Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI6383

Datum uitspraak2009-05-20
Datum gepubliceerd2009-06-04
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 200.031.176 & HV 200.031.178
Statusgepubliceerd


Indicatie

Er staat geen hoger beroep open tegen een vonnis van faillietverklaring op eigen aangifte.


Uitspraak

dHJ 20 mei 2009 Sector civiel recht Zevende kamer Zaaknummers: HV 200.031.178 en 200.031.176 Zaaknummers eerste aanleg: 191399/FT-EA 09.166 en 09/286F resp. 191398/FT-EA 09.165 en 09/285F GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH Arrest in de zaken van: [echtgenote], en [echtgenoot], echtgenoten, beiden wonende te [woonplaats], appellanten, hierna te noemen: appellanten of [echtgenote] en [echtgenoot], advocaat: mr. J.J.J.M.D. Maas. 1. Het verloop van de procedure In de vonnissen van 14 april 2009, waarvan beroep, zijn [echtgenote] en [echtgenoot] op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard met aanstelling van mr. S.W.A.M. Henselmans als curator. De beroepschriften, met bijlagen, zijn op de griffie van het hof binnengekomen op 21 april 2009. Het hof heeft voorts ontvangen het proces-verbaal van de zitting van de eerste aanleg en de brief met bijlagen d.d. 11 mei 2009 van de curator. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 mei 2009. Daarbij waren aanwezig [echtgenote], [echtgenoot], mr. Maas en mr. Henselmans. 2. De gronden van het verzoek Voor de grieven en de toelichting daarop verwijst het hof naar de beroepschriften 3. De beoordeling 3.1. Appellanten voeren aan dat zij ten tijde van de aanvraag onjuist veronderstelden te verkeren in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Hun onderneming, ondergebracht in de besloten vennootschap Pullshaw Party Service B.V., verkeert in die toestand. Omdat appellanten samen met die vennootschap een stille maatschap vormden, is het misverstand ontstaan. Zij beroepen zich op het ontbreken van een voor faillietverklaring ontbrekende wil bij het doen van de eigen aangifte. 3.2. Naar het oordeel van het hof staat tegen de toewijzende beslissingen geen hoger beroep open en zijn appellanten mitsdien niet-ontvankelijk in hun hoger beroep. Artikel 9 Fw stelt alleen hoger beroep open in het geval van een afwijzende beslissing. In HR 4 juni 1999, NJ 1999/535, is beslist dat het hoger beroep niet is gegeven om een partij wier verzoek door de eerste rechter is toegewezen, gelegenheid te geven die beslissing ongedaan te maken omdat zij er bij nader inzien de voorkeur aan geeft van het verzoek af te zien. Voor het maken van een onderscheid tussen gevallen waarin het betreffende verzoek berust op een misverstand of een wilsgebrek enerzijds en andere gevallen anderzijds, zoals voorgestaan door appellanten, biedt het recht geen grond. 3.3. Het hof merkt op appellanten op grond van artikel 15b Fw omzetting van het faillissement in de schuldsanerings- regeling kunnen vragen, waarna de rechtbank, onder toepassing van artikel 350 lid e en lid 3 aanhef en onder a en b Fw, de schuldsaneringsregeling kan beëindigen op de grond dat de vorderingen zijn voldaan of dat appellanten in staat zijn hun betalingen te hervatten. 4. De beslissing Het hof: verklaart [echtgenote] en [echtgenoot] niet-ontvankelijk in hoger beroep. Dit arrest is gewezen door mrs. Den Hartog Jager, Feddes en Theuws en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2009.