
Jurisprudentie
BI7072
Datum uitspraak2009-06-09
Datum gepubliceerd2009-06-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002339-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002339-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vervolging wegens het driemaal mishandelen van zijn echtgenote in een periode van ruim 19 maanden. In eerste aanleg schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel. Verdachte appelleert. In hoger beroep vrijspraak van twee van de drie mishandelingen. Met betrekking tot derde feit honoreert het hof een beroep op noodweer.
Uitspraak
Parketnummer: 24-002339-07
Parketnummer eerste aanleg: 19-606306-06
Arrest van 9 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 12 september 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verblijvende te [verblijfplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.G. de Jong, advocaat te Oosterbeek.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis schuldig verklaard aan de aan hem ten laste gelegde (meermalen gepleegde) mishandeling, en heeft aan hem geen straf op maatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van zeshonderd euro, subsidiair twaalf dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd, dat:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 1 december 2004 tot en met 30 juli 2006 in de gemeente [gemeente] (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen bij de keel heeft gepakt en/of die keel heeft dichtgeknepen en/of heeft geslagen en/of heeft gestompt en/of in de arm heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 29 juli 2006 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) in de arm heeft gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, en overweegt te dien aanzien het volgende.
Blijkens de inhoud van het dossier en de behandeling ter terechtzitting ziet de tenlastelegging op een drietal (reeksen van) gebeurtenissen in de ten laste gelegde periode, te weten:
- mishandeling in december 2004;
- mishandeling op 30 april 2005;
- mishandeling op 29/30 juli 2006.
Met betrekking tot de mishandeling in december 2004 is een drietal foto's aan het dossier toegevoegd met als bijschrift "letselfoto's van 8-12-2004". Op de voorzijde van elk van deze foto's is bij wijze van aanduiding van de datum (waarop de foto's zijn gemaakt) afgedrukt "8 12 '04". Op de achterzijde van de foto's is respectievelijk afgedrukt: "HEMA 196652 18/08/04 121 33", "HEMA 196652 18/08/04 121 34" en "HEMA 196652 18/08/04 121 35". Hieruit blijkt dat deze foto's op 18 augustus 2004 werden afgedrukt, zodat zij onmogelijk in december 2004 kunnen zijn gemaakt. Dit ondersteunt de stelling van verdachte, dat deze foto's betrekking hebben op een gebeurtenis in juli of augustus 2004, en dat die gebeurtenis derhalve buiten de ten laste gelegde periode is gelegen. Omdat zich voor het overige van een mishandeling in december 2004, en van een mishandeling op koninginnedag 2005 geen bewijsmiddelen in het dossier bevinden, spreekt het hof de verdachte in zoverre vrij.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Door en namens de verdachte is ter terechtzitting van het hof een beroep gedaan op noodweer. Verdachte zou moeten worden ontslagen van alle rechtsvervolging, aldus de verdediging.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep stelt het hof de volgende feitelijke gang van zaken vast. Op 29 juli 2006 zat verdachte thuis televisie te kijken. Zijn echtgenote/aangeefster, [slachtoffer], kwam thuis en er ontstond een woordenwisseling tussen hen beiden. De woordenwisseling ontaardde in een worsteling. Daarbij is aangeefster op enig moment door verdachte in haar arm gebeten.
Verdachte heeft erkend dat hij zijn echtgenote in haar arm heeft gebeten. Volgens verdachte sloeg zijn echtgenote echter plotseling haar arm om zijn keel, en kneep daarbij zijn keel dicht. Verdachte kon zich niet uit die greep los maken. Hierop heeft hij zijn echtgenote in de onderarm gebeten teneinde aan haar verstikkende greep te kunnen ontkomen.
Gelet op het vorenstaande acht het hof het aannemelijk geworden dat verdachte het bewezen verklaarde feit heeft begaan teneinde zichzelf te verdedigen tegen de aanval van [slachtoffer], derhalve ter noodzakelijke verdediging van zijn eigen lijf
tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding en onmiddellijk dreigend gevaar hiervoor. Naar het oordeel van het hof mocht verdachte zich in de gegeven situatie op deze wijze verdedigen. Het door verdachte gebruikte geweld is niet als disproportioneel aan te merken.
Verdachte is derhalve niet strafbaar voor het bewezen verklaarde feit, zodat hij moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier.