Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI1942

Datum uitspraak2009-04-22
Datum gepubliceerd2009-04-23
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4814 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit op bewaar is de WAO-uitkering van betrokkene ongewijzigd voortgezet. Afwijzing verzoek om vergoeding van de kosten van het rapport van het Instituut Psychosofia. Volgens vaste jurisprudentie van de Raad komt een rapport van het Instituut Psychosofia niet voor vergoeding in aanmerking.


Uitspraak

07/4814 WAO Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 juli 2007, 07/276 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 22 april 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellant heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 maart 2009. Appellant is verschenen bij mr. De Jonge. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door E. van den Brink. II. OVERWEGINGEN 1.1. De Raad verwijst voor de feiten allereerst naar de aangevallen uitspraak. De Raad voegt hier nog het volgende aan toe. 1.2. Bij besluit van 11 april 2006 is de destijds aan appellant toegekende uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingetrokken. 1.3. In het kader van de bezwaarprocedure heeft appellant een rapport ingebracht van het Instituut Psychosofia van 31 juli 2006. Bij het bestreden besluit van 11 januari 2007 is het tegen het besluit van 11 april 2006 gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd voortgezet. Hierbij is het door appellant gedane verzoek om vergoeding van de kosten van het rapport van het Instituut Psychosofia afgewezen. 2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit van 11 januari 2007 gegrond verklaard en dit besluit (deels) vernietigd. Hierbij is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, zijnde de kosten van rechtsbijstand. De rechtbank heeft het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten van het rapport van het Instituut Psychosofia afgewezen. 3. Zoals ter zitting namens appellant is toegelicht is het hoger beroep beperkt tot de afwijzing van het verzoek om vergoeding van de kosten van het rapport van het Instituut Psychosofia. 4. De Raad volstaat ermee te verwijzen naar zijn uitspraak van 15 mei 2007, LJN BA5367. Volgens vaste jurisprudentie van de Raad komt een rapport van het Instituut Psychosofia niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank heeft het onderhavige verzoek om vergoeding van de kosten derhalve terecht afgewezen. 5. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient te worden bevestigd. 6. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten. Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst als voorzitter en C.P.J. Goorden en P.J. Jansen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op 22 april 2009. (get.) Ch. van Voorst. (get.) A.C. Palmboom. KR