Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI6159

Datum uitspraak2009-05-20
Datum gepubliceerd2009-06-03
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6509 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Ongewijzigde voortzetting WAO-uitkering en vergoeding kosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar. De Raad is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden het beroep ter zake van het verzoek om vergoeding van wettelijke rente niet-ontvankelijk heeft verklaard. Afwijzing verzoek om vergoeding van kosten van rapporten uitgebracht door het Instituut Psychosofia.


Uitspraak

07/6509 WAO Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 oktober 2007, 06/8695 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 20 mei 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellante heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2009. Appellante is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A.M. Snijders. II. OVERWEGINGEN 1. Bij besluit van 20 oktober 2006, gerectificeerd op 23 oktober 2006 (hierna: het bestreden besluit), heeft het Uwv het door appellante tegen het besluit van 5 januari 2006 gemaakte bezwaar gegrond verklaard en beslist dat aan appellante vanaf 4 maart 2006 ongewijzigd een volledige WAO-uitkering zal worden uitbetaald. Het Uwv heeft voorts besloten dat de kosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar tot een bedrag van € 322,00 worden vergoed. 2. Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep ter zake van het verzoek om vergoeding van wettelijke rente niet-ontvankelijk verklaard en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. 3. Appellante kan zich niet verenigen met de in de aangevallen uitspraak vervatte afwijzing van het verzoek om vergoeding van de kosten van de door haar ingebrachte rapportage van mevrouw Verhage, directrice van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans. Voorts meent appellante dat de rechtbank ten onrechte het beroep ter zake van het verzoek om schadevergoeding in de vorm van de wettelijke rente niet-ontvankelijk heeft verklaard. 4. De Raad overweegt als volgt. 4.1. De Raad is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden het beroep ter zake van het verzoek om vergoeding van wettelijke rente niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank. 5. Wat betreft de afwijzing van het verzoek om de kosten van Instituut Psychosofia te vergoeden wijst de Raad op zijn uitspraak van 13 april 2005, LJN AT4323, waarin hij, kort samengevat, heeft overwogen dat de kosten van de door dit Instituut uitgebrachte rapporten niet voor vergoeding op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking komen. Dit oordeel is door de Raad nadien bij vele uitspraken – waarbij mr. De Jonge als gemachtigde optrad – herhaald. De Raad ziet geen aanleiding in dit geschil tot een ander oordeel te komen. 6. Uit hetgeen onder 4.1. en 5 is overwogen volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 7. Voor een proceskostenveroordeling acht de Raad geen termen aanwezig. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door H. Bolt als voorzitter en C.P.M. van de Kerkhof en H. Bedee als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2009. (get.) H. Bolt. (get.) M.D.F. de Moor. TM