gepubliceerd2009-04-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.725
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geldigheid keuringsbewijs is verlopen. Sanctie van € 320,- opgelegd voor feitcode K 046 B. Reeds uit het zaakoverzicht blijkt dat het maximumgewicht 3490 kg bedraagt en dat een sanctie van € 75,- voor feitcode K 045 B had moeten worden opgelegd. Hof wijzigt inleidende beschikking alsnog. Officier van justitie en kantonrechter hadden feitcode kunnen wijzigen. Mogelijk had betrokkene zich dan het hoger beroep willen besparen. Ambtshalve toekenning van proceskostenvergoeding.


Uitspraak

WAHV 108.004.725 25 november 2008 CJIB 39103808066 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 maart 2008 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Zwolle-Lelystad genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 320,- opgelegd ter zake van “voor motorrijtuig of aanhangwagen van meer dan 3500 kg is geldigheid keuringsbewijs verlopen”, welke gedraging ten aanzien van het motorrijtuig met kenteken [AB-00-AB] op 15 januari 2007 is geconstateerd door middel van registercontrole. 3.2. De advocaat-generaal heeft in reactie op het daarop betrekking hebben onderdeel van het beroep van de betrokkene schriftelijk meegedeeld dat is komen vast te staan dat het gewicht van het motorrijtuig met kenteken [AB-00-AB] 3490 kg bedraagt, zodat aan de betrokkene ten onrechte een sanctie is opgelegd voor bovenvermelde gedraging met feitcode K 046 B. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot wijziging van genoemde feitcode in feitcode K 045 B, inhoudende dat voor een kentekenplichtig motorrijtuig van 3500 kg of minder het keuringsbewijs zijn geldigheid heeft verloren. Het bedrag van de sanctie zou bijgevolg gewijzigd dienen te worden in € 75,-. 3.3. De betrokkene heeft tevens aangevoerd dat met het motorrijtuig geen gebruik was gemaakt van de openbare weg en dat hem niet kan worden verweten dat hij niet op de hoogte was van de regelgeving dienaangaande. De betrokkene klaagt er tevens over dat geen rekening is gehouden met de omstandigheid dat hij de onderhavige beschikking had ontvangen, terwijl de bezwaarprocedure tegen een eerder ontvangen beschikking nog niet was afgerond. De betrokkene is van opvatting dat hij dient te worden vrijgesproken, gelet op de fouten die in er in de onderhavige zaak zijn gemaakt. 3.4. Niet in geding is dat het motorrijtuig met kenteken [AB-00-AB] op 15 januari 2007 niet was gekeurd. Uit het zich in het dossier bevindende, op 4 mei 2007 geproduceerde, zaakoverzicht van het CJIB blijkt dat het keuringsbewijs op 13 mei 2006 zijn geldigheid had verloren. Daaruit blijkt tevens dat het maximumgewicht van het motorrijtuig 3490 kg bedraagt. Het hof stelt derhalve vast dat aan de betrokkene ten onrechte een beschikking is opgelegd ter zake van de gedraging met feitcode K 046 B, en dat deze dient worden gewijzigd in de gedraging met feitcode K 045 B: "voor het motorrijtuig van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren". De daarbij behorende sanctie bedraagt € 75,-. 3.5. Artikel 72, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) houdt in - zakelijk weergegeven - dat voor een motorrijtuig of een aanhangwagen, waarvoor een kentekenbewijs is opgegeven dan wel dient te zijn opgegeven, een keuringsbewijs dient te zijn afgegeven. Artikel 73, eerste lid onder b WVW 1994 houdt in - zakelijk weergegeven - dat artikel 72 niet geldt indien de geldigheid van het voor het betrokkene voertuig afgegeven kentekenbewijs is geschorst. Artikel 67, eerste lid, WVW 1994 luidt: "Indien met een voertuig geen gebruik van de weg wordt gemaakt, schorst de Dienst Wegverkeer op aanvraag van de eigenaar of houder van dat voertuig, tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief, de geldigheid van het kentekenbewijs.". 3.6. Het hof volgt de betrokkene niet in zijn opvatting dat hem niet kan worden verweten dat hij niet wist dat de APK-plicht ook geldt voor voertuigen waarmee geen gebruik wordt gemaakt van de openbare weg. Van een eigenaar of houder van een kentekenplichtig voertuig mag immers worden verwacht dat hij op de hoogte is van de daarop betrekking hebbende regelgeving. 