
Jurisprudentie
BI6823
Datum uitspraak2009-06-05
Datum gepubliceerd2009-06-08
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6567 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-08
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6567 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
Weigering herziening WAO-uitkering. Voldoende medische en arbeidskundige grondslag.
Uitspraak
07/6567 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 1 november 2007, 07/263
(hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 5 juni 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 februari 2009. Appellante is verschenen. Het Uwv was vertegenwoordigd door B. de Weijer.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank is op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen tot het oordeel gekomen dat het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv van 8 januari 2007, waarbij het Uwv heeft gehandhaafd zijn weigering om appellantes WAO-uitkering per 6 juli 2005 te herzien, ongegrond is.
2. Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, vormt in essentie een herhaling van hetgeen zij reeds in beroep heeft aangevoerd. Nieuwe argumenten zijn door appellante niet aangevoerd.
3. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de grieven van appellante afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom die grieven niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en maakt die tot de zijne.
4. De Raad komt tot de slotsom dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel als voorzitter en J. Brand en P.J. Stolk als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2009.
G. van der Wiel.
A.C. Palmboom.
CVG