
Jurisprudentie
BI1459
Datum uitspraak2009-04-14
Datum gepubliceerd2009-04-17
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHD 103.004.881
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-17
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHD 103.004.881
Statusgepubliceerd
Indicatie
Rekening houden met nieuwe baan die ingaat vóór opzegdatum.
Uitspraak
typ. CK
zaaknr. HD 103.004.881
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
achtste kamer, van 14 april 2009,
gewezen in de zaak van:
[X.],
wonend te [woonplaats], België,
appellant,
advocaat: mr. R.H. van Muijen,
tegen:
EUREGIO RECYCLING B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 16 september 2008 in het hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen onder zaak/rolnr. 227898 cv expl 06/1811 gewezen vonnissen van 30 augustus 2006 en 24 januari 2007.
6. Het tussenarrest van 16 september 2008
Bij genoemd arrest is [X.] verzocht om stukken over te leggen en informatie te verstrekken en is iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
[X.] heeft vervolgens een akte genomen, waarbij hij acht producties in het geding heeft gebracht en Euregio heeft vervolgens een antwoordakte genomen, waarbij zij een productie heeft overgelegd.
Vervolgens hebben partijen de gedingstukken overgelegd en opnieuw uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
8.1. Het hof heeft in zijn tussenarrest [X.] verzocht bewijsstukken met een toelichting te verstrekken met betrekking tot de door hem gestelde achteruitgang in zijn inkomen in zijn nieuwe betrekking vanaf 1 januari 2006, zoals salarisstroken en bankafschriften en beschikkingen terzake de kinderbijslag en/of andere stukken waaruit de hoogte van zijn bruto en netto inkomen in België in januari/februari 2006 blijkt en waaruit ook het bedrag aan kinderbijslag blijkt waarop hij aldaar recht had. Tevens wenste het hof ter vergelijking soortgelijke stukken te ontvangen over de maanden januari en februari 2005. Voorts diende [X.] inzicht te geven in de kosten van zijn ziektekostenverzekering, in België en in Nederland.
8.2. Ter voldoening aan het bovenstaande heeft [X.] het volgende aangevoerd:
Terzake het jaar 2005 tijdens het dienstverband met Euregio:
Hij verdiende bij Euregio in het jaar 2005 € 79.289,-- bruto (€ 47.707,00 netto). In januari 2005 verdiende hij € 6.645,47 bruto (netto € 3.630,26) en in februari 2005 € 6.791,67 bruto (€ 3.744,00 netto).
Aan premie ziektekostenverzekering betaalde hij in 2005 € 204,38 per maand.
Hij ontving aan kinderbijslag in Nederland € 252,31 per kwartaal en daarnaast in België € 103,73 per maand, kortom in totaal € 187,84 netto per maand. Een en ander wordt door hem voor een deel gestaafd met een jaar opgave, loonstrookjes en bankafschriften.
Terzake het jaar 2006 tijdens het dienstverband met NV RD Recycling in [vestigingsplaats], België:
Over de maanden januari tot en met maart 2006 verdiende hij bij zijn nieuwe werkgever bruto € 9.069,81 en over de maanden april tot en met december 2006: € 36.763,84 bruto, in totaal in het jaar 2006 derhalve € 45.833,65 bruto. Volgens [X.] komt dit neer op circa € 28.000 netto per jaar.
In januari 2006 verdiende hij bruto € 3.574,32, hetgeen volgens [X.] netto € 2.305,59 is en in februari 2006 € 3.249,38 bruto, zijnde volgens hem netto € 2.156,44.
Hij ontving in België € 300,89 per maand terzake kinderbijslag en betaalde aan premie ziektekosten € 5,76 per maand.
Volgens [X.] is de achteruitgang van zijn bruto inkomen 48% en heeft hij netto een achteruitgang in zijn inkomen inclusief kinderbijslag en premie ziektekosten van ongeveer € 1.200,- per maand.
8.3. Euregio brengt hiertegen het volgende in:
[X.] geen volledige openheid gegeven:
In België heeft men al snel recht op belasting teruggave. Navraag bij de belastingdienst heeft volgens Euregio uitgewezen dat [X.] over het jaar 2006 een belastingteruggave heeft gehad ten bedrage van € 1.944,08.
