Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI6364

Datum uitspraak2008-12-16
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers65513/ KG ZA 08-225
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij vonnis van 26 februari 2008 (hierna: het kort geding vonnis) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtb[eiser twee]sers] veroordeeld om met onmiddellijke ingang alle mededelingen omtrent [gedaagden] van de websites [website een] en [website twee] te verwijderen en verwijderd te houden, alle negatieve of beschadigende mededelingen over [gedaagden] te staken en gestaakt te houden, zes maanden lang een rectificatie te plaatsen op de websites [website een] en [website twee] en op beide websites een duidelijke link te plaatsen naar de rectificatiepagina’s. Daarbij is bepaald [eiser twee]sers] een dwangsom zullen verbeuren van € 1.000,-- per keer en/of per dag dat zij niet aan die veroordeling voldoen, zulks tot een maximum van € 25.000,--. Het kort geding vonnis is op 5 maart 2008 [eiser twee]sers] beteke[eiser twee]sers] hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft [gedaagden] in haar rolarrest van 15 mei 2008 ontslagen van de instantie[eiser twee]sers] veroordeeld in de kosten van de procedure.


Uitspraak

Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDELBURG 65513 / KG ZA 08-225 Sector civiel recht, voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: 65513 / KG ZA 08-225 Vonnis van 16 december 2008 in de zaak van 1. [eiser een], 2. [eiser twee], beiden wonende te Terneuzen, eisers, advocaat: mr. H.M. den Hollander, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf E], 2. de vennootschap onder firma [gedaagden], beiden gevestigd te Schoondijke, gemeente Sluis, gedaagden, advocaten: mr. J. van Arkel en mr. J.A.B. van Dam. Eisers zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid [eiser twee]sers] en afzonderlijk als [eiseres een] (eiseres sub 1) en [eiser twee] (eiser sub 2). Gedaagden zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagden]. De procedure. Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding van 1 december 2008, met producties; - de mondelinge behandeling op 9 december 2008; - de pleitnota van mr. Den Hollander; - de pleitnota van mr. Van Dam; - de door partijen overgelegde producties. De feiten. Bij vonnis van 26 februari 2008 (hierna: het kort geding vonnis) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtb[eiser twee]sers] veroordeeld om met onmiddellijke ingang alle mededelingen omtrent [gedaagden] van de websites [website een] en [website twee] te verwijderen en verwijderd te houden, alle negatieve of beschadigende mededelingen over [gedaagden] te staken en gestaakt te houden, zes maanden lang een rectificatie te plaatsen op de websites [website een] en [website twee] en op beide websites een duidelijke link te plaatsen naar de rectificatiepagina’s. Daarbij is bepaald [eiser twee]sers] een dwangsom zullen verbeuren van € 1.000,-- per keer en/of per dag dat zij niet aan die veroordeling voldoen, zulks tot een maximum van € 25.000,--. Het kort geding vonnis is op 5 maart 2008 [eiser twee]sers] beteke[eiser twee]sers] hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft [gedaagden] in haar rolarrest van 15 mei 2008 ontslagen van de instantie[eiser twee]sers] veroordeeld in de kosten van de procedure. [gedaagden] stelt zich op het standpunt [eiser twee]sers] niet aan het vonnis hebben voldaan zodat de dwangsommen tot het maximale bedrag van € 25.000,-- zijn verbeurd. Ter incassering van die dwangsommen heeft [gedaagden] executoriaal beslag doen leggen op twee motorvoertuigen - een Hyundai en Renault - die reeds conservatoir waren beslagen en op last van de rechtbank in gerechtelijke bewaring waren genomen. De executoriale verkoop van de beide motorvoertuigen is aangezegd tegen woensdag 17 december 2008. Het gesch[eiser twee]sers] vorderen -samengevat- bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] te veroordelen de executie van het kort geding vonnis van 26 februari 2008 te staken, zulks op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van dit geding[eiser twee]sers] leggen aan hun vordering ten grondslag dat zij in de onmogelijkheid hebben verkeerd om aan de inhoud van het kort geding vonnis te voldoen (1), dat de motorvoertuigen - een Hyundai en een Renault - in eigendom toebehoren aan de vader van [eiseres een], de heer J. [eiseres een] (2) alsmede dat de inhoud van de Hyundai materiaal betreft dat toebehoort aan [bedrijf B] (3). [gedaagden] voert verweer. Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering [eiser twee]sers] Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. De beoordeling. De onherroepelijkheid van het kort geding vonnis van 26 februari 2008 brengt mee dat daartegen in dit geschil geen inhoudelijke bezwaren kunnen worden aangevoerd behalve in het geval dat zou komen vast te staan dat [gedaagden] misbruik maakt van haar bevoegdheid door gebruik te (willen) maken van de aan haar verleende titel. Dit zou het geval kunnen zijn indien het vonnis van 26 februari 2008 kennelijk op een feitelijke of juridische misslag berust of indien na dit vonnis opgekomen feiten klaarblijkelijk een noodtoestand doen ontstaan v[eiser twee]sers], zodat een onverwijlde tenuitvoerlegging onaanvaardbaar zou zijn. Niet is gesteld of gebleken dat het kort geding vonnis op een juridische of feitelijke misslag berust. Dat zich na het vonnis nieuwe feiten hebben voorgedaan die leiden tot een noodtoestand aan de zijde [eiser twee]sers] is evenmin gesteld of gebleken. Een dergelijk feit schuilt ook niet in de d[eiser twee]sers] gestelde onmogelijkheid om aan de inhoud van het kort geding vonnis te voldoen. Voor zover al zou vaststaan [eiser twee]sers] redelijkerwijs niet aan de veroordeling hebben kunnen voldoen, bestaat ingevolge artikel 611 d lid 1 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de mogelijkheid om opheffing, schorsing of vermindering van een opgelegde dwangsom te vorderen. Maar dat is in het onderhavige geval niet gevorderd. De vordering [eiser twee]sers] strekt tot staking van de executoriale verkoop van de motorvoertuigen en voor toepassing van artikel 611 d lid 1 Rv is in dat geval geen plaats. Dat sprake is van een noodtoestand is dus niet komen vast te staan. Ook de d[eiser twee]sers] gestelde omstandigheid dat de in beslag genomen motorvoertuigen toebehoren aan de vader van [eiseres een], voor zover dit al zou kunnen worden aangenomen, kan niet tot het oordeel leiden dat de executie moet worden gestaakt. De voorzieningenrechter verstaat dit betoog aldus [eiser twee]sers] stellen dat het beslag ten onrechte is gelegd. De onderhavige vordering [eiser twee]sers] strekt echter niet tot de opheffing van het gelegde beslag, zodat ook dit verweer niet kan slagen. Met betrekking tot de inhoud van de Hyundai heeft tot slot nog te gelden dat ter zitting is gebleken dat de inhoud niet is vermeld in het beslagexploot en dus door de deurwaarder niet zal worden verkocht. Uit het vorengaande volgt dat de d[eiser twee]sers] aangevoerde gronden voor hun vordering falen. De vordering zal dan ook worden afgewezen[eiser twee]sers] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op: - vast recht € 254,-- - salaris advocaat € 1.054,-- Totaal € 1.308,-- De beslissing De voorzieningenrechter: wijst de vordering af, veroorde[eiser twee]sers] in de proceskosten, aan de zijde van [ gedaagden] tot op heden begroot op € 1.308,--. Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2008.