Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI6043

Datum uitspraak2009-05-26
Datum gepubliceerd2009-06-03
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200902245/2/M1
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 10 februari 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) aan Multiserv Holland B.V. (hierna: Multiserv) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor de bewerking van reststromen (grotendeels afkomstig van Corus) op het perceel Wenckebachstraat 1 in Velsen-Noord.


Uitspraak

200902245/2/M1 Datum uitspraak: 26 mei 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multiserv Holland B.V., gevestigd te Velsen-Noord, verzoekster, en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 10 februari 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) aan Multiserv Holland B.V. (hierna: Multiserv) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor de bewerking van reststromen (grotendeels afkomstig van Corus) op het perceel Wenckebachstraat 1 in Velsen-Noord. Tegen dit besluit heeft Multiserv bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 maart 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 maart 2009, heeft Multiserv de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 mei 2009, waar Multiserv, vertegenwoordigd door mr. A. van Rossem, advocaat te Rotterdam, en ir. P. Florijn, en het college, vertegenwoordigd door mr. A. Speekenbrink, E. van Galen en R. de Vogel, zijn verschenen. Buiten bezwaren van partijen zijn nadere stukken in het geding gebracht. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het verzoek om voorlopige voorziening heeft betrekking op de vergunningvoorschriften 3.9.4 (snijbranden buiten de carrousel), 3.14.1 (slakverlading niet bevochtigbare slakken), 3.16.1 (onderzoek naar energiebesparing), 4.1.2 (stofafzuiging carrousel) en 4.19.6 (akoestisch onderzoek). 2.3. Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de Voorzitter partijen de gelegenheid geboden nader te overleggen over de strekking en redactie van de in geding zijnde voorschriften waarmee Multiserv en het college hebben ingestemd. Vervolgens is bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 mei 2009, de uitkomst van het overleg medegedeeld. Uit deze brief blijkt dat Multiserve en het college overeenstemming hebben bereikt over de aanpassing van de voorschriften 3.9.4, 3.14.1, 4.1.2 en 4.19.6 met dien verstande dat Multiserv voor de behandeling van de bodemzaak haar princiële bezwaren tegen de in voorschrift 3.14.1 genoemde afstandseis van 2 meter handhaaft. Verder is de uitkomst van het overleg dat de tekst van van voorschrift 3.16.1 niet behoeft te worden aangepast, zodat het verzoek in zoverre als ingetrokken moet worden beschouwd. 2.4. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. 2.5. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 10 februari 2009, kenmerk 2009-2963, voor zover het betreft voorschrift 3.9.4, onder a, wat betreft de termijn van 6 maanden, voorschrift 3.14.1, voorschrift 4.1.2 wat betreft het onderdeel "Indien niet aan de voorschriften (…..) het plan hebben beoordeeld." en voorschrift 4.19.6 wat betreft het onderdeel "Indien niet aan de geluidvoorschriften (…..) het plan hebben beoordeeld."; II. treft de voorlopige voorziening dat voor de in voorschrift 3.9.4, onder a, opgenomen verplichting een termijn van 12 maanden geldt en dat voorschrift 3.14.1 als volgt komt te luiden: "a. Overslag buiten de overkapping ten behoeve van de afvoer van de slakken die naar de staalfabriek gaan, mag bij een windsnelheid met een kwartiergemiddelde hoger dan 20 meter per seconde, alleen plaatsvinden terwijl het materiaal wordt beneveld. Bij de overslag en het transporteren van deze slakken mag er 2 meter vanaf het materiaal geen visueel waarneembare stofemissie plaatsvinden. b. Opslag van de slakken die naar de staalfabriek gaan, moet plaatsvinden in een ruimte (bijvoorbeeld een overkapping) dusdanig dat er geen stofverspreiding buiten deze rumte plaatsvindt. Indien er sprake is van afzuiging van de lucht moet deze lucht naar buiten worden geleid via een geod werkende stoffilter." III. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multiserv Holland B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Noord-Holland aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multiserv Holland B.V. onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; IV. gelast dat de provincie Noord-Holland aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multiserv Holland B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat. w.g. Boll w.g. Melse voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2009 191