Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI2095

Datum uitspraak2009-04-15
Datum gepubliceerd2009-04-23
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers255483 / HA ZA 08-1973
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bestuurdersaansprakelijkheid, Wet Conflictenrecht Corporaties, toepasselijk recht .


Uitspraak

vonnis RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rolnummer: 255483 / HA ZA 08-1973 Vonnis van 15 april 2009 in de zaak van 1. [eiseres sub 1], wonende te [woonplaats], 2. [eiseres sub 2], wonende te [woonplaats], 3. [eiser sub 3], wonende te [woonplaats], 4. [eiseres sub 4], wonende te [woonplaats], eisers, advocaat mr. A.W. Stork, tegen [gedaagde], wonende te [woonplaats], Zwitserland, gedaagde, niet verschenen. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de akte bewijs uitreiking dagvaarding - het tegen gedaagde verleende verstek. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De beoordeling 2.1. Voor de vordering en de feiten wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte dagvaarding. 2.2. Nu gedaagde in het buitenland woonachtig is en de vordering uit dien hoofde een internationaal karakter draagt, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en wel op grond van artikel 5 lid 3 van het in deze toepasselijke “Verdrag van Lugano” (EVEX-verdrag), nu de gestelde onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden in Nederland. 2.3. Ten aanzien van het op de onderhavige vordering toepasselijke recht overweegt de rechtbank als volgt. De onderhavige vordering is gebaseerd op een door eisers gestelde onrechtmatige daad van gedaagde in zijn hoedanigheid van bestuurder van een vennootschap. De bepaling van het toepasselijke recht dient derhalve plaats te vinden aan de hand van de Wet Conflictenrecht Corporaties (WCC). Ingevolge artikel 2 jo artikel 3 sub e WCC wordt de aansprakelijkheid van bestuurders van een corporatie beheerst door het recht van de Staat naar welk recht de betreffende corporatie is opgericht. De betreffende vennootschap is opgericht naar Nederlands recht, zodat op de onderhavige vordering Nederlands recht van toepassing is. 2.4. De gevorderde immateriële schadevergoeding van EUR 25.000,00 per werknemer zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. 2.5. Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen. 2.6. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op: - dagvaarding EUR 85,44 - overige explootkosten 0,00 - vast recht 4.784,00 - getuigenkosten 0,00 - deskundigen 0,00 - overige kosten 0,00 - salaris advocaat 3.211,00 (1,0 punt × tarief EUR 3.211,00) Totaal EUR 8.080,44 3. De beslissing De rechtbank 3.1. veroordeelt gedaagde om aan eisers te betalen een bedrag van EUR 1.682.856,00 (één miljoen zeshonderdtweeëntachtig duizendachthonderdzesenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2008 tot de dag van volledige betaling, 3.2. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 8.080,44, 3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 3.4. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2009.? w.g. griffier w.g. rechter