Blijkens de door [X.] overgelegde loonstroken wordt hij in België aangemerkt als “arbeider” (de Belgische wetgeving maakt onderscheid tussen “bedienden” en “arbeiders”). Het vakantiegeld van de arbeider wordt niet uitbetaald door de werkgever maar door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie of een bijzonder vakantie fonds. Het bedrag van het totale vakantiegeld is 8% plus 7,38% van 108% van het in één jaar verdiende brutoloon. Deze inkomsten heeft [X.] niet vermeld. Euregio legt kopieën over afkomstig van een Internetsite waarin de Belgische regeling wordt uiteengezet.
[X.] had in Nederland de beschikking over een leaseauto. Deze mocht enkel gebruikt worden voor woon-werkverkeer. Blijkens de door [X.] overgelegde loonstroken is in België aan hem een leaseauto verstrekt, die hij ook privé mag rijden. In België geldt daarvoor geen fiscale bijtelling. Ook dit voordeel uit dienstbetrekking heeft [X.] niet genoemd.
[X.] had bij Euregio de functie van bedrijfsleider. Hij werkte daar meer dan 40 uur per week en kreeg geen overuren uitbetaald. In België werkt hij blijkens zijn loonstroken 38 uur per week. Voorzover Euregio bekend hoeft hij daar geen dan wel nauwelijks overuren te maken. Dit is een voordeel voor [X.].
Volgens de Belgische regelgeving dient [X.] te betalen voor maaltijdcheques die hij ontvangt, welke bedrag hij derhalve ten onrechte in mindering brengt op zijn nettoloon.
Euregio maakt bezwaar tegen het feit dat [X.] niet alle loonstroken over het jaar 2006 heeft overgelegd. Uitgaande van de door [X.] wèl overgelegde loonstroken heeft hij in 2006 € 29.913,75 netto verdiend en rekening houdend met eerder genoemde belasting teruggave € 31.857,83. Dit komt neer op € 2.654,81 netto per maand. Het verschil bedraagt daarmee slechts
€ 1.045,19 netto per maand.
Tot zover Euregio.
8.4. Het hof oordeelt als volgt:
8.4.1. Bij de beoordeling van de vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is vanwege de gevolgen die het heeft voor de werknemer, dienen de omstandigheden op het moment van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in aanmerking te worden genomen. Zoals in het tussenarrest reeds is overwogen, had [X.] op dat moment reeds een andere betrekking. Bij de beoordeling dient dan ook het inkomen in die nieuwe betrekking ten volle te worden meegewogen.
8.4.2. Het hof gaat van de volgende omstandigheden uit:
- het bruto inkomen dat [X.] in het jaar 2005 bij Euregio heeft verdiend bedroeg volgens hem € 79.289;
- Over de maand januari 2006 heeft [X.] een dubbel inkomen gehad;
- Euregio wijst er terecht op dat [X.] geen melding heeft gemaakt van het vakantiegeld dat hij in België ontvangt rechtstreeks van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of van een bijzonder vakantiefonds. Het hof merkt dit aan als een feit van algemene bekendheid, namelijk eenvoudig via internet op te zoeken, en zal daarmee rekening houden. Het hof gaat ervan uit dat het brutoloon ad € 45.833,65 derhalve verhoogd dient te worden met 15,38% x 108% x € 45.833,65 = € 7.613,15. Het totale bruto jaarinkomen in 2006 waarvan het hof uitgaat bedraagt aldus € 53.446,80.
- Voorts geniet [X.] in 2006 een netto voordeel vergeleken met 2005, wegens het ontvangen van hogere kinderbijslag en het betalen van een aanmerkelijk lagere premie ziektekostenverzekering gelijk aan:
€ (300,89 - € 5,76) - € (187,84 - 204,36) = € 295,13 + € 16,46 = € 311,59 netto per maand, derhalve € 3.739, netto per jaar.
