Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI2744

Datum uitspraak2009-04-16
Datum gepubliceerd2009-04-29
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 09/1679 & 09/1710 & 09/1887
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Verweerder heeft bouwvergunning tweede fase verleend voor het bouwen van een VMBO school voor circa 950 leerlingen aan het Badmintonpad te Haarlem. De voorzieningenrechter heeft de door verzoekers verzochte voorlopige voorziening afgewezen, omdat de door verzoekers aangevoerde grieven geen betrekking hebben op de verlening van de bouwvergunning tweede fase.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht zaaknummers: AWB 09 – 1679 AWB 09 – 1710 AWB 09 – 1887 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 april 2009 in de zaak van: [verzoekers] wonende/gevestigd te [woonplaats], verzoekers, tegen: het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, verweerder, derde partij, [derde partij], gevestigd te Haarlem. Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en mr. S.L.L. van den Akker, griffier. Zitting: 16 april 2009 Verschenen: [verzoeker] in persoon en namens het actiecomité is verschenen [verzoeker]. Verweerder is vertegenwoordigd door J. Hartmans, werkzaam bij de gemeente Haarlem. Het geschil betreft het besluit van 26 februari 2009 waarbij verweerder bouwvergunning tweede fase heeft verleend aan [derde partij] voor het bouwen van een VMBO school voor circa 950 leerlingen aan het Badmintonpad te Haarlem. Bij mondelinge uitspraak van 16 april 2009 heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen. Ingevolge artikel 56a, derde lid, Woningwet (hierna: Ww) mag en moet de bouwvergunning tweede fase slechts worden geweigerd indien een weigeringsgrond als bedoeld artikel 44, eerste lid, aanhef en onder a of b, Ww van toepassing is, met dien verstande dat onderdeel b van dat lid niet van toepassing is voor zover de daar bedoelde voorschriften van stedenbouwkundige aard zijn. Gelet op artikel 56a, derde lid, Ww, gelezen in samenhang met artikel 44, eerste lid, aanhef en onder a en b, Ww, zijn slechts het Bouwbesluit en de niet-stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening relevant voor de vraag of verweerder terecht een bouwvergunning tweede fase heeft verleend. Kort gezegd liggen ter beoordeling voor de constructieve / technische aspecten van het bouwwerk. De door verzoekers aangevoerde grieven hebben daar geen betrekking op, maar zien op de verlening bouwvergunning eerste fase. Deze bouwvergunning is echter nu niet onderwerp van geschil. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, (griffier) (voorzieningenrechter) afschrift verzonden op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.