Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI3636

Datum uitspraak2009-03-30
Datum gepubliceerd2009-05-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers10/700285-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Promis. De verdachte heeft samen met een ander dan wel anderen zes hennepkwekerijen van aanzienlijke omvang opgezet en in bedrijf gehouden. Door aldus te handelen, heeft verdachte doelbewust op wederrechtelijke wijze financieel voordeel nagestreefd. Voorts zijn deze feiten schadelijk voor de volksgezondheid en doen zij brandgevaar voor omwonenden ontstaan. Daarnaast heeft verdachte, teneinde het gewin van drie hennepkwekerijen te vergroten, bij die drie hennepkwekerijen samen met een ander dan wel anderen een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit gestolen door illegale stroomaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om tot stand te doen brengen. De verdachte heeft tevens een aanzienlijke hoeveelheid hennep en een aanzienlijke hoeveelheid hasjiesj aanwezig gehad. Dit zijn stoffen die schadelijk zijn voor de volksgezondheid.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector strafrecht Parketnummer: 10/700285-08 Datum uitspraak: 30 maart 2009 Tegenspraak VONNIS van de RECHTBANK ROTTERDAM, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatu] te [geboorteplaats], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres], ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid West - De Dordtse Poorten te Dordrecht, raadsman: mr. G.N. Weski, advocaat te Rotterdam. ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 maart 2009. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis. Het ten laste gelegde komt er op neer dat de verdachte: 1. samen met een ander dan wel alleen op zes verschillende adressen hennepkwekerijen heeft gehad; 2. samen met een ander dan wel alleen op die zes adressen elektriciteit heeft gestolen; 3. samen met een ander dan wel alleen 53,40 gram hennep voorhanden heeft gehad; 4. samen met een ander dan wel alleen 391,55 gram hasjiesj voorhanden heeft gehad. EIS OFFICIER VAN JUSTITIE De officier van justitie mr. Luypen heeft gerekwireerd tot: - bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde; - veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest. VERWEER De raadsman heeft aangevoerd dat de stukken betreffende de toegepaste Bijzondere Opsporingsbevoegdheden in het dossier ontbreken, waardoor niet gecontroleerd kan worden of deze bevoegdheden conform de wettelijke bepalingen zijn toegepast. De resultaten dienen derhalve te worden uitgesloten van het bewijs, aldus de raadsman. De rechtbank overweegt als volgt. De stukken betreffende de Bijzondere Opsporingsbevoegdheden zijn inderdaad niet aan het dossier toegevoegd. De verdediging heeft dit eerst ter terechtzitting aan de orde gesteld en heeft niet in een eerder stadium verzocht om deze stukken aan het dossier te doen toevoegen. Het enkele ontbreken van de stukken betreffende de Bijzondere Opsporingsbevoegdheden leidt niet tot de conclusie dat er onrechtmatig zou zijn opgetreden bij de toepassing van die bijzondere opsporingsbevoegdheden. Het verweer wordt dan ook verworpen. BEWIJSMOTIVERING EN BEWEZENVERKLARING Van het volgende wordt uitgegaan: Feit 1 [adres hennepkwekerij 1] Op 4 december 2008 wordt er op het [adres hennepkwekerij 1] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen, in welke hennepkwekerij ongeveer 210 hennepplanten staan. [medeverdachte 1], de bewoner van genoemde woning, heeft tegenover de politie verklaard dat de hennepkwekerij op het [adres hennepkwekerij 1]sinds mei 2008 bestond. [medeverdachte 1] heeft voorts verklaard dat de verdachte en [medeverdachte 2] de hennepkwekerij zijn komen verbouwen op het moment dat het slecht ging met de hennepplanten en dat de verdachte en [medeverdachte 2] hiertoe een bewateringssysteem hebben aangelegd en dat zij de hennepplanten in bakken hebben gezet. [medeverdachte 1] heeft via de verdachte stekken voor de hennepkwekerij besteld en verkregen. Ook heeft de verdachte [medeverdachte 1] vijf à zes keer geholpen met de voeding voor de hennepplanten. De oogst van de hennepkwekerij is blijkens de verklaring van [medeverdachte 1] naar de verdachte gegaan en de verdachte heeft de oogst vervolgens voor [medeverdachte 1] verkocht. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om de woning aan het [adres hennepkwekerij 1] ten behoeve van een hennepkwekerij aan te passen, dat hij hiertoe met de verdachte naar die woning is gegaan en dat de verdachte hem een vergoeding heeft gegeven voor de verrichte werkzaamheden . De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij door [medeverdachte 1] is benaderd in verband met een hennepkwekerij aan het [adres hennepkwekerij 1]. Voor deze hennepkwekerij heeft de verdachte vervolgens afzuigers en lampen gekocht en hij heeft ook een keer hennepplanten geleverd ten behoeve van deze hennepkwekerij. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij [medeverdachte 1] heeft geadviseerd over de voeding voor de hennepplanten, dat hij heeft voorgesteld om de hennepplanten in een bak te zetten en dat de verdachte hierop [medeverdachte 2] heeft ingeschakeld om een bak voor de hennepplanten te maken. [adres hennepkwekerij 2] Aan de [adres hennepkwekerij 2] is een hennepkwekerij aangetroffen. [medeverdachte 3] heeft hierover tegenover de politie verklaard dat [medeverdahcte 4] die hennepkwekerij heeft opgezet en dat de verdachte af en toe kwam helpen. [medeverdachte 3] heeft voorts verklaard dat de verdachte hand- en spandiensten verleende en dat [medeverdachte 3] de verdachte belde als [medeverdachte 3] de hennepplanten geen water kon geven. Ook heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij de verdachte heeft gebeld op het moment dat de politie voor de deur stond. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om een ruimte in de woning aan de [adres hennepkwekerij 2] in te richten ten behoeve van een hennepkwekerij en dat de verdachte hem betaalde voor de verrichte werkzaamheden. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij van de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 2] afwist, dat hij [medeverdachte 2] heeft gevraagd om de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 2] te bouwen en dat hij [medeverdachte 2] daarvoor 400 euro heeft gegeven. Ook heeft de verdachte verklaard dat hij telefoongesprekken met [medeverdachte 3] heeft gevoerd over de hennepplanten en over de voeding van die hennepplanten. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij twee of drie keer in die hennepkwekerij is geweest om de hennepplanten water te geven. [adres hennepkwekerij 3] Op 29 mei 2008 worden er op de [adres hennepkwekerij 3] in drie ruimtes in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen, in welke ruimtes ongeveer 90, respectievelijk 200 en respectievelijk 300 hennepplanten staan . [medeverdachte 5] heeft tegenover de politie verklaard dat hij zijn woning aan de verdachte ter beschikking heeft gesteld en dat de verdachte in de kamers in de woning hennepkwekerijen heeft opgezet. Die hennepkwekerijen zijn opgezet in januari 2008. [medeverdachte 5] heeft voorts verklaard dat [medeverdachte 2] de bedradingen van de hennepkwekerij heeft aangesloten en dat hij -[medeverdachte 5]- de verdachte moest bellen in het geval de stroom uit zou vallen en dat hij dat dan in codetaal moest doorgeven aan de verdachte . [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij één keer heeft gezien dat de verdachte samen met drie vrouwen in april 2008 naar de woning is gekomen om de planten te knippen . Ook heeft [medeverdachte 5] verklaard dat de verdachte de sleutel van de woning aan de [adres hennepkwekerij 3] had. De verdachte regelde de hennepplanten, hij zorgde voor de planten en hij gaf de planten water. [medeverdachte 5] heeft tevens verklaard dat hij weet dat de verdachte vaker hennepkwekerijen heeft opgezet. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om een ruimte in de woning aan de [adres hennepkwekerij 3] in te richten ten behoeve van een hennepkwekerij en dat de verdachte hem betaalde voor de verrichte werkzaamheden. [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat hij meestal samen met de verdachte naar de woning aan de [adres hennepkwekerij 3] ging en dat [medeverdachte 5] en de verdachte de eigenaren van de hennepkwekerij waren. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat [medeverdachte 2] op zijn verzoek een hennepkwekerij heeft gebouwd op de [adres hennepkwekerij 3]. Ook heeft de verdachte verklaard dat hij spullen heeft gekocht ten behoeve van die hennepkwekerij en dat hij hand- en spandiensten heeft verricht voor de hennepkwekerij. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij één keer de hennepplanten heeft geleverd, dat hij die stekjes heeft geplant en dat hij twee of drie keer heeft laten zien hoe [medeverdachte 5] de hennepplanten water moest geven. [adres hennepkwekerij 4] Op 16 december 2008 wordt er bij garagebedrijf [naam garagebedrijf 1] op de [adres hennepkwekerij 4] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. [medeverdachte 6] heeft tegenover de politie verklaard dat de verdachte heeft meegeholpen met sjouwen bij het bouwen van de hennepkwekerij en dat de verdachte nadat de kwekerij in bedrijf was genomen ook nog in de kwekerij is geweest. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om een ruimte in het pand aan de [adres hennepkwekerij 4] in te richten ten behoeve van een hennepkwekerij en dat hij via de verdachte een vergoeding heeft gekregen voor de verrichte werkzaamheden . [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat hij met de verdachte naar de [adres hennepkwekerij 4] is gereden, dat de verdachte in zijn ogen een rol had in die hennepkwekerij en dat de verdachte zijn contactpersoon was. [medeverdachte 7] heeft tegenover de politie verklaard dat er aan de [adres hennepkwekerij 4] 270 à 280 planten stonden en dat de kwekerij in november is gaan draaien en dat er één keer is geoogst. