Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI7250

Datum uitspraak2009-06-10
Datum gepubliceerd2009-06-10
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806782/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

In de vergadering van 3 mei 2007 heeft de raad van de gemeente Schiedam (hierna: de raad) besloten tot aanpassing van artikel 7 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (hierna: het Reglement).


Uitspraak

200806782/1. Datum uitspraak: 10 juni 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de vereniging Schiedam Actief, gevestigd te Schiedam, appellante, tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 juli 2008 in zaak nr. 07/4012 in het geding tussen: appellante en de raad van de gemeente Schiedam. 1. Procesverloop In de vergadering van 3 mei 2007 heeft de raad van de gemeente Schiedam (hierna: de raad) besloten tot aanpassing van artikel 7 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (hierna: het Reglement). Bij besluit van 27 september 2007 heeft de raad het door [belanghebbende] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 22 juli 2008, verzonden op dezelfde datum, heeft de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechtbank) het door de vereniging Schiedam Actief (hierna: de vereniging) daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 september 2008, hoger beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 maart 2009, waar de vereniging, vertegenwoordigd door [voorzitter] van de vereniging, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. Gordijn, griffier van de raad, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. De rechtbank heeft de vereniging terecht niet-ontvankelijk verklaard, reeds omdat de vereniging tegen de aanpassing van het Reglement geen bezwaar heeft gemaakt en derhalve gelet op artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht niet bij de rechtbank in beroep kon komen. 2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. O. de Savornin Lohman en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Rop, ambtenaar van Staat. w.g. Lubberdink w.g. Rop voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2009 417.