
Jurisprudentie
BH9288
Datum uitspraak2009-06-12
Datum gepubliceerd2009-06-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers09/00222
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers09/00222
Statusgepubliceerd
Indicatie
Overeenkomst van opdracht; betaling van openstaande facturen; stelplicht (81 RO).
Conclusie anoniem
Rolnr. 09/00222
mr. J. Spier
Zitting 27 maart 2009 (bij vervroeging)
Conclusie inzake
[Eiser]
tegen
Natuur en Recreatieschap IJsselmonde
Het tijdig door mr Oomen bezorgde cassatieberoep mislukt. Middel 1 miskent dat het Hof in rov. 7 van zijn tussenarrest niet oordeelt dat [eiser] zijn stellingen heeft bewezen. Het zegt niet meer of anders dan dat hij aan zijn stelplicht heeft voldaan. Dat blijkt ook duidelijk uit het vervolg. Middel II is onbegrijpelijk, nog daargelaten dat het niet aangeeft tegen welke rov. het is gericht. Ook middel III is onbegrijpelijk, nog daargelaten dat het Hof op die kwestie ingaat, zij het in rov. 5 van het eindarrest waartegen (evenwel) geen (laat staan een begrijpelijke) klacht wordt gericht
Conclusie
De conclusie strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal
Uitspraak
12 juni 2009
Eerste Kamer
09/00222
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
Het rechtspersoonlijkheid bezittende NATUUR- EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en het Recreatieschap.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 30 november 2004 het Recreatieschap gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage en gevorderd, kort gezegd, het Recreatieschap te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 9.893,--, met rente en kosten.
Het Recreatieschap heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na een comparitie van partijen te hebben gelast, bij vonnis van 14 september 2005 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na tussenarrest van 10 juli 2007 waarbij [eiser] is toegelaten tot bewijslevering, heeft het hof bij eindarrest van 23 september 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen het Recreatieschap is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van het Recreatieschap begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 12 juni 2009.