Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI4876

Datum uitspraak2009-05-20
Datum gepubliceerd2009-05-26
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/142 ZW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Niet-ontvankelijk verklaring verklaring van het bezwaar tegen de volgende passage uit het besluit: “Als u hersteld bent, wordt uw Ziektewetuitkering met ingang van de datum van de eerste dag van herstel beëindigd. Uw hersteldatum is nog niet bekend.” De voornoemde passage kan niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).


Uitspraak

08/142 ZW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 20 december 2007, 07/2647 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 20 mei 2009 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2009. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door S.N. Westmaas. II. OVERWEGINGEN 1. Voor een uitgebreide weergave van de voor dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uit spraak. De Raad volstaat thans met het volgende. 2.1. Bij besluit van 9 juli 2007 heeft het Uwv appellant meegedeeld dat aan hem, terzake van zijn ziekmelding per 18 juni 2007, een uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) wordt toegekend. 2.2. Appellant heeft tegen de volgende passage uit het besluit van 9 juli 2007 bezwaar gemaakt: “Als u hersteld bent, wordt uw Ziektewetuitkering met ingang van de datum van de eerste dag van herstel beëindigd. Uw hersteldatum is nog niet bekend.” 2.3. Bij besluit van 31 juli 2007 (hierna: bestreden besluit) heeft het Uwv het door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe heeft het Uwv overwogen dat de passage waartegen appellant bezwaar heeft gemaakt geen besluit is omdat deze niet is gericht op enig rechtsgevolg. 3. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank is met het Uwv van oordeel dat voornoemde passage niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank is van oordeel dat de door appellant bedoelde passage niet meer dan een vooraankondiging inhoudt omtrent de mogelijke beëindiging van de ZW-uitkering waarover nog besluitvorming dient te volgen. 4.1. De Raad overweegt als volgt. 4.2. De Raad verenigt zich met het oordeel van de rechtbank en onderschrijft de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd vormt voor de Raad geen reden voor een ander oordeel. 4.3. De aangevallen uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking. 5. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door M.S.E. Wulffraat-van Dijk. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C.A. Wit als griffier, uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2009. (get.) M.S.E. Wulffraat-van Dijk. (get.) A.C.A. Wit. KR