Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH9336

Datum uitspraak2009-03-25
Datum gepubliceerd2009-04-02
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/4346 WW + 08/4347 ZW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Intrekking van de hoger beroepen omdat het Uwv geheel aan het verzoek van betrokkene is tegemoetgekomen. De Raad veroordeelt het Uwv in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van de hoger beroepen redelijkerwijs heeft moeten maken. De vergoeding van de proceskosten is beperkt tot de kosten van het hoger beroep nu het Uwv blijkens de aangevallen uitspraak reeds door de rechtbank is veroordeeld tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in eerste aanleg.


Uitspraak

08/4346 WW 08/4347 ZW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met de artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de hoger beroepen van: [Naam appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante) tegen de uitspraken van de rechtbank van ’s-Gravenhage van 18 juni 2008, 07/7357 en 07/3971 (hierna: aangevallen uitspraak), in de gedingen tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, (hierna: het Uwv). Datum uitspraak: 25 maart 2009. I. PROCESVERLOOP Mr. M. Hoekman, advocaat te ’s-Gravenhage, heeft namens appellante hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraken. Bij brief van 23 september 2008 heeft de gemachtigde van appellante de hoger beroepen ingetrokken en tevens verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten. II. OVERWEGINGEN Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. De Raad stelt vast dat appellante de hoger beroepen heeft ingetrokken omdat het Uwv geheel aan haar is tegemoetgekomen en dat namens appellante een verzoek om veroordeling van het Uwv in de proceskosten van appellante is gedaan. De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van de hoger beroepen redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 644,-- in hoger beroep. De vergoeding van de proceskosten is beperkt tot de kosten van het hoger beroep nu het Uwv blijkens de aangevallen uitspraak reeds door de rechtbank is veroordeeld tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand in eerste aanleg. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kosten van appellant tot een bedrag van € 644,--, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze uitspraak is gedaan door B.M. van Dun. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2009. (get.) B.M. van Dun. (get.) P.N. Rijnsewijn. BvW