Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI2320

Datum uitspraak2008-11-19
Datum gepubliceerd2009-04-27
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers85817 HA ZA 02-979
Statusgepubliceerd


Indicatie

Eindvonnis bij het tussenvonnis van 24 maart 2004 (gepubliceerd onder LJN: BI2310). Bedrijfsovername. Vordering tot restitutie van de koopsom op grond van tekortkoming in de nakoming. Te rooskleurig omzet- en winstprognose verstrekt door de verkoper? Beroep op dwaling, misbruik van omstandigheden en bedrog. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de verkopende vennootschap.


Uitspraak

Vonnis RECHTBANK HAARLEM Sector civiel recht zaaknunmier rolnunimer: 85817 HA ZA 02-979 Vonnis van 19 november 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.A.K BEHEER B.V., gevestigd te Rotterdam, eiseres in conventie, verweerster in reconvenhie, advocaat mr. M.J. van der Veen, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HAVENMEESTER VIS BEHEER B.V., gevestigd te Overveen, 2. [gedaagde 2], wonende te Overveen, gedaagden in conventie, eisers in reconventie, advocaat mr. M. Middeldorp. Partijen zullen hierna B.A.K. Beheer B.V. en Havenmeester Vis c.s. genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: het tussenvonnis van 14 december 2005 het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 maart 2006 de proces-verbalen van voorzetting van getuigenverhoor van 20juni 2006, 2 november 2006, 7 november 2006, 11januari 2007, 18januari 2007 en 29 maart 2007 het proces-verbaal van tegenverhoor van 4juni 2007 de conclusie na getuigenverhoor van B.A.K. Beheer B.V. d.d. 31 oktober 2007 de antwoordconcjusje na getuigenverhoor van Havenmeester Vis Beheer B.V. c.s. van 26 maart 2008. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De verdere beoordeling 2.1 De rechtbank blijft bij hetgeen in voormelde en eerder gewezen tussenvonnissen is overwogen en beslist. De rechter, ten overstaan van wie de comparitie en de getuigenverhoren zijn gehouden, heeft dit vonnis niet mede kunnen wijzen om organisatorische redenen. 2.2 Bij vonnis van 14 december 2005 heeft de rechtbank onder 2.8 geoordeeld dat nog slechts ter beoordeling voorligt het door BAK Beheer B.V. subsidiair en meer subsidiair gevorderde voor zover gegrond op bedrog. Volgens B.A.K Beheer B.V. heeft [gedaagde 2] haar tot het aangaan van de koopovereenkomst bewogen door het verstrekken van valselijk opgemaakte omzet- en kostenbegrotingen voor 2002. Bij dit vonnis is B.A.K. Beheer B.V. toegelaten tot het bewijs dat de voor ondertekening van de koopovereenkomst aan haar verstrekte omzet- en kostenbegrotingen voor 2002 betreffende Metalcorp en haar dochtervennootschappen, naar Havenmeester Vis c.s., althans [gedaagde 2], wist(en) opzettelijk onjuist zijn opgemaakt. 2.3 Bij vonnis van 24 maart 2004 heeft de rechtbank sub 2.6 reeds beslist dat B.A.K. Beheer B.V. bij repliek onweersproken heeft gesteld dat onder de aan haar verstrekte omzet- en kostenbegrotingen voor 2002 moeten worden verstaan: - productie 41 A de concept begroting van Metalcorp Industries over 2002 d.d. 13 februari 2002, en - productie 41 B de consolidatie resultatenrekening Metalcorps Industries d.d. 14 maart 2002. Het zijn derhalve deze stukken waarvan B.A.K. Beheer B.V. dient te bewijzen dat zij door [gedaagde 2] opzettelijk onjuist zijn opgemaakt en zijn verstrekt om B.A.K. Beheer B.V. te bewegen tot ondertekening van de koopovereenkomst. 2.4 B.A.K. Beheer B.V. heeft een groot aantal getuigen, waaronder [de directeur] als partijgetuige doen horen. Haveim~eester Vis c.s. heeft in contra-enquete [gedaagde 2] als partijgetuige doen horen. 