
Jurisprudentie
BI3755
Datum uitspraak2009-04-08
Datum gepubliceerd2009-05-13
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers247147
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-05-13
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers247147
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Proceshouding woningcorporatie
Uitspraak
RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
Locatie Emmen
zaak-/rolnummer: 247147 CV EXPL 09-232
vonnis van de kantonrechter d.d. 8 april 2009
in de zaak van
de stichting Lefier, vh genaamd Stichting Wooncom,
hierna te noemen: eiseres,
gevestigd te Hoogezand-Sappemeer,
eisende partij,
gemachtigde: GIW Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[Gedaagde],
hierna te noemen: gedaagde,
wonende te [adres],
gedaagde partij,
procederende in persoon.
De procedure
Bij tussenvonnis van 4 februari 2009 is een comparitie na antwoord gelast.
Deze is gehouden op 24 maart 2009.
Eiseres heeft zich daar niet doen vertegenwoordigen. Als reden is voorafgaand aan de comparitie door de gemachtigde van eiseres vermeld dat het een "onzincomparitie" was.
Gedaagde is in persoon verschenen.
Van het verhandelde ter comparitie is door de griffier aantekening gehouden.
Vonnis is vervolgens bepaald op heden.
De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
Tussen partijen bestaat een huurovereenkomst in het kader waarvan eiseres aan gedaagde verhuurt de woning c.a. aan [adres] tegen een huurprijs van laatstelijk € 509,67 per maand.
De vordering en het verweer
Eiseres heeft gevorderd de huurovereenkomst te ontbinden, te bepalen dat het gehuurde ontruimd moet worden en gedaagde te veroordelen tot betaling van de huurachterstand tot en met januari 2009 van een bedrag van € 1.529,01, van € 509,67 per maand vanaf februari 2009 tot aan de ontruiming en van € 357,00 aan buitengerechtelijke kosten. Eiseres vordert daarnaast rente en de veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
Eiseres stelt dat gedaagde ondanks sommatie het bedrag van de huurachterstand niet heeft betaald. Eiseres heeft haar vordering uit handen gegeven. Gedaagde moet eiseres daarom de buitengerechtelijke kosten betalen.
Gedaagde heeft de hoogte van de huurachterstand betwist. Zij heeft erkend dat sprake is van een achterstand, maar dit betreft twee huurtermijnen. De huur wordt altijd rond de 24e van de lopende maand voldaan. Eiseres heeft daar steeds in bewilligd. De lopende huurtermijnen worden vanaf de maand januari 2009 weer maandelijks voldaan. De huurpenningen over maart 2009 zijn op 23 maart 2009 voldaan.
De beoordeling
De kantonrechter merkt vooraf op dat eiseres door zich ter comparitie niet te laten vertegenwoordigen niet alleen het risico neemt dat door gedaagde aldaar ingenomen standpunten niet door haar kunnen worden weersproken, maar voorts dat haar opstelling niet te rijmen valt met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij draagt als woningcorporatie en derhalve als verhuurder in de sociale sector.
Door eiseres is niet weersproken dat de huurpenningen over januari tot en met maart 2009 zijn voldaan, zij het in de loop van de maand waarop deze betrekking heeft. Door eiseres is evenmin weersproken dat dit sinds lange tijd door haar is geaccepteerd. Dat betekent dat eiseres niet zonder overgangsregeling van gedaagde kan vorderen de huur ineens bij vooruitbetaling te gaan voldoen. Gezien hetgeen door gedaagde is aangevoerd moet worden geoordeeld dat de hoogte van de huurachterstand sinds het uitbrengen van de dagvaarding niet is opgelopen en gelet op hetgeen hiervoor is overwogen gaat de kantonrechter ervan uit dat deze ongeveer twee maanden bedraagt. Dit rechtvaardigt zonder nadere gronden niet de ontbinding van de huurovereenkomst. De vorderingen tot ontbinding en ontruiming zullen dan ook worden afgewezen.
De vordering tot betaling van achterstallige huurpenningen tot en met maart 2009 zal worden toegewezen tot het niet door eiseres betwiste bedrag van € 1.019,34. De rente hierover kan worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen nu deze niet zijn onderbouwd en daarom niet kan worden beoordeeld of deze daadwerkelijk anders zijn gemaakt dan ter instructie en voorbereiding van deze procedure.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding, zij het gerelateerd aan de omvang der toe te wijzen vordering.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen € 1.019,34 wegens huurachterstand tot en met maart 2009, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 januari 2009 tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt gedaagde tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 92,98 aan dagvaardingskosten, € 201,00 aan vast recht en € 200,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.P. van Gastel en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2009.
typ/conc: 33/LG
coll: