
Jurisprudentie
BI6257
Datum uitspraak2009-06-03
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers281005 \ CV EXPL 09-2323
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers281005 \ CV EXPL 09-2323
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Vordering wedertewerkstelling in passende arbeid afgewezen. Aannemelijk dat passend werk niet aanwezig is.
Filiaalmedewerkster van een supermarkt is blijvend ongeschikt voor haar eigen werk. Zij heeft tijdens de periode van art. 7:629 anderhalf jaar administratief werk gedaan op het hoofdkantoor. Werkneemster werkte daar boven de sterkte en met de bedoeling ervaring op te doen om te kunnen uitstromen. Wanneer de werkgever het administratieve werk stop zet, vordert werkneemster wedertewerkstelling in die voor haar passende arbeid. Kantonrechter wijst vordering af omdat werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat geen passend werk voorhanden is bij de werkgever.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 281005 CV EXPL 09-2323
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 4 Rv d.d. 3 juni 2009
inzake
[werkneemster],
hierna te noemen: [werkneemster],
wonende te Heerenveen,
eiseres,
gemachtigde: mr. P. Rijnsburger,
tegen
de besloten vennootschap
Aldi Drachten B.V.,
hierna te noemen: Aldi,
gevestigd te Drachten,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H. Dammingh.
Procesverloop
1.1 [werkneemster] heeft Aldi gedagvaard voor de zitting van 20 mei 2009 en op de bij exploot vermelde gronden -na wijziging van eis- gevorderd bij wijze van voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad, Aldi te veroordelen:
a. tot betaling van het loon over de maand april 2009 ten bedrage van € 1.440,38 excl. 8% vakantietoeslag en te vermeerderen met de maandelijks variërende omzetprestatiepremie;
b. tot doorbetaling van het loon totdat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd;
c. tot betaling van 50% wettelijke verhoging ex artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek (BW) over het onder (a) gevorderde bedrag;
d. tot betaling van de wettelijke rente over hetgeen onder (a) en (c) is gevorderd;
e. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 178,50;
f. in de kosten van deze procedure;
g. tot wedertewerkstelling in de aan [werkneemster] in het kader van haar re-integratie aangeboden en sinds september 2007 gedurende 27 uur per week uitgevoerde passende werkzaamheden op het kantoor van Aldi te Drachten.
1.2 De mondelinge behandeling is gehouden op 20 mei 2009. Van het verhandelde zijn aantekeningen gemaakt. Door [werkneemster] en Aldi zijn producties in het geding gebracht. De gemachtigde van Aldi heeft ter zitting een pleitnota overgelegd. Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
Motivering
de feiten
2.1 In deze procedure geldt het volgende als vaststaand.
2.2 [werkneemster] is met ingang van 15 januari 2001 in dienst getreden bij Aldi in de functie van filiaalmedewerkster voor ten minste 26 uren per week. Het bruto salaris voor deze functie bedroeg laatstelijk € 1.402,92 per maand (excl. 8% vakantietoeslag).
2.3 Op 24 juli 2006 is [werkneemster] wegens (werkgerelateerde) schouderklachten uitgevallen van haar werk. Met ingang van september 2007 heeft [werkneemster] administratieve werkzaamheden verricht op het hoofdkantoor van Aldi.
2.4 Op gezamenlijk verzoek van Aldi en [werkneemster] is de periode waarin [werkneemster] recht heeft op doorbetaling van loon verlengd tot 12 november 2008. Met ingang van laatstgenoemde datum is [werkneemster] op medische gronden volledig arbeidsongeschikt geacht en is aan haar een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend.
2.5 [werkneemster] is blijvend ongeschikt voor het vervullen van haar functie als filiaalmedewerkster. Aldi heeft [werkneemster] haar administratieve werkzaamheden op het hoofdkantoor met ingang van 17 april 2009 laten beëindigen.
2.6 Thans wordt [werkneemster] door Aldi voor 20 uren per week ingezet op tijdelijke werkzaamheden in verband met de vervanging van een werkneemster die met bevallingsverlof is.
de standpunten van partijen
2.7 [werkneemster] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij gedurende circa anderhalf jaar passende werkzaamheden heeft verricht, te weten administratieve werkzaamheden op het hoofdkantoor en dat zij deze werkzaamheden tegen loonwaarde heeft verricht. Zij heeft een gespecificeerd aanbod gedaan om dit voor haar passende werk te blijven doen. Volgens [werkneemster] heeft Aldi geen omstandigheden gesteld op grond waarvan zij in redelijkheid het door [werkneemster] gedane aanbod naast zich neer kon leggen. Doordat Aldi [werkneemster] de passende arbeid ten onrechte ontzegt, mist zij een substantieel deel van haar inkomen. Hiertoe is de loonvordering ingesteld.
