Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI5918

Datum uitspraak2009-05-07
Datum gepubliceerd2009-06-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers533174 mb 09-55 / 533175 mb 09-56
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Op een hulpverleningsvoertuig van grote afmetingen is een defecte bus geplaats die een kleine reparatie nodig heeft. De bestuurder van het hulpverleningsvoertuig heeft een beschikking gekregen voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod, alsmede voor het niet voldoen aan een aanwijzing van een bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaar. Betrokkene stelde dat reparatie van de bus aanzienlijk sneller klaar zou zijn als deze op het hulpverleningsvoertuig geplaatst bleef dan wanneer die bus eerst gelost moest worden en daarna weer opgeladen. Er was volgens betrokkene dan ook geen sprake van parkeren, maar hij zou van de verbalisant geen gelegenheid hebben gekregen de situatie uit te leggen. Volgens die verbalisant had betrokene echter geen verklaring willen geven. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene in de onderhavige omstandigheden het meest wenselijke heeft gedaan dat van hem mocht worden verwacht.omdat hij door te handelen zoals feitelijk is gebeurd veel minder verkeershinder heeft veroorzaakt dan wanneer hij de aanwijzing van de verbalisant zou hebben opgevolgd. Het niet voldoen aan die aanwijzing wordt hem daarom niet tegengeworpen. De OvJ had volgens de kantonrechter bij zijn beslissing tot ongegrondverklaring zich niet moeten beperken tot waarneming van het zaakoverzicht maar in moeten gaan op het uitgebreide verweer van betrokkene en daarop een zorgvuldig overwogen en gemotioveerde beslissing moeten nemen, hetgeen niet is gebeurd. De OvJ is voorts aan de wens van betrokkene om te worden gehoord voorbij gegaan waardoor het verweer van betrokkene miskend is en hij onvoldoende gelegenheid heeft gehad zich te verweren. Als gevolg van dat alles zijn naar het oordeel van de kantonrechter algemene beginselen van behoorlijk bestuur geschonden waardoor betrokkene in zijn belangen is geschaad, nl. geen verklaring van betrokkene in het zaakoverzicht, geen uitvoering gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor door de verbalisant, het ondanks zijn wens niet horen van betrokkene door de OvJ en geen deugdelijk gemotiveerde beslissing op het beroep van betrokkene. Deze tekortkomingen zijn van zodanige aard dat deze niet in de onderhavige procedure kunnen worden hersteld. Beroep gegrond.


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Sector kanton Locatie Bergen op Zoom zaaknummer : 533174 MB VERZ 09-55 en 533175 MB VERZ 09-56 CJIB-nummer: 121330775 en 121330649 uitspraak: 7 mei 2009 Op de in het openbaar gehouden zitting van 7 mei 2009 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door J.C.M. Franken als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door: naam : [betrokkene] adres : [adres] woonplaats : [woonplaats] nader ook te noemen “betrokkene”. Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A.J. Rijks, werkzaam bij het CVOM. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal. Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld de gronden van het beroep te handhaven en een verklaring overgelegd van dhr. Heemskerk, vennoot van het bedrijf waarvóór de gedraging heeft plaatsgevonden, die daarin zijn visie op het gebeurde heeft gegeven. De officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep gegrond te verklaren. 1. De beoordeling De kantonrechter heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen. Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sancties. Uit de door of namens betrokkene aangevoerde omstandigheden, te weten dat hij heeft getracht de verbalisant ervan te overtuigen dat het lossen van de op het hulpverleningsvoertuig geplaatste te repareren bus en het na reparatie daarvan weer terugplaatsen veel meer tijd zou kosten dan het repareren van die bus op het hulpverleningsvoertuig, leidt de kantonrechter af dat betrokkene in de onderhavige omstandigheden het meest wenselijke heeft gedaan, dat van hem mocht worden verwacht. Bovendien is in het zaakoverzicht vermeld dat betrokkene geen verklaring zou hebben gegeven. Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat door de verbalisant kennelijk geen uitvoering is gegeven aan de verplichting tot hoor en wederhoor. Door te handelen zoals feitelijk gebeurd, heeft betrokkene -veel- minder verkeershinder veroorzaakt dan wanneer hij gevolg zou hebben gegeven aan de aanwijzing van de verbalisant. Het niet voldoen aan de aanwijzing van de verbalisant kan hem daarom in de onderhavige omstandigheden in redelijkheid niet worden tegengeworpen. In het zaakoverzicht blijkt ten onrechte te zijn vermeld dat er geen activiteiten zouden zijn waargenomen, vermoedelijk is hier bedoeld geen laad- en losactiviteiten. Het had in de rede gelegen dat de officier van justitie zich niet had beperkt tot waarneming van het zaakoverzicht, maar was ingegaan op het uitgebreide verweer van betrokkene, en daarop een zorgvuldig overwogen en gemotiveerde beslissing had genomen. Betrokkene heeft bovendien in zijn beroep bij de officier van justitie zijn wens te kennen gegeven om gehoord te worden. De officier van justitie is aan deze wens voorbij gegaan omdat het beroep kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk zou zijn. Hiermee is het uitgebreide verweer van betrokkene miskend en is betrokkene niet in voldoende mate in de gelegenheid gesteld zich te verweren. Als gevolg van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat er algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden, nu er geen verklaring van betrokkene is opgenomen in het zaakoverzicht, geen uitvoering is gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor, betrokkene ondanks zijn wens niet door de officier van justitie gehoord is en er geen deugdelijk gemotiveerde beslissing op zijn beroep is genomen. Betrokkene is door deze verzuimen in zijn belangen geschaad. De tekortkomingen zijn van zodanige aard dat ze in de onderhavige procedure niet kunnen worden hersteld. Het voorgaande leidt ertoe dat het beroep van betrokkene gegrond zal worden verklaard en dat de gestelde zekerheid aan betrokkene dient te worden terugbetaald als hierna bepaald. 2. De beslissing De kantonrechter: verklaart het beroep in beide zaken gegrond; vernietigt de bestreden beslissingen van de officier van justitie; draagt de officier van justitie op het bedrag dat aan zekerheid is gesteld aan betrokkene terug te betalen. Waarvan proces-verbaal, De griffier, De kantonrechter, Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien: a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom, Postbus 118, 4600 AC Bergen op Zoom en dient door degene die bij de sector kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. U dient daarbij het zaaknummer te vermelden. De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten. Datum toezending beslissing: