
Jurisprudentie
BI0989
Datum uitspraak2008-10-27
Datum gepubliceerd2009-04-14
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers62482/ KG ZA 08-80
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-14
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers62482/ KG ZA 08-80
Statusgepubliceerd
Indicatie
Ten tijde van het wijzen van het tussenvonnis van 8 mei 2008 bestond nog onvoldoende grond om te beslissen tot verwijdering van de boom in de tuin van gedaagde, nu herstel van de muur op dezelfde plaats een reele optie leek. Inmiddels is gebleken dat herstel van de muur op dezelfde plaats, derhalve op de originele fundamenten, ging duurzaam oplossing kan bieden. Het door de aannemer aangedragen alternatief, dat iets duurzamer zou zijn en waarbij de muur wordt opgebouwd met een knik erin, heeft tot gevolg dat de muur voor een groter deel op de grond van eisers terechtkomt, waarmee eisers feitelijk grond prijsgeven aan gedaagde.
Uitspraak
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
62482 / KG ZA 08-80
Sector civiel recht,
voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 62482 / KG ZA 08-80
Vonnis van 27 oktober 2008
in de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te Middelburg,
2. [eiser 2],
wonende te Middelburg,
eisers,
advocaat mr. J. Ossewaarde,
tegen
[ gedaagde],
wonende te Middelburg,
gedaagde,
advocaat mr. A.A. de Feijter.
Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.
De verdere procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis d.d. 8 mei 2008
- de brief d.d. 5 september 2008 van mr. Ossewaarde
- de brief d.d. 8 september 2008 van mr. De Feijter
Op 21 oktober 2008 heeft de voorzieningenrechter de situatie ter plaatse opgenomen waarna een mondelinge behandeling is gehouden. Ter gelegenheid van die mondelinge behandeling heeft mr. Ossewaarde een pleitnota overgelegd.
De verdere beoordeling
De voorzieningenrechter verwijst naar hetgeen hij in voornoemd tussenvonnis heeft overwogen ten aanzien van de onrechtmatige situatie die wordt veroorzaakt door de boom in de tuin van [gedaagde].
Ten tijde van het wijzen van het tussenvonnis bestond nog onvoldoende grond om te beslissen tot verwijdering van de boom, nu herstel van de muur op dezelfde plaats een reële optie leek.
Echter, inmiddels is gebleken dat herstel van de muur op dezelfde plaats, derhalve op de originele fundamenten, geen duurzame oplossing kan bieden. De aannemer die [gedaagde] geraadpleegd heeft geeft aan dat de boom die zo dicht bij de muur staat de muur opnieuw zal beschadigen en hij geeft dan ook geen garantie op de aldus herstelde muur.
Het door de aannemer aangedragen alternatief, dat iets duurzamer zou zijn en waarbij de muur wordt opgebouwd met een knik erin, heeft tot gevolg dat de muur voor een groter deel op de grond van [eisers] terecht komt, waarmee [eisers] feitelijk grond prijsgeeft aan [gedaagde]. De voorzieningenrechter is van oordeel dat in redelijkheid niet van [eisers] kan worden gevergd daarmee genoegen te nemen. Met name niet nu hiermee het probleem slechts tijdelijk zou zijn opgelost. Daarbij komt dat de tuin van [eisers] dermate geringe afmetingen heeft dat er in redelijkheid geen grond vanaf kan.
Uit het vorenstaande volgt dat voldoende is komen vast te staan dat redelijkerwijs geen einde kan worden gemaakt aan de huidige gevaarlijke situatie zonder verwijdering van de boom. De daartoe strekkende vordering van [eisers] zal dan ook op onderstaande wijze worden toegewezen, waarbij de mede gevorderde dwangsom aan een maximum zal worden gebonden.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:
- explootkosten € 85,44
- vast recht 254,00
- salaris procureur 1.054,00
Totaal € 1.393,44
De beslissing
De voorzieningenrechter
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de boom op het perceel, kadastraal bekend gemeente Middelburg, sectie L, [adres] te verwijderen en zodanig te verwijderen dat tevens de stobbe wordt uitgefreesd;
bepaalt dat [gedaagde] aan [eisers] een dwangsom dient te voldoen van € 250,00 voor iedere dag dat hij zijn verplichtingen voortvloeiend uit dit vonnis niet nakomt, zulks met een maximum van € 25.000,--;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 1.393,44;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2008.