Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI3131

Datum uitspraak2009-04-29
Datum gepubliceerd2009-05-07
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/64 AW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing aanvraag buitengewoon verlof voor het bijwonen van een door de NPB voor haar leden georganiseerde cursus “Ontwikkelingsgericht Personeelsbeleid”. Betrokkene is lid van de NPB. De Raad leidt uit de cursusinformatie af dat de cursus gericht is op het vergroten van de eigen kennis en vaardigheden van de deelnemende vakbondsleden, met als doel goed voorbereid de eigen positie over dit onderwerp te kunnen bepalen. De opvatting dat dit meebrengt dat de cursus gericht is op het beter functioneren van de vakbondsleden als zodanig volgt de Raad niet.


Uitspraak

08/64 AW Q. Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 19 november 2007, 07/388 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: [Betrokkene], wonende te [woonplaats], (hierna: betrokkene) en appellant Datum uitspraak: 29 april 2009 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Betrokkene heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 maart 2009. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.J. van Dishoeck. Namens betrokkene is verschenen mr. W.J. Dammingh, advocaat te Woerden. II. OVERWEGINGEN 1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden. 1.1. Betrokkene is werkzaam bij het Korps landelijke politiediensten (hierna: Klpd), dienst Waterpolitie, unit Zeeuwse stromen. Op 19 mei 2006 heeft betrokkene buitengewoon verlof aangevraagd voor het bijwonen van een door de Nederlandse Politiebond (hierna: NPB) voor haar leden op 12 juni 2006 georganiseerde cursus “Ontwikkelingsgericht Personeelsbeleid”. Betrokkene is lid van de NPB. 1.2. Nadat op betrokkenes aanvraag negatief was beslist, heeft appellant zijn afwijzende standpunt gehandhaafd bij het bestreden besluit van 28 maart 2007. 2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van betrokkene gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en appellant opgedragen opnieuw te beslissen met inachtneming van haar uitspraak. Naar het oordeel van de rechtbank is de bijeenkomst van 12 juni 2006 gelet op onderdelen van het programma zoals competen-ties, jaargesprekken en voorbereiding van een persoonlijk opleidingsplan, aan te merken als een cursus als bedoeld in artikel 35, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). De rechtbank acht voorts aannemelijk dat de gevolgde cursus er op gericht is om een vakbondslid als zodanig beter te doen functioneren. Naar het oordeel van de rechtbank staat het feit dat sprake is van verbetering van eigen competenties daaraan niet in de weg aangezien voorstelbaar is dat die competenties daaraan ook in de hoedanigheid van vakbondslid, in contact met de overheid als werkgever, kunnen worden aangewend. 3. Naar aanleiding van hetgeen partijen in hoger beroep naar voren hebben gebracht, overweegt de Raad als volgt. 3.1. Op grond van artikel 35, derde lid, van het Barp wordt aan de ambtenaar, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend voor het deelnemen aan een cursus op uitnodiging van een organisatie van ambtenaren als bedoeld in het tweede lid, met dien verstande dat dit verlof ten hoogste 48 uren per twee jaar bedraagt. Dit verlof wordt, ingevolge artikel 35, vijfde lid, van het Barp slechts verleend aan ambtenaren die lid zijn van de desbetreffende organisatie. 3.2. In lijn met zijn uitspraken van 1 juli 2004, LJN AQ0525 en 14 april 2005, LJN AT4541, acht de Raad het aanvaardbaar dat voor de uitleg van artikel 35, derde lid, van het Barp aansluiting wordt gezocht bij de nota van toelichting op artikel 33b van het Algemeen Rijksambtenarenreglement. Uit die toelichting volgt dat de voorziening van buitengewoon verlof uitsluitend wordt verleend voor deelname aan cursussen die erop gericht zijn de vakbondsleden beter te doen functioneren als vakbondslid, met name in hun contacten met de overheid als werkgever. De Raad leidt uit de cursusinformatie af dat de cursus “Ontwikkelingsgericht Personeelsbeleid” gericht is op het vergroten van de eigen kennis en vaardigheden van de deelnemende vakbondsleden, met als doel goed voorbereid de eigen positie over dit onderwerp te kunnen bepalen. De opvatting dat dit meebrengt dat de cursus gericht is op het beter functioneren van de vakbondsleden als zodanig volgt de Raad niet. Deze uitleg strookt niet met de hiervoor weergegeven toelichting, mede bezien in samenhang met de tekst van de overige leden van artikel 35 van het Barp. 3.3. Gelet op het voorgaande is de Raad van oordeel dat appellant zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de door de NPB georganiseerde cursus of bijeenkomst niet kan worden aangemerkt als een cursus in de zin van artikel 35, derde lid, van het Barp. 4. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep slaagt. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen verklaart de Raad het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. 5. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Vernietigt de aangevallen uitspraak; Verklaart het beroep tegen het besluit van 28 maart 2007 ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door K. Zeilemaker als voorzitter en J.Th. Wolleswinkel en M.C. Bruning als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 29 april 2009. (get.) K. Zeilemaker. (get.) M.B. de Gooijer. HD