2.8 Aldi heeft ten verwere aangevoerd dat zij [werkneemster] steeds heeft voorgehouden dat de administratieve werkzaamheden door haar boventallig werden uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn tijdelijk aan [werkneemster] aangeboden met de bedoeling dat zij dusdoende ervaring zou kunnen opdoen in afwachting van een functie elders. [werkneemster] heeft zelf ook aangegeven naar verwachting bij een bevriende relatie in dienst te kunnen treden. Er is bij Aldi geen administratieve functie beschikbaar en die komt er binnen afzienbare termijn ook niet. Van Aldi kan niet worden verwacht dat zij één van de andere werkneemsters ontslaat ten gunste van [werkneemster].
de beoordeling
2.9 In deze kort geding procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, in beginsel zonder nadere bewijsvoering, beoordeeld worden of de vordering van [werkneemster] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat vooruitlopend daarop een toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is. De kantonrechter overweegt hiertoe als volgt.
2.10 Met de aard van de vordering is de spoedeisendheid gegeven.
2.11 Het antwoord op de vraag of van Aldi kan worden gevergd dat zij gebruik maakt van de door [werkneemster] aangeboden arbeid, hangt af van de omstandigheden van het geval, zoals de inhoud van het aanbod, de aard van de arbeid en de organisatie van het bedrijf.
2.12 In het onderhavige geval spitst het geding tussen partijen zich toe op laatstgenoemd aspect. In dit verband is van belang dat in beginsel van Aldi enige aanpassing mag worden verlangd, maar dat indien geen passende arbeid kan worden gecreeërd zonder onevenredig grote offers voor de werkgever, van Aldi redelijkerwijs niet gevergd kan worden in te gaan op het aanbod van [werkneemster].
2.13 Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Aldi voldoende aannemelijk gemaakt dat het passende werk waartoe [werkneemster] zich bereid heeft verklaard, niet voorhanden is. De stelling van Aldi dat de door [werkneemster] uitgevoerde administratieve werkzaamheden "boven de sterkte" werden uitgevoerd, wordt bevestigd door de re-integratievisie van het Uwv, waarin valt te lezen dat [werkneemster]
"… re-integreerde op het hoofdkantoor in een administratieve functie. Echter wel op basis van boventalligheid en met de bedoeling ervaring op te doen en te solliciteren buiten het bedrijf".
Voorts heeft Aldi haar stelling dat de administratieve bezetting op het hoofdkantoor in Drachten in vergelijking met andere vestingen al bovengemiddeld is, met cijfers onderbouwd. De kantonrechter is verder van oordeel dat de van Aldi te vergen aanpassingen in redelijkheid niet zover gaan dat zij andere werkneemsters dient te ontslaan ten gunste van [werkneemster].
2.14 Aldi heeft eveneens voldaan aan de op haar rustende, uit het beginsel van goed werkgeverschap voortvloeiende plicht om zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is te onderzoeken of andere passende arbeid voorhanden is en daarover duidelijkheid te verschaffen. Uit de overgelegde stukken blijkt immers ondubbelzinnig dat Aldi van aanvang af richting [werkneemster] heeft aangegeven dat de administratieve werkzaamheden "boven de sterkte" werden uitgevoerd. Er is dan ook geen sprake van dat Aldi bij [werkneemster] de gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt dat zij de administratieve werkzaamheden zou kunnen blijven doen.
2.15 Onder de gegeven omstandigheden is onvoldoende aannemelijk geworden dat Aldi het aanbod van [werkneemster] redelijkerwijs niet kon weigeren, zodat de vordering van [werkneemster] in een bodemprocedure naar verwachting niet zal slagen. De vordering tot wedertewerkstelling zal derhalve worden afgewezen. Gelet hierop zullen de loonvordering en de nevenvorderingen eveneens worden afgewezen.
2.16 [werkneemster] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Aldi worden tot op heden vastgesteld op € 400,00 (2 punt × tarief € 200,00) voor salaris gemachtigde.
Beslissing
De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
3.1 wijst de vordering af;
3.2 veroordeelt [werkneemster] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Aldi begroot op € 400,00 wegens salaris en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juni 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 209