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij door [medeverdachte 7] werd benaderd omdat die [medeverdachte 7] aan de [adres hennepkwekerij 4] een hennepkwekerij wilde beginnen en dat hij (verdachte) vervolgens [medeverdachte 2] heeft gevraagd om de stroom en het watersysteem aan te leggen. Voorts heeft de verdachte verklaard dat hij die [medeverdachte 2] hiertoe naar de [adres hennepkwekerij 4] heeft gebracht en dat die [medeverdachte 2] aldaar lampen heeft opgehangen en een stroomkabel heeft aangelegd en dat die [medeverdachte 2] daarvoor een vergoeding heeft gekregen. [adres hennepkwekerij 5] Op 18 december 2008 wordt er bij garagebedrijf [naam garagebedrijf 2] aan de [adres hennepkwekerij 5] een hennepkwekerij aangetroffen, in welke kwekerij hennepplanten waren geoogst en 497 hennepplanten aan lijnen waren gehangen om te drogen. [medeverdachte 8] heeft tegenover de politie verklaard dat de verdachte verantwoordelijk is voor de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 5] en dat de verdachte ongeveer één keer per week langskwam voor de verzorging van de planten en om de planten water te geven. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om in het pand aan de [adres hennepkwekerij 5] een hennepkwekerij te bouwen, dat het contact via de verdachte liep en dat de verdachte hem heeft betaald voor de verrichte werkzaamheden. [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat de verdachte en de eigenaar van de garage, [medeverdachte 8], verantwoordelijk waren voor de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 5] . De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij ten behoeve van een hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 5] samen met [medeverdachte 2] een ruimte heeft verbouwd en dat hij materiaal en hennepplanten ten behoeve van die hennepkwekerij heeft geleverd. [adres hennepkwekerij 6] [medeverdachte 4], de zoon van de verdachte, heeft verklaard dat hij in het pand [adres hennepkwekerij 6] een hennepkwekerij heeft gehad en dat de verdachte hem heeft geholpen met het uit de woning sjouwen van spullen van die hennepkwekerij. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij de verdachte ziet als de spil ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 6]. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij en zijn zoon [medeverdachte 4] de eigenaren waren van het pand aan de [adres hennepkwekerij 6]. De verdachte heeft voorts verklaard dat zijn zoon [medeverdachte 4] hem vroeg om mee te helpen met het opruimen van de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 6]. Hiertoe heeft hij een autobusje gehuurd en heeft hij [medeverdachte 1] gevraagd om te helpen bij die opruimwerkzaamheden. De verdachte heeft verklaard dat hij wist dat zij zich op dat moment bezighielden met strafbare activiteiten. De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor het tenlastegelegde medeplegen omdat er volgens de raadsman geen sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. Ten aanzien van het medeplegen van het onder 1 tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt. Blijkens de verklaring van [medeverdachte 2] -zoals deze hierboven is opgenomen- is de verdachte telkens de contactpersoon van die [medeverdachte 2] geweest en zag [medeverdachte 2] de verdachte als zijn opdrachtgever bij de opdrachten in het kader van de hennepkwekerijen. Voorts heeft [medeverdachte 2] verklaard dat de verdachte in zijn optiek de mede-eigenaar was van de hennepkwekerijen aan de [adres hennepkwekerij 3] en aan de [adres hennepkwekerij 5]. Verdachte heeft ten behoeve van de hennepkwekerijen aan het [adres hennepkwekerij 1], [adres hennepkwekerij 3] en de [adres hennepkwekerij 5] materiaal en/of hennepplanten geleverd en hij heeft de hennepplanten in de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 2] twee of drie keer water gegeven. Ook heeft hij zijn medeverdachten voorzien van advies ten aanzien van de voeding van de hennepplanten. Zodoende is er sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. In het kader van deze samenwerking hebben de verdachte en zijn medeverdachten willens en wetens samengewerkt bij het opbouwen dan wel verbouwen en in bedrijf houden van de hennepkwekerijen. Feit 2 [adres hennepkwekerij 1] Op 4 december 2008 is er op het [adres hennepkwekerij 1] een hennepkwekerij aangetroffen, in welke hennepkwekerij ongeveer 210 hennepplanten staan . Namens [bedrijf 1] en in opdracht van [bedrijf 2] is aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit door middel van verbreking aan het [adres hennepkwekerij 1], gepleegd in de periode van 11 september 2008 tot en met 4 december 2008 . Bij controle van de elektriciteitsmeter is geconstateerd dat de van fabriekswege aangebrachte verzegelingen aan het telwerkhuis van de elektriciteitsmeter verbroken waren . [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om de woning aan het [adres hennepkwekerij 1] ten behoeve van een hennepkwekerij aan te passen, dat hij hiertoe met de verdachte naar die woning is gegaan en dat de verdachte hem een vergoeding heeft gegeven voor de verrichte werkzaamheden . De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij [medeverdachte 2] heeft ingeschakeld voor het verbouwen van een ruimte ten behoeve van een hennepkwekerij en dat hij [medeverdachte 2] daartoe naar het betreffende adres heeft gebracht. [adres hennepkwekerij 2] Namens [bedrijf 2] is aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit aan de [adres hennepkwekerij 2]. [medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 4] hem heeft verteld dat de stroommeter teruggedraaid zou worden. