Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI5125

Datum uitspraak2009-04-09
Datum gepubliceerd2009-05-28
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers276181 CV EXPL 08-2406
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Vordering is gebaseerd op ontbinding van overeenkomst telefoondiensten tussen T-mobile en gedaagde wegens wanbetaling. Ktr: rechtsgeldige cessie. Geschillencommissie Telecommunicatie niet bij uitsluiting bevoegd. Vordering wordt evenwel afgewezen omdat het bestaan van een overeenkomst door gedaagde tussen T-mobile en gedaagde wordt betwist en door Lindorff niet is onderbouwd.


Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR Sector Kanton Locatie Alkmaar Zaaknr/rolnr.: 276181 CV EXPL 08-2406 RvK Uitspraakdatum: 9 april 2009 Vonnis in de zaak van: de besloten vennootschap Lindorff Purchase B.V., voorheen genaamd Transfair Purchase B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle eisende partij verder ook te noemen: Lindorff gemachtigde: J. van der Vlies, gerechtsdeurwaarder te Den Helder tegen [naam], wonende te Den Helder gedaagde partij verder ook te noemen: [gedaagde] gemachtigde: mr. A.J.J. van der Heiden, advocaat te Den Helder. Het procesverloop Dit verloop blijkt uit: - de dagvaarding d.d. 2 september 2008; - de conclusie van antwoord; - de conclusie van repliek met producties; - de conclusie van dupliek. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast. Ten slotte is de uitspraak bepaald op heden. Het geschil 1. Lindorff vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad € 978,19, rente en kosten rechtens. 2. Lindorff stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. [gedaagde] is op 13 februari 2008 een overeenkomst met T-Mobile Netherlands BV. voorheen handelende onder de naam Ben Nederland B.V., aangegaan voor bepaalde tijd terzake van het gebruik van het mobiele telecommunicatienetwerk van T—Mobile Netherlands B.V., hierna te noemen T-Mobile. [gedaagde] is door invulling en ondertekening van het contract bekend en akkoord met de Algemene Voorwaarden van T-Mobile. [gedaagde] is met de nakoming van de contractuele betalingsverplichtingen per 29 februari 2008 in gebreke gebleven en derhalve in verzuim vanaf welke datum [gedaagde] op grond van de voorwaarden de overeengekomen rente ad 1,000% per maand verschuldigd is geworden. 3. T-Mobile is bij toerekenbare tekortkoming zijdens [gedaagde] op grond van haar algemene voorwaarden gerechtigd is de door haar aan [gedaagde] aangeboden diensten geheel buitengebruik te stellen, hetgeen op 27 mei 2008 is gebeurd. Omdat [gedaagde], ondanks aanmaning daartoe, binnen een termijn van 14 dagen na buitengebruikstelling de contractuele betalingsverplichtingen niet is nagekomen, heeft T-Mobile de overeenkomst conform voornoemde voorwaarden, na verloop van die termijn ontbonden. T-Mobile heeft, naast achterstallige abonnements- en gesprekskosten, de nog te vervallen abonnementskosten van de lopende contractsperiode aan [gedaagde] gefactureerd, wegens geleden schade in de vorm van gederfde inkomsten ten gevolge van het voortijdig ontbinden van de overeenkomst, welke kosten [gedaagde] ingevolge artikel 6:74 BW is verschuldigd. Deze schade bestaat onder meer uit het door Lindorff geleden verlies alsmede de door haar gederfde winst. 4. T-Mobile Netherlands B.V. heeft de vordering op 19 juni 2008 aan Lindorff verkocht en gecedeerd, van welke cessie [gedaagde] schriftelijk in kennis is gesteld. 5. [gedaagde] heeft verweer gevoerd, op welk verweer- voor zover van belang- bij de beoordeling van het geschil wordt ingegaan. De beoordeling 6. [gedaagde] voert aan dat de akte van cessie is gesloten tussen Ben Nederland B.V. en Transfair B.V. Transfair B.V. is geen Transfair Purchases B.V. Hoewel [gedaagde] daaraan de conclusie verbindt dat er sprake is van verschillende rechtspersonen, is de kantonrechter van oordeel dat dit laatste allerminst aannemelijk is. Veeleer is aannemelijk dat in de akte een andere handelsnaam is gebruikt. Hetzelfde geldt voor het verweer dat T-Mobile Netherlands nooit de naam Ben Nederland heeft gedragen. In dit geding heeft te gelden dat de onderhavige vordering rechtsgeldig is gecedeerd. 7. [gedaagde] doet daarnaast een beroep op de onbevoegdheid van de kantonrechter om kennis te nemen van het geschil, nu volgens de algemene voorwaarden de Geschillencommissie Telecommunicatie te Den Haag bij uitsluiting bevoegd is. Overwogen wordt dat bevoegdheidsverweren voor of bij de conclusie van antwoord gevoerd dienen te worden. Hoewel [gedaagde] het beroep op de onbevoegdheid pas doet bij conclusie van dupliek, is dat in deze zaak verschoonbaar, nu Lindorff pas bij repliek de beweerdelijk van toepassing zijnde algemene voorwaarden in het geding brengt. [gedaagde] kon de exceptie derhalve ook niet eerder opwerpen. Het beroep op de onbevoegdheid van de rechtbank wordt echter verworpen omdat artikel 18 van bovengenoemde voorwaarden geen uitsluitende bevoegdheid van de Geschillencommissie Telecommunicatie schept. Dit artikel bepaalt immers: “Geschillen(…) kunnen zowel door de klant als door T-Mobile worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Telecommunicatie (…)”. 8. Daarnaast heeft [gedaagde] het bestaan van een overeenkomst met T-Mobile ontkend. Het lag vervolgens op de weg van Lindorff om haar stelling dat wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen met bewijsstukken te onderbouwen. Dat heeft zij nagelaten. Lindorff heeft aldus haar stelling dat T-Mobile met [gedaagde] een overeenkomst heeft gesloten krachtens welke overeenkomst zij nog van hem bedragen te vorderen heeft, onvoldoende onderbouwd. Het gevorderde wordt daarom afgewezen. 9. [gedaagde] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld. De beslissing De kantonrechter: Wijst de vordering(en) af. Veroordeelt Lindorff in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 200,- voor salaris van de gemachtigde van [gedaagde], waarover Lindorff geen BTW verschuldigd is. Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 april 2009 in het openbaar uitgesproken. De griffier De kantonrechter