
Jurisprudentie
BI6402
Datum uitspraak2009-02-10
Datum gepubliceerd2009-06-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers200.017.581/01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers200.017.581/01
Statusgepubliceerd
Indicatie
Wederpartij is na betekening arrest tot betaling overgegaan. Betekeningskosten (en advocaatkosten) zijn als nakosten toewijsbaar. Afwikkelings- en dossierkosten hebben betrekking op de executie van het arrest vallen niet onder de nakosten als bedoeld in de wet.
Uitspraak
BEVELSCHRIFT ex artikel 237 lid 4 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
BESLISSING
in de zaak van:
1. [X],
wonende te[…],
2. [Y],
wonende te […],
3. [Z],
wonende te[…],
VERZOEKERS,
advocaat: mr. M. Stegeman, te ’s-Hertogenbosch,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLUS VAST B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEREQUESTREERDE,
advocaat: mr. S.A. van der Sluijs, te Amsterdam.
Verzoekers worden hierna ook wel [X] c.s. genoemd en gerequestreerde ook wel Plus.
1. Verzoek
Bij op 27 oktober 2008 bij de griffie van dit hof ingekomen verzoekschrift hebben verzoekers verzocht op grond van artikel 237,lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (BRv) een bevelschrift af te geven terzake van de nakosten gevallen na het door de tweede Kamer van dit hof onder zaaknummer 106.006.816/01 tussen partijen gewezen en op 8 mei 2008 uitgesproken arrest.
2. Beoordeling
2.1 Bij het voormelde arrest heeft het hof het onder zaak/rolnummer 355187/HA ZA 06-3525 gewezen vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2007 vernietigd en de vorderingen van [X] c.s. alsnog toegewezen en daarbij Plus – uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten verwezen en die kosten tot de datum van het arrest begroot voor zover aan de kant van [X] c.s. gevallen op € 764,87 in eerste aanleg en € 994,31 in hoger beroep aan verschotten en € 1.158,-- in eerste aanleg en € 1.158,-- in hoger beroep aan salaris.
2.2 Door verzoekers is gesteld dat gerequestreerde de na de uitspraak gevallen kosten niet vrijwillig wenst te voldoen en dat zij daarom recht en belang hebben bij de afgifte van een bevelschrift als in artikel 237, vierde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoeld.
2.3 Gerequestreerde heeft de door verzoekster gevorderde nakosten bestreden en daartoe aangevoerd dat zij direct na betekening van het arrest tot betaling is overgegaan zodat er geen reden was om een deurwaarder in te schakelen voor de executie. Voorts heeft gerekestreerde betwist dat de verzoekster de door hen genoemde afwikkelingskosten- en dossierkosten van € 1.611,39 aan de deurwaarder verschuldigd zijn alsmede aangevoerd dat deze kosten “onzinnig” hoog zijn.
2.4 Nu gerequestreerde eerst na betekening van het arrest is overgegaan tot betaling worden de door verzoekers gevorderde betekeningskosten ad € 82,24 inclusief BTW toegewezen.
2.5 Uit het onder 2.5 in het verzoekschrift gestelde leidt het hof af dat de overige kosten betrekking hebben op de executie van het arrest van 8 mei 2008. Deze kosten vallen niet onder de nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 BRv en zullen dan ook niet als zodanig worden begroot.
2.6 De nakosten zullen worden begroot op in totaal € 205,-- terzake van gemaakte advocaatkosten en € 82,24 terzake van kosten van betekening, in totaal € 287,24.
3. Beslissing
Begroot de na het onder 1.1. hiervoor vermelde arrest ontstane kosten op € 287,24 en beveelt de tenuitvoerlegging hiervan.
Aldus beslist door mrs. A.D.R.M. Boumans, A. Bockwinkel en S. Clement en uitgesproken door de rolraadsheer op 10 februari 2009.