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om een ruimte in de woning aan de [adres hennepkwekerij 2] in te richten ten behoeve van een hennepkwekerij en dat de verdachte hem betaalde voor de verrichte werkzaamheden. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij [medeverdachte 2] heeft ingeschakeld in verband met de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 2] en dat hij [medeverdachte 2] daartoe steeds naar het betreffende adres heeft gebracht. [adres hennepkwekerij 3] Op 29 mei 2008 wordt er op de [adres hennepkwekerij 3] in drie ruimtes van dat pand in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen . Namens [bedrijf 1] is aangifte gedaan van diefstal van energie door middel van verbreking op het adres [adres hennepkwekerij 3], gepleegd in de periode van 13 augustus 2007 tot en met 29 mei 2008. Bij controle van de netcomponenten van [bedrijf 1] en de elektrische installatie in de meterkast is geconstateerd dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken was en dat het deksel van de hoofdaansluitkast verwijderd was. [medeverdachte 5] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] de bedradingen van de hennepkwekerij op zo’n manier heeft aangesloten dat er diefstal van stroom gepleegd kon worden. [medeverdachte 5] heeft voorts verklaard dat [medeverdachte 2] zegels heeft verknipt en dat de stroom onder de meter werd weggehaald. [medeverdachte 2] heeft tegenover de politie verklaard dat hij door de verdachte is gevraagd om een ruimte in de woning aan de [adres hennepkwekerij 3] in te richten ten behoeve van een hennepkwekerij en dat de verdachte hem betaalde voor de verrichte werkzaamheden . [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat hij meestal met de verdachte naar de woning aan de [adres hennepkwekerij 3]f ging en dat [medeverdachte 5] en de verdachte de eigenaren van de hennepkwekerij waren. De verdachte heeft ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 verklaard dat hij [medeverdachte 2] heeft ingeschakeld voor de aanleg van de hennepkwekerij. De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde vrijspraak bepleit primair wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde medeplegen omdat er geen sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. Ten aanzien van het medeplegen van het onder 2 tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt. Blijkens de verklaring van [medeverdachte 2] -zoals deze hierboven is opgenomen- is de verdachte telkens de contactpersoon geweest en zag [medeverdachte 2] de verdachte als zijn opdrachtgever bij de opdrachten in het kader van de hennepkwekerijen. De verdachte heeft ter terechtzitting erkend steeds als opdrachtgever van [medeverdachte 2] te zijn opgetreden. Voorts heeft [medeverdachte 2] verklaard dat de verdachte in zijn optiek de mede-eigenaar was van de hennepkwekerij aan de [adres hennepkwekerij 3]. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten in het kader waarvan de verdachte en zijn medeverdachten willens en wetens hebben samengewerkt bij het opbouwen dan wel verbouwen en in bedrijf houden van de hennepkwekerijen, waarbij elektriciteit is gestolen. Feit 3 Op 9 december 2008 is een hoeveelheid henneptoppen aangetroffen in de woning aan de [adres 7] . Uit onderzoek is gebleken dat het om 53,40 gram hennep ging. De verdachte heeft ter zake van dit feit ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 een bekennende verklaring afgelegd. Feit 4 Op 9 december 2008 worden 3 plakken hasj aangetroffen in de woning aan de [adres 8] . Uit onderzoek is gebleken dat het om een plak van 144,22 gram, een plak van 98,36 gram en een plak van 148,97 gram ging . Voorts is gebleken dat alle drie de plakken hasj (hasjiesj) betroffen. De verdachte heeft ter zake van dit feit ter terechtzitting van deze rechtbank d.d. 16 maart 2009 een bekennende verklaring afgelegd. Gelet op het bovenstaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat: 1. hij in de periode van 01 januari 2008 tot en met 16 december 2008 te Rotterdam en Schiedam en Spijkenisse meermalen, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld in een pand gelegen aan het [adres hennepkwekerij 1] en in een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 2] te Rotterdam en in een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 3] en in een pand aan de [adres hennepkwekerij 4] en in een pand aan de [adres hennepwekekrij 5] en in een pand aan de [adres hennepkwekerij 6] (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II. 2. hij in de periode van 01 januari 2008 tot en met 16 december 2008 te Rotterdam en Schiedam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in: - een pand gelegen aan het [adres hennepkwekerij 1] en - een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 2]en - een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 3] heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, telkens toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) telkens het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking; te weten door (een) zegel(s) van het telewerkhuis van een elektriciteitsmeter en/of een hoofdaansluitkast te verbreken ; 3. hij op 09 december 2008 te Rotterdam in een woning aan de [adres 7] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 53,40 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II. 4. hij op 09 december 2008 te Rotterdam in een woning aan de [adres 8] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 391,55 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. STRAFBAARHEID FEITEN De bewezen feiten leveren op: 1. Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd; 2. Diefstal in vereniging waarbij de schuldigen het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd; 3. Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod; 4. Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod; De feiten zijn strafbaar. STRAFBAARHEID VERDACHTE De verdachte is strafbaar. STRAFMOTIVERING De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft samen met een ander dan wel anderen zes hennepkwekerijen van aanzienlijke omvang opgezet en in bedrijf gehouden. Door aldus te handelen, heeft verdachte doelbewust op wederrechtelijke wijze financieel voordeel nagestreefd. Voorts zijn deze feiten schadelijk voor de volksgezondheid en doen zij brandgevaar voor omwonenden ontstaan. Daarnaast heeft verdachte, teneinde het gewin van drie hennepkwekerijen te vergroten, bij die drie hennepkwekerijen samen met een ander dan wel anderen een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit van [bedrijf 1] dan wel [bedrijf 2] gestolen door illegale stroomaansluiting buiten de elektriciteitsmeter om tot stand te doen brengen. De verdachte heeft tevens een aanzienlijke hoeveelheid hennep en een aanzienlijke hoeveelheid hasjiesj aanwezig gehad. Dit zijn stoffen die schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Dit zijn ernstige feiten. Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het voordeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gesteld uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 11 december 2008 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Hierin wordt aanleiding gezien de gevangenisstraf enigszins te matigen. Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Gelet is op de artikelen 47, 57 en 57(oud) en 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 3 en 11 van Opiumwet. BESLISSING De rechtbank: - verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan; - verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij; - stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten; - verklaart de verdachte strafbaar; - veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 1 (één) jaar; - beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht; Dit vonnis is gewezen door: mr. Van den Berg, voorzitter, en mrs. Sikkel en Blom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Commandeur, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 maart 2009. De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen. Bijlage bij vonnis van 30 maart 2009: TEKST TENLASTELEGGING Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat 1. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2008 tot en met 16 december 2008 te Rotterdam en/of Schiedam en/of Spijkenisse meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen aan het [adres hennepkwekerij 1] en/of in een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 2] en/of in een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 3] en/of in een pand aan de [adres hennepkwekerij 4] en/of in een pand aan de [adres hennepkwekerij 5]en/of in een pand aan de [adres hennepkwekerij 6] (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (artikel 3/B van de Opiumwet) 2. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2008 tot en met 16 december 2008 te Rotterdam en/of Schiedam en/of Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit: - een pand gelegen aan het [adres hennepkwekerij 1]en/of - een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 2] en/of - een pand gelegen aan de [adres hennepkwekerij 3] en/of - een (bedrijfs)pand aan de [adres hennepkwekerij 4] en/of - een bedrijfspand aan de [adres hennepkwekerij 5] en/of - een pand aan de [adres hennepkwekerij 6] heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door (een) zegel(s) van het telewerkhuis van een elektriciteitsmeter en/of een hoofdaansluitkast te verbreken en/of verwijderen en/of forceren; (artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht) 3. hij op of omstreeks 09 december 2008 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een woning aan de [adres 7] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 53,40 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (artikel 3 van de Opiumwet) 4. hij op of omstreeks 09 december 2008 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een woning aan de [adres 8] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 391,55 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (artikel 3 van de Opiumwet)