- Het hof houdt voorts rekening met het feit dat blijkens de door [X.] in het geding gebrachte loonfiches over het jaar 2006 door zijn Belgische werkgever aan hem een auto ter beschikking wordt gesteld. Ook in België is dit belast, afhankelijk van het gebruik dat van die auto wordt gemaakt. Uit de loonfiches begrijpt het hof dat er een fiscale bijtelling plaatsvindt van
€ 260,27 (januari tot en met maart) en € 1.106,52 (april tot en met december), dus in totaal € 1.366,79.
- De kosten voor de maaltijdcheques van € 1,09 per werkdag acht het hof een te verwaarlozen bedrag. Daartegenover pleegt in België een maaltijdcheque te worden verstrekt ter waarde van ongeveer € 4,90. Het hof oordeelt dit voordeel niet belangrijk genoeg om rekening mee te houden.
- Met de belastingteruggave over het jaar 2006 houdt het hof evenmin rekening, nu [X.] zich daarover niet heeft kunnen uitlaten en dit thans ook niet geverifieerd kan worden;
- Het hof houdt evenmin rekening met het feit dat [X.] in België minder zou behoeven over te werken, omdat dit geen vrijwillige keuze is van [X.] en het hier gaat om de vaststelling van een eventuele teruggang van [X.] in inkomen.
Al deze omstandigheden in aanmerking genomen, is er sprake van een behoorlijke inkomensachteruitgang aan de zijde van [X.].
Dit in aanmerking genomen, alsmede alle overige omstandigheden van het geval, zoals de slechte financiële omstandigheden bij Euregio die aan het ontslag ten gronde hebben gelegen, de inachtgenomen opzegtermijn van twee maanden en het feit dat hij sinds medio december 2005 was vrijgesteld van werkzaamheden, oordeelt het hof niettemin het ontslag kennelijk onredelijk omdat voor [X.] geen enkele voorziening is getroffen ter compensatie van zijn aanmerkelijke achteruitgang in inkomen, die reeds voordat de arbeidsovereenkomst afliep op 1 februari 2006 voorzienbaar was vanwege zijn nieuwe werkkring met een lagere bezoldiging per 1 januari 2006. Het hof oordeelt, alle in het tussenarrest en in dit arrest genoemde omstandigheden in aanmerking genomen, een schadevergoeding van € 20.000,- bruto redelijk en billijk. Dit bedrag wordt aan [X.] toegewezen. De door [X.] gevorderde verklaring voor recht wordt gegeven zoals verzocht. De in eerste aanleg gevorderde herstel van de arbeidsovereenkomst is in hoger beroep niet gehandhaafd, zodat daarover niet behoeft te worden geoordeeld. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.500,- oordeelt het hof toewijsbaar tot een bedrag Van € 1.190,- volgens de staffel incassokosten van de sector kanton.
Euregio zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, gevallen aan de zijde van [X.]. Het hof merkt hierbij op dat de akte na tussenarrest niet wordt meegeteld bij de vaststelling van het salaris van de advocaat, omdat de daarin op verzoek van het hof gegeven informatie door [X.] in een eerder stadium had dienen te worden verschaft, en bovendien ook nu nog onvolledig blijkt.
9. De uitspraak
Het hof:
vernietigt het eindvonnis waarvan beroep dat op 24 januari 2007 tussen partijen is gewezen en, opnieuw recht doende:
verklaart voor recht dat het door Euregio aan [X.] gegeven ontslag kennelijk onredelijk is;
veroordeelt Euregio tot betaling aan [X.] van:
een schadevergoeding groot € 20.000,- bruto, ter zake kennelijk onredelijk ontslag;
een bedrag groot € 1.190,- (inclusief BTW) ter zake buitengerechtelijke incassokosten;
de wettelijke rente over genoemde bedragen vanaf 15 februari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
de proceskosten aan de zijde van [X.] in beide instanties, welke kosten in eerste aanleg worden bepaald op € 276,87 terzake verschotten en op € 900,- terzake salaris gemachtigde, en in hoger beroep op € 335,31 terzake verschotten en op € 1.158,- terzake salaris advocaat;
verklaart dit arrest voor wat betreft de uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. Spoor, Slootweg en Walstijn en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 april 2009.