3.7. Blijkens het dossier was aan de betrokkene als kentekenhouder van het voertuig met kenteken [AB-00-AB] eerder, op 26 oktober 2006, ter zake van de gedraging met feitcode K 045 B, een beschikking opgelegd. Voor zover de betrokkene heeft aangevoerd dat de onderhavige beschikking niet had mogen worden opgelegd omdat de beroepsprocedure naar aanleiding van die eerdere beschikking nog niet was afgerond, getuigt dit van een onjuiste rechtsopvatting. Zolang met betrekking tot een kentekenplichtig voertuig niet is voldaan aan de keuringsplicht verbiedt geen rechtsregel het opleggen van een nieuwe beschikking, ongeacht een eventueel aanhangige beroepsprocedure ter zake van een eerdere beschikking. 3.8. Anders dan de betrokkene kennelijk veronderstelt leidt een onjuistheid als onder 3.4. bedoeld in beginsel niet tot vernietiging van de beschikking, aangezien deze op eenvoudige wijze kan worden hersteld en de betrokkene daardoor niet in zijn verdedigingsbelangen wordt geschaad. Het hof is van oordeel dat ook het onderhavige geval niet behoeft te leiden tot vernietiging van de beschikking, nu de betrokkene in belangrijke mate in het gelijk wordt gesteld. Het hof stelt niettemin het volgende vast. 3.9. Het onder 3.4. genoemde zaakoverzicht bevond zich reeds in het dossier ten tijde van het beroep van de betrokkene tegen de inleidende beschikking, zodat de officier van justitie en de kantonrechter daarvan hadden kunnen kennisnemen en de beschikking in een eerder stadium van de procedure hadden kunnen wijzigen. Niet uit te sluiten valt dat bij een tijdige correctie de betrokkene zich het hoger beroep had willen besparen. In plaats daarvan heeft de CVOM het beroep tegen de inleidende beschikking als "kennelijk ongegrond" afgedaan en heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie ter zitting van de kantonrechter volgehouden dat het voertuig met kenteken [AB-00-AB] behoorde tot de gewichtsklasse van 3500 kg of meer. De kantonrechter heeft dat standpunt kennelijk overgenomen. 3.10. Het hiervoor genoemde bijzondere samenstel van omstandigheden in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat aan de betrokkene, hoewel hij daarom niet heeft verzocht, een kostenvergoeding dient te worden toegekend. 3.11. Het hiervoor overwogene brengt mee dat het hof de beslissing van de kantonrechter en de beslissing van de officier van justitie zal vernietigen voor zover daarbij de feitcode, de omschrijving van de gedraging en het bedrag van de sanctie in stand zijn gelaten. Het hof zal in de inleidende beschikking de feitcode, de omschrijving van de gedraging en het bedrag van de sanctie wijzigen zoals onder 3.4. vermeld. Het hof zal voor het overige de beslissing van de kantonrechter bevestigen. Het hof zal de advocaat-generaal veroordelen in de proceskosten van de betrokkene, naar redelijkheid en billijkheid te schatten op een bedrag van € 75,-. 4. De beslissing Het gerechtshof: vernietigt de beslissing van de kantonrechter voor zover daarbij de feitcode, de omschrijving van de gedraging en het bedrag van de sanctie in stand zijn gelaten; bevestigt voor het overige de beslissing van de kantonrechter; vernietigt de beslissing van de officier van justitie d.d. 5 juli 2007, voor zover daarbij de feitcode, de omschrijving van de gedraging en het bedrag van de sanctie in stand zijn gelaten, en wijzigt de beschikking onder CJIB-nummer 39103808066 in die zin dat de feitcode wordt gewijzigd in K 045 B, de omschrijving van de gedraging in "voor het motorrijtuig van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren" en het bedrag van de administratieve sanctie in € 75,-; bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 WAHV te veel tot zekerheid is gesteld, te weten een bedrag van € 245,-, door de advocaat-generaal aan hem wordt gerestitueerd; veroordeelt de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, begroot op € 75,-. Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Poelman en Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.