2.5 De rechtbank is van oordeel dat B.A.K. Beheer B.V. niet in het aan haar opgedragen bewijs is geslaagd. Samengevat is de rechtbank van oordeel dat (a) een groot gedeelte van de getuigenverklaringen niet ter zake doet, aangezien die verklaringen niet zien op de hierboven genoemde stukken, en, (b) uit de getuigenverklaringen niet valt af te leiden dat [gedaagde 2] de hierboven genoemde stukken onjuist heeft opgemaakt, dan wel heeft doen opmaken, laat staan dat [gedaagde 2] opzettelijk heeft gehandeld. Ter toelichting dient het volgende. 2.6 Mia) ten aanzien van de stukken in relatie tot de getuigenverklaringen Productie 41A, de begroting van Metalcorp Industrics en Benjamin Products over 2002 d.d. 13 februari 2002 betreft een concept en vermeldt voor de gehele groepen per groepsondernemjng de netto omzet, de kostprijs en het bedrijfsresultaat voor en na belastingen. Tevens omvat deze productie een apart A4-vel met daarop de begroting voor Benjamin Products over 2002, uitgesplitst naar de afdelingen, lakstraat, display, montage/verpakking en overige. 2.7 Productie 41B betreft de consolidatie resultatenrekening Metalcorp Industries B.V. per 31 december 2001 gedateerd 14 maart 2002. Dit stuk vermeldt niets over de verwachte omzet of kosten over 2002. Deze productie kan derhalve in het kader van de bewijsopdracht slechts een rol spelen voor zover de verwachte omzet of de verwachte kosten over 2002 worden gerelateerd aan de cijfers van 2001. 2.8 Geen van de voorliggende stukken bevat een staat van per klant begrote omzet en verwachte kosten voor 2002. Een dergelijke staat is voor wat betreft de omzet wel in bezit van B.A.K. Beheer B.V. gekomen, maar dit is eerst na de overname gebeurd. Het is overigens niet [gedaagde 2] geweest die deze staat aan B.A.K. Beheer B.V. heeft verstrekt (productie 55). 2.9 De door B.A.K. Beheer B.V. voorgebrachte getuigen hebben (uitgebreid) verklaard over door [gedaagde 2] onjuist (te positieD begrote omzetten (en kosten) per klant. Een aantal getuigen, met name de (voormalige) klanten van [gedaagde 2] heeft verklaard dat [gedaagde 2] tegen beter weten in de te verwachten omzet te rooskleurig heeft voorgesteld. Deze informatie kan in het kader van de bewijsopdracht evenwel geen rol spelen, nu in de stukken waarvan B.A.K. Beheer B.V. stelt dat [gedaagde 2] deze opzettelijk onjuist heeft opgemaakt en op grond waarvan B.A.K. Beheer B.V. tot de koopovereenkomst is bewogen, slechts totaalcijfers zijn opgenomen en geen cijfers per klant. Deze gedetailleerde informatie is B.A.K. Beheer B.V. eerst na de overname bekend geworden. Voor zover B.A.K. Beheer B.V. heeft beoogd te stellen dat het deze omzetstaten zijn geweest waarop de begroting van 13 februari 2002 is gebaseerd overweegt de rechtbank het volgende. 2.10 Ad (b) ten aanzien van de onjuistheid en het opzet Naar het oordeel van de rechtbank is B.A.K. Beheer B.V. er niet in geslaagd te bewijzen dat [gedaagde 2] de stukken opzettelijk onjuist heeft opgemaakt. Of de stukken die door [gedaagde 2] zijn opgesteld zodanig verschillen van de werkelijkheid, dat deze het etiket ‘onjuist’ verdienen, kan derhalve in het midden blijven. 2.11 Opzet impliceert in dit verband immers de bedoeling om bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken te scheppen, te bevestigen of te versterken. De bedrieger moet zijn slachtoffer willens en wetens om de tuin hebben geleid. In het onderhavige geval zal [gedaagde 2] bij de verkoop van zijn onderneming zijn onderneming enigszins fraaier hebben voorgesteld dan zij was, doch dit impliceert nog niet dat [gedaagde 2] daarmee B.A.K. Beheer BV. opzettelijk heeft misleid. Bij cijfermatige opstellingen als de onderhavige kan immers een groot verschil van gevoelen bestaan over de wijze waarop bepaalde activa en passiva moeten worden begroot, zonder dat van kwade trouw sprake is. Dat [gedaagde 2] geneigd zal zijn geweest de toekomst van zijn onderneming positiever te presenteren dan zij was, is een omstandigheid waarmee B.A.K. Beheer B.V. rekening diende te houden. 2.12 Wanneer de rechtbank de concept begroting over 2002 opgesteld door de [gedaagde 2]’ vergelijkt met de ‘realisatie le halfjaar 2002’ (productie 5 bijlage 3), dan deelt de rechtbank overigens de conclusie van [gedaagde 2] dat de cijfers over de eerste zes maanden van 2002 enigszins achterblijven bij de begroting over 2002 zoals die door [gedaagde 2] is gepresenteerd. Dit verschil is evenwel niet van zodanig gewicht dat de omzetbegroting daardoor noodzakelijkerwijs tot een vals en bedrieglijk stuk is geworden. 2.13 Nu B.A.K. Beheer B.V. niet is geslaagd in het aan haar opgedragen bewijs ligt ook het subsidiair en meer subsidiair gevorderde voor zover gegrond op bedrog voor afwijzing gereed. Bij vonnis van 24 maart 2005 heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat B.A.K. Beheer B.V. geen beroep op dwaling of misbruik van omstandigheden toekomt en bij vonnis 14 december 2005 heeft de rechtbank geoordeeld dat het door B.A.K. Beheer primair en subsidiair gevorderde, voorzover gegrond op tekortkoming in de nakoming, dient te worden afgewezen. Dit betekent dat alle vorderingen van B.A.K. Beheer B.V. zullen worden afgewezen. 2.15 B.A.K. Beheer B.V. zal als dein conventie in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. 3. De verdere beoordeling in reconventie 3.1 Havenmeester Vis c.s. hebben primair aan hun vordering tot betaling van een bedrag van EUR 850.000,-- uit hoofde van geldleningen ten grondslag gelegd artikel 6:80 sub b en c. Ter onderbouwing hebben Havenmeester Vis c.s. aangevoerd dat zij uit de brief van B.A.K. Beheer B.V. van 5 augustus 2002 hebben afgeleid dat B.A.K. Beheer B.V. te kort zou schieten in de nakoming van haar verplichtingen uit de geldleningoverecnkomsten jegens Havenmeester Vis c.s.. 3.2 B.A.K. Beheer B.V. heeft in reconventie inhoudelijk geen ander verweer gevoerd dan hetgeen zij in conventie heeft aangevoerd. 3.3 Met Havenmeester Vis c.s. is de rechtbank van oordeel dat Havenmeester Vis c.s. uit de brief van 5 augustus 2002 terecht hebben afgeleid dat de bereidheid van B.A.K. Beheer B.V. omdc verschillende overeenkomsten van geldlening na te komen ontbrak. Het bedrag van EUR 850.000,- was mitsdien opeisbaar. Bij (niet overgelegde) brief van 9 augustus 2002 heeft Havenmeester Vis c.s. B.A.K. Beheer B.V. gesommeerd tot betaling van het bedrag van EUR 850.000, aan welke sonimatie Havenmeester Vis c.s. geen gevolg heeft gegeven. De wettelijke rente zal dan ook worden toegewezen vanaf 9 augustus 2002. 3.4 B.A.K. Beheer B.V. zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. 4. Beslissing De rechtbank: In conventie: 4.1 wijst de vorderingen af 4.2 veroordeelt B.A.K. Beheer B.V., uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van dit geding aan de zijde van Havenmeester Vis c.s. begroot op EUE. 10.000,-- aan kosten deskundigen, EUR 3.632 aan verschotten en EUR 27.293,50 aan salaris advocaat. In reconventie: 4.3 veroordeelt B.A.K. Beheer B.V., uitvoerbaar bij voorraad, tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling van een bedrag van EUR 850.000,-- (achthonderdvijftigduizend euro) aan Havenmeester Vis c.s., te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 augustus 2002 tot aan de dag der algehele voldoening. 4.4 veroordeelt B.A.K. Beheer B.V., uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van dit geding aan de zijde van Havenmeester Vis c.s. begroot op EUR 2580,-- aan salaris advocaat. Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, mr. M.A.C. Hofinan en nu. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2008.