
Jurisprudentie
BI2366
Datum uitspraak2009-03-31
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers104.004.380
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers104.004.380
Statusgepubliceerd
Indicatie
Incident 235 RV; geen zekerheidsstelling na betaling.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer 104.004.380
arrest in het incident ex artikel 235 Rv van de tweede civiele kamer van 31 maart 2009
inzake
de naamloze vennootschap
Generali Schadeverzekering Maatschappij N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. F.J. Boom,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Dak Service Doetinchem B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. P.M. Wilmink.
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1 Het hof verwijst naar zijn tussenarrest in het incident ex artikel 235 Rv van 1 april 2008. Ingevolge dat arrest heeft Generali een akte genomen.
1.2 Daarna heeft Dak Service een antwoordakte genomen.
1.3 Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest in het incident en heeft het hof arrest in het incident bepaald.
2. De verdere beoordeling in het incident
2.1 Bij voornoemd tussenarrest heeft het hof onder 3.8 overwogen dat geen plaats is voor toewijzing van de onderhavige incidentele vordering tot zekerheidstelling van Generali indien Generali geheel heeft voldaan aan de in eerste aanleg door de rechtbank ten laste van haar uitgesproken veroordeling. Het hof blijft bij die overweging en de daarvoor onder 3.7 van dat tussenarrest gegeven motivering.
2.2 Vervolgens heeft het hof Generali in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de stelling van Dakservice dat Generali reeds is overgegaan tot betaling van € 578.420,82 ten behoeve van haar (Dakservice) en dus inmiddels heeft voldaan aan de veroordeling.
2.3 Generali heeft daarop bij akte van 29 april 2008 erkend, althans niet betwist, dat zij op grond van het bestreden vonnis € 578.420,82 aan Dakservice heeft voldaan.
2.4 Gelet op de daarmee vast staande algehele voldoening aan het bestreden vonnis, dient thans definitief geoordeeld te worden dat geen plaats is voor toewijzing van de onderhavige incidentele vordering van Generali tot zekerheidstelling. Anders dan waarvan partijen blijkens de aktewisseling in het incident blijkbaar uitgaan, is niet relevant waarvoor Dakservice het door haar van Generali ontvangen bedrag heeft gebruikt en of zij dat al dan niet geheel of gedeeltelijk heeft doorbetaald aan een derde.
3. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
in het incident:
wijst de incidentele vordering tot zekerheidstelling af;
veroordeelt Generali in de kosten van het incident, aan de zijde van Dakservice begroot op € 3.895,00 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de roldatum 12 mei 2009 voor memorie van grieven aan de zijde van Generali;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.W. Steeg, I.E. van Wijland-Kalkman en H.M. Wattendorff en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2009.