Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI6077

Datum uitspraak2009-06-03
Datum gepubliceerd2009-06-03
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200807048/1/M1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 11 september 2008 heeft dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân (hierna: het dagelijks bestuur) aan de gemeente Wymbritseradiel een vergunning als bedoeld in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren verleend voor het lozen van met regenwater verdund rioolwater vanuit de kern Oudega op het oppervlaktewater. Dit besluit is op 26 september 2008 ter inzage gelegd.


Uitspraak

200807048/1/M1. Datum uitspraak: 3 juni 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats], en het dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 11 september 2008 heeft dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân (hierna: het dagelijks bestuur) aan de gemeente Wymbritseradiel een vergunning als bedoeld in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren verleend voor het lozen van met regenwater verdund rioolwater vanuit de kern Oudega op het oppervlaktewater. Dit besluit is op 26 september 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 september 2008, beroep ingesteld. Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend. [appellant] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 april 2009, waar het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door T. Slof en A. Slagter, beiden werkzaam bij het waterschap, is verschenen. [appellant] is met bericht niet verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 20.1, eerste en derde lid, van de Wet milieubeheer kan, voor zover hier van belang, een belanghebbende tegen een besluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 2.2. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het lozingspunt waarop de bij het bestreden besluit verleende vergunning ziet is gelegen op de locatie tegenover Het Reijdlan in Oudega. De afstand tussen deze locatie en de woning van [appellant], [locatie] in [plaats], bedraagt ettelijke kilometers. Niet is gebleken dat [appellant] eigenaar is van aan het oppervlaktewater waarop geloosd wordt gelegen percelen grond. Gelet hierop is voldoende aannemelijk dat de lozing geen milieugevolgen heeft of kan hebben voor de woning of het perceel van [appellant]. Derhalve wordt zijn leefmilieu niet rechtstreeks door de vergunde lozing beïnvloed. Gezien het voorgaande zijn de belangen van [appellant] niet rechtstreeks betrokken bij het bestreden besluit en is hij derhalve geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2.3. Het beroep is niet-ontvankelijk. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van Staat. w.g. Wortmann w.g. Plambeck lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 3 juni 2009 159-539.