
Jurisprudentie
BI2117
Datum uitspraak2009-04-23
Datum gepubliceerd2009-04-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001686-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001686-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Geldboete van € 390,- voor het bedreigen van twee jongeren. Gematigde straf gezien de omstandigheden van het geval.
Uitspraak
Arrest van 23 april 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 16 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een maatregel, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 390,- subsidiair 7 dagen vervangende hechtenis alsmede onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen kapmes.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging in eerste aanleg - tenlastegelegd dat hij op of omstreeks 17 oktober 2007, in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een mes een stekende beweging in de richting van genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gemaakt en/of met een mes heeft gezwaaid in de richting van genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "als jullie nog een keer door de straat heen lopen dan hak ik jullie kop eraf", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 17 oktober 2007, in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een mes een stekende beweging in de richting van genoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gemaakt en met een mes gezwaaid in de richting van genoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd: "als jullie nog een keer door de straat heen lopen dan hak ik jullie kop eraf".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf in aanmerking genomen de ernst en aard van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan.
Verdachte leefde al geruime tijd in onmin met zijn buurtgenoten. Bemoeienis van een buurtagent heeft niet mogen baten. Op 17 oktober 2007 voelde verdachte zich (wederom) gepest door twee jongeren uit de straat. Daarop bedreigde verdachte deze jongeren met een kapmes en met woorden.
Het hof is van oordeel dat bij de bepaling en oplegging van een straf ter zake van een bedreiging als de onderhavige in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Het hof ziet echter in de omstandigheden van het geval aanleiding om te volstaan met het op leggen van na te melden geldboete. Het hof heeft hierbij laten meewegen dat uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 december 2008 blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk delict is veroordeeld. Het hof heeft rekening gehouden met de draagkracht van verdachte voor zover deze ter terechtzitting is gebleken.
Verbeurdverklaring
Het door het hof verbeurd te verklaren voorwerp is daarvoor vatbaar. Immers, met betrekking tot dat voorwerp zijn de hiervoor bewezenverklaarde feiten begaan, terwijl uit het onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken, dat dit voorwerp toebehoort aan verdachte.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud), 24 (oud), 24c (oud), 33, 33a, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van driehonderdnegentig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zeven dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
verklaart verbeurd:
een kapmes.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en
mr. L.T. Wemes, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier.