
Jurisprudentie
BI2271
Datum uitspraak2009-04-24
Datum gepubliceerd2009-05-04
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/7014 WIA + 08/582 WIA
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-05-04
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/7014 WIA + 08/582 WIA
Statusgepubliceerd
Indicatie
De kosten van de door Instituut Psychosofia uitgebrachte rapporten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor vergoeding van de kosten van de rapportage van psychiater Van der Hek is terecht aansluiting gezocht bij het Besluit tarieven in strafzaken op basis van het forfaitaire uurtarief. Geen ruimte voor een hogere vergoeding. Nieuw besluit valt buiten de omvang van het thans aanhangige geding.
Uitspraak
07/7014 WIA + 08/582 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 23 november 2007, 07/973 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 24 april 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 10 januari 2008 een nieuw besluit op bezwaar genomen ter uitvoering van de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 maart 2009.
Appellant is niet verschenen. Voor het Uwv is verschenen drs. J. Hut.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 22 september 2006 heeft het Uwv de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever van appellant, in verband met het niet voldoen door de werkgever aan de reïntegratie-verplichtingen, verlengd met een periode van 52 weken tot
22 oktober 2007.
1.2. Het Uwv heeft bij besluit van 19 februari 2007 het bezwaar van appellant tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit op bezwaar gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De rechtbank heeft daarbij tevens bepalingen over proceskosten en griffierecht opgenomen.
3. Het hoger beroep van appellant richt zich tegen de in de aangevallen uitspraak vervatte afwijzing van het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten van het door hem ingebrachte rapport van mevrouw Verhage, directrice van het Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans (hierna: IP) en de beperking van de vergoeding van de kosten van de rapportage van de door hem ingeschakelde psychiater B.R. van der Hek. Appellant heeft tevens gewezen op zijns inziens medische onduidelijkheden en – naar de Raad begrijpt – in dit verband verzocht om een oordeel van de Raad over een door het Uwv genomen besluit op bezwaar van 8 februari 2008 waarbij hij met ingang van 23 oktober 2006 in aanmerking wordt gebracht voor een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA) op grond van de Wet WIA, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer.
4.1. De Raad overweegt als volgt.
4.2. Bij uitspraak van 13 april 2005 (LJN AT4323) heeft de Raad, kort samengevat, overwogen dat de kosten van de door IP uitgebrachte rapporten niet voor vergoeding op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking komen. Dit oordeel is door de Raad nadien bij vele uitspraken – waarbij mr. De Jonge als gemachtigde optrad – herhaald. De Raad ziet geen aanleiding in dit geding anders te oordelen.
4.3. Met betrekking tot de kosten van de rapportage van Van der Hek heeft de rechtbank terecht aansluiting gezocht bij het Besluit tarieven in strafzaken en de vergoeding bepaald op basis van het forfaitaire uurtarief van € 81,23. De Raad onderschrijft het standpunt van het Uwv, zoals verwoord in het verweerschrift, dat de toepasselijke regels geen ruimte bieden voor een hogere vergoeding.
4.4. Met betrekking tot het besluit van 8 februari 2008 is de Raad van oordeel dat dit besluit buiten de omvang van het thans aanhangige geding valt, zodat op dat besluit hier niet mag worden ingegaan.
4.5. Het voorgaande leidt de Raad tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient te worden bevestigd.
5.1. Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft het Uwv zijn in rubriek I vermelde besluit van 10 januari 2008 genomen. Daarbij heeft het Uwv het bezwaar alsnog gegrond verklaard en aan appellant vergoed de kosten van in bezwaar verleende rechtsbijstand tot een bedrag van € 644,--. Het Uwv heeft geweigerd de kosten van het rapport van IP te vergoeden.
5.2. Het hoger beroep van appellant is mede gericht tegen het besluit van 10 januari 2008 en betreft uitsluitend de weigering van het Uwv de kosten van het rapport van IP te vergoeden. De Raad verwijst in dit verband naar hetgeen hiervoor onder 4.2 is overwogen en komt dan ook tot de conclusie dat dit beroep ongegrond verklaard moet worden.
6. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
Verklaart het beroep tegen het besluit van 10 januari 2008 ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard als voorzitter. De beslissing is in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, uitgesproken in het openbaar op 24 april 2009.
(get.) G.J.H. Doornewaard.
(get.) A.C.A. Wit.
JL