
Jurisprudentie
BI7354
Datum uitspraak2009-05-26
Datum gepubliceerd2009-06-11
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/4782 WAJONG-V
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-11
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/4782 WAJONG-V
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzet ongegrond onder de overweging datt het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. De Raad ziet geen gronden om te komen tot een ander oordeel dan neergelegd in zijn uitspraak van 17 december 2008. De gemachtigde heeft met name geen verklaring kunnen geven voor het feit dat het binnen de termijn niet en drie dagen na het verstrijken van de termijn wel mogelijk is geweest een hogerberoepschrift in te dienen.
Uitspraak
08/4782 WAJONG-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 27 juni 2008, 07/3664, (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 17 december 2008 heeft de Raad het namens appellant door zijn echtgenote [naam echtgenote] (hierna: gemachtigde) ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 17 december 2008 heeft de gemachtigde namens appellant verzet gedaan.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 april 2009. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde en het Uwv door J. Kouveld.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 17 december 2008 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De gemachtigde heeft in verzet herhaald dat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken is ingediend als gevolg van een korte vakantie (van enkele dagen) van haar en appellant en als gevolg van de - chronische - ziekte van appellant.
De Raad ziet geen gronden om te komen tot een ander oordeel dan neergelegd in zijn uitspraak van 17 december 2008. De gemachtigde heeft met name geen verklaring kunnen geven voor het feit dat het binnen de termijn niet en drie dagen na het verstrijken van de termijn wel mogelijk is geweest een hogerberoepschrift in te dienen.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
DK