
Jurisprudentie
BI6359
Datum uitspraak2009-05-13
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers601641 UC EXPL 08-16453
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers601641 UC EXPL 08-16453
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Overeenkomst inzake telefoondiensten na openstaande factuur ad € 17,47 ontbonden, terwijl er nog een ongebruikt beltegoed openstond. KPN stelt dat openstaande facturen niet met ongebruikt tegoed kunnen worden verrekend en dat in de algemene voorwaarden is bepaald dat dit tegoed na een bepaalde termijn verloopt. De kantonrechter is van oordeel dat KPN, nu zij slechts een beroep heeft gedaan op bepalingen van de algemene voorwaarden, welke niet op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn dan wel niet in de algemene voorwaarden zijn opgenomen, onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de openstaande factuur niet met het ongebruikte tegoed mag worden verrekend. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat het beltegoed een prestatie oplevert in de zin van artikel 6:127 lid 2. Op grond hiervan dient het ongebruikte tegoed in mindering te worden gebracht op de hoofdsom.
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 601641 UC EXPL 08-16453 HB
vonnis d.d. 13 mei 2009
inzake
de besloten vennootschap
KPN B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verder ook te noemen KPN,
eisende partij,
gemachtigde: GGN Gerechtsdeurwaarders Utrecht,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
procederende in persoon.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 25 februari 2009.
KPN heeft voorafgaand aan de comparitie nog stukken in het geding gebracht.
De comparitie is gehouden op 30 maart 2009. Daarvan is aantekening gehouden.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1. De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
a. KPN is met [gedaagde] een overeenkomst aangegaan voor het verlenen van diensten op het gebied van mobiele telecommunicatie.
b. De Algemene Voorwaarden voor mobiele telecommunicatiediensten zijn op voornoemde overeenkomst van toepassing.
In artikel 3.3 lid 4 algemene voorwaarden is bepaald: “PrePay Tegoed kan slechts worden gebruikt voor door KPN aangegeven diensten en wordt niet gerestitueerd aan de Contractant, tenzij expliciet anders is aangegeven.”
In artikel 3.4 lid 1 algemene voorwaarden is bepaald: “PrePay Tegoed kent een beperkte geldigheidsduur, waarna het vervalt. De voorwaarden voor de geldigheid van PrePay Tegoed worden door KPN bekend gemaakt en kunnen verschillen per Aanbiedingsvorm, Dienst of PrePay Tegoed”.
In artikel 3.5 lid 5 algemene voorwaarden is bepaald: “In geval van beëindiging van de overeenkomst bestaat geen recht op restitutie van eventueel resterend PrePay Tegoed.”
c.[gedaagde] heeft de facturen van 22 april 2008 en 24 juli 2008, met een totaalbedrag van € 235,25, onbetaald gelaten.
3. Het geschil
3.1. KPN vordert de veroordeling van [gedaagde] om aan haar te betalen een bedrag van € 277,86, bestaande uit € 235,25 aan hoofdsom, € 37,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, € 5,61 aan wettelijke rente tot 27 oktober 2008, vermeerderd met de wettelijke rente over € 235,25 vanaf 4 november 2008 tot de voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Aan deze vordering legt KPN ten grondslag dat [gedaagde] zijn betalingsverplichting voortvloeiend uit de tussen partijen bestaande overeenkomst niet is nagekomen.
Op hetgeen KPN verder naar voren heeft gebracht wordt hierna voor zover nodig teruggekomen.
3.2. [gedaagde] voert verweer, waarop hierna, voor zover nodig, zal worden teruggekomen.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde] heeft gesteld dat de overeenkomst wegens een openstaande factuur van 22 april 2008 ad € 17,47 is ontbonden, terwijl er nog een ongebruikt tegoed openstond van ongeveer € 145,00. KPN heeft dit weersproken door te stellen dat openstaande facturen niet met ongebruikt beltegoed kunnen worden verrekend en dat in de algemene voorwaarden is bepaald dat dit beltegoed na een bepaalde termijn verloopt. De kantonrechter verstaat deze stelling als zodanig dat KPN een beroep doet op artikel 3.3 lid 4 jo 3.4 lid 1 jo 3.5 lid 5 algemene voorwaarden. De kantonrechter overweegt hierover het volgende.
In de algemene voorwaarden blijkt dat dergelijke bepalingen zijn opgenomen onder hoofdstuk 3 inzake PrePay Aansluitingen. Uit de overgelegde facturen blijkt dat [gedaagde] een abonnement ‘KPN Mobiel 20’ met KPN is aangegaan, zodat de bepalingen inzake PrePay Aansluitingen hierop niet van toepassing zijn. Dat het bundeltegoed na een bepaalde termijn verloopt, is in de bepalingen betreffende het abonnement noch in de algemene bepalingen van de algemene voorwaarden opgenomen. Op grond hiervan gaat de kantonrechter ervan uit dat dit bundeltegoed nog bestond ten tijde van de factuur van 24 juli 2008. Daarnaast is in de bepalingen betreffende het abonnement noch in de algemene bepalingen van de algemene voorwaarden opgenomen dat openstaande facturen niet met ongebruikt tegoed verrekend mogen worden.
Nu KPN een beroep heeft gedaan op bepalingen van de algemene voorwaarden, welke niet op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn dan wel niet in de algemene voorwaarden zijn opgenomen, heeft KPN onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de openstaande factuur niet mag worden verrekend met het ongebruikte bundeltegoed. De kantonrechter is van oordeel dat het bundeltegoed, zoals in de factuur van 22 april 2008 staat vermeld, een prestatie in de zin van artikel 6:127 lid 2 BW, oplevert. Op grond hiervan dient het ongebruikte bundeltegoed in mindering te worden gebracht op de hoofdsom. Uit de factuur van 22 april 2008 blijkt dat het ongebruikte bundeltegoed € 131,16 bedraagt. Nu [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd dat het ongebruikte bundeltegoed € 145,00 bedraagt, gaat de kantonrechter uit van bedrag vermeld in voormelde factuur, zodat er een hoofdsom resteert van € 104,09. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de abonnementskosten over de periode 3 juni 2008 tot en met 29 mei 2009 onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken, zodat het resterende bedrag, welke betrekking heeft op deze kosten, voor toewijzing gereed ligt.
4.2. KPN heeft een bedrag aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. De kantonrechter is van oordeel dat onvoldoende is aangetoond dat de door KPN verrichte incassowerkzaamheden meer hebben omvat dan een (eventueel herhaalde) sommatie of het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van een dossier. De daarop betrekking hebbende kosten moeten daarom worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten moet derhalve worden afgewezen.
4.3. De wettelijke rente dient te worden toegewezen over € 104,09 vanaf opeisbaarheid van de factuur van 24 juli 2008 tot de voldoening.
4.4. Op grond van het vorenstaande ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan KPN tegen bewijs van kwijting te betalen € 104,09 met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 juli 2008 tot de voldoening;
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2009.