Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI5007

Datum uitspraak2009-02-11
Datum gepubliceerd2009-05-27
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers180124 / FA RK 08-13270
Statusgepubliceerd


Indicatie

X verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis krachtens een voorlopige machtiging. Hij heeft een klacht ingediend bij de Klachtencommissie wegens toepassing van maatregelen en middelen (afzondering in Special Care Unit) en wegens beperking van zijn bewegingsvrijheid. De Klachtencommissie heeft de klachten ongegrond verklaard. X heeft de rechtbank verzocht zijn klachten alsnog gegrond te verklaren en hem een schadevergoeding toe te kennen. Voorts heeft hij bezwaren aangevoerd tegen de procedure bij de Klachtencommissie. Bij tussenbeschikking is X in de gelegenheid gesteld nog te reageren op nagekomen stukken. In verband daarmee is de beslistermijn van artikel 41a lid 9 Wet Bopz door de rechtbank verlengd. Bij eindbeschikking verklaart de rechtbank de klacht met betrekking tot de beperking van de bewegingsvrijheid gegrond en kent in verband daarmee aan X een schadevergoeding toe van € 200,-


Uitspraak

beschikking RECHTBANK ARNHEM Sector Familie en Jeugd Zaakgegevens: 180124 / FA RK 08-13270 Datum uitspraak: Beschikking ex artikel 41a lid 1 en lid 5 en artikel 41b lid 1 Wet BOPZ . Verzoeker is [X] (hierna te noemen: betrokkene), geboren op [datum], verblijvende in het psychiatrisch ziekenhuis Stichting De Gelderse Roos, locatie Wolfheze. Belanghebbenden zijn: - het psychiatrisch ziekenhuis Stichting De Gelderse Roos, locatie Wolfheze en - de voor de behandeling verantwoordelijke persoon drs. [Y], psycholoog, werkzaam in het psychiatrisch ziekenhuis Stichting De Gelderse Roos, locatie Wolfheze (hierna: [Y]). De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift (met bijlagen), ingekomen ter griffie van de rechtbank op 14 januari 2009. Gehoord ter terechtzitting van 4 februari 2009: - betrokkene, bijgestaan door mr. J.A.A. van Buggenum, advocaat te Westervoort; - mevrouw dr. [Z], geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis Stichting De Gelderse Roos, locatie Wolfheze; - mevrouw drs. [Y], voornoemd. De vaststaande feiten en het verzoek 1. Betrokkene verblijft in het psychiatrisch ziekenhuis Stichting De Gelderse Roos, locatie Wolfheze (hierna ook: de instelling), krachtens een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (hierna: Wet BOPZ), welke machtiging is verleend bij beschikking van deze rechtbank van 9 oktober 2008. De rechtbank heeft ambtshalve kennisgenomen van dit dossier. 2. Betrokkene heeft bij brief van 16 oktober 2008 een klacht ingediend bij de Klachtencommissie Patiëntenzorg van De Gelderse Roos (hierna: de Klachtencommissie) met betrekking tot de omstandigheid dat hij gedurende tien dagen is afgezonderd in de Special Care Unit (hierna: SCU) en vanwege beperkingen op zijn bewegingsvrijheid. 3. Bij beslissing van de Klachtencommissie van 26 november 2008, verzonden op 3 december 2008, zijn de klachten van betrokkene ongegrond verklaard. 4. Bij voormeld verzoekschrift verzoekt betrokkene de rechtbank om zijn klachten, zoals geformuleerd in de bijlagen 2 en 5 bij het verzoekschrift, alsnog gegrond te verklaren en hem een in goede justitie vast te stellen schadevergoeding toe te kennen ten laste van Stichting De Gelderse Roos. De beoordeling van het verzoek 5. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling ter terechtzitting heeft mr. Van Buggenum de bijlagen overgelegd behorende bij het verweerschrift van 17 november 2008 van [Y] in de procedure bij de Klachtencommissie. Namens de instelling zijn ter terechtzitting het behandelingsplan met betrekking tot betrokkene van 4 oktober 2008 en twee folders overgelegd. 6. Na de behandeling ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat in het behandelingsplan van 4 oktober 2008 ten aanzien van de vrijheden wordt verwezen naar “verpleegkundige afspraken”. Voorts is gebleken dat in de overgelegde folders de huisregels van de instelling niet staan vermeld. De griffier van de rechtbank heeft telefonisch deze stukken bij de instelling opgevraagd. Bij faxbericht van 6 februari 2009 heeft de rechtbank de volgende stukken van de instelling ontvangen: - de afdelingsregels van de afdeling Octaaf, - de huisregels van De Gelderse Roos, locatie Wolfheze en - een blanco formulier vrijheden. Daarbij is namens de instelling vermeld dat ten tijde van de opname van betrokkene in oktober 2008 een formulier vrijheden is ingevuld, maar dat dat niet bewaard is gebleven. 7. De rechtbank zal betrokkene in de gelegenheid stellen zich schriftelijk nog nader over deze stukken uit te laten binnen één week na heden. De rechtbank verzoekt betrokkene daarbij tevens in te gaan op hetgeen is vermeld in het ter terechtzitting overgelegde behandelingsplan van 4 oktober 2008. Daarna zal de rechtbank zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen twee weken na het verstrijken van die termijn een beslissing geven op het verzoek van betrokkene. De rechtbank acht het gerechtvaardigd dat de beslistermijn van artikel 41a lid 9 Wet BOPZ wordt overschreden nu betrokkene gelet op het beginsel van hoor en wederhoor nog een gelegenheid moet worden geboden op voormelde stukken te reageren. 8. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. De beslissing De rechtbank, - bepaalt dat betrokkene binnen één week na heden zich schriftelijk dient uit te laten over het behandelingsplan van 4 oktober 2008 en de na de terechtzitting overgelegde stukken, zoals vermeld in rechtsoverweging 6; - houdt iedere verdere beslissing aan. Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans-Wijn, S.J. Peerdeman en J.M.W. van de Sande, in tegenwoordigheid van R. van den Berg als griffier, en in het openbaar uitgesproken op