Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI1148

Datum uitspraak2009-04-15
Datum gepubliceerd2009-04-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-000584-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt ter zake van het meermalen opzettelijk overtreden van een voorschrift gesteld krachtens artikel 96 van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren veroordeeld tot een geldboete van € 540,-. Voorts gelast het hof de tenuitvoerlegging van een verdachte voorwaardelijk opgelegde geldboete.


Uitspraak

Parketnummer: 24-000584-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-992458-07 Arrest van 15 april 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 19 februari 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1971] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis waarvan beroep De economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 570,--, subsidiair te vervangen door 11 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden toegewezen. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 04 mei 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], al dan niet opzettelijk, één of meer runderen (herleidbaar naar de ID-codes NL 191157303, NL 235569161, NL 256969933, NL 256970238, NL 275270450, NL 275270498, NL 275270544, NL 297870993, NL 297871150, NL 393800894, NL 422201133, NL 442601872, NL 191156968, NL 297871244, NL 346272109, NL 346272116, NL 357374740, NL 368675832 en/of NL 368675870) heeft gehouden, (zulks) terwijl dat rund/die runderen niet overeenkomstig de "Regeling identificatie en registratie van dieren" was/waren geïdentificeerd en/of geregistreerd, immers was/waren dat rund/die runderen niet voorzien van de vereiste en voorgeschreven twee oormerken. Bewezenverklaring Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat: hij op 04 mei 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk, runderen (herleidbaar naar de ID-codes NL 191157303, NL 235569161, NL 256969933, NL 256970238, NL 275270450, NL 275270498, NL 275270544, NL 297870993, NL 297871150, NL 393800894, NL 422201133, NL 442601872, NL 191156968, NL 297871244, NL 346272109, NL 346272116, NL 368675832 en NL 368675870) heeft gehouden, zulks terwijl die runderen niet overeenkomstig de "Regeling identificatie en registratie van dieren" waren geïdentificeerd, immers waren die runderen niet voorzien van de vereiste en voorgeschreven twee oormerken. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 96 van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich als houder van runderen op 4 mei 2007 schuldig gemaakt aan overtreding van de Regeling identificatie en registratie voor dieren. Hij heeft achttien runderen in strijd met die Regeling opzettelijk niet binnen 10 werkdagen nadat hij het verlies van oormerken bij de runderen had geconstateerd hermerkt. Verdachte heeft hierdoor een regeling overtreden die tot stand is gekomen in het belang van de bestrijding van besmettelijke ziekten onder dieren. Voorts heeft het hof acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 januari 2009, waaruit is gebleken dat verdachte eerder wegens een soortgelijk strafbare feit is veroordeeld. Gelet op het vorenstaande acht het hof oplegging van een geldboete van na te melden hoogte een passende bestraffing. Motivering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 9 november 2006, is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 240,--, subsidiair te vervangen door 4 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaar. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld arrest onherroepelijk geworden op 24 november 2006. De proeftijd is eveneens ingegaan op 24 november 2006. De officier van justitie heeft op 30 januari 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde geldboete. Nu gebleken is dat verdachte de hiervoor bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld arrest gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 23 (oud), 24 (oud), 24c (oud) en 57 (oud) van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1 (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 3 van Besluit identificatie en registratie van dieren en artikel 39 van de Regeling identificatie en registratie van dieren. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vijfhonderdveertig euro; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt; gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 9 november 2006 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten: een geldboete van tweehonderdveertig euro, met bevel voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast. Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier.