Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI7358

Datum uitspraak2009-05-26
Datum gepubliceerd2009-06-11
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/4730 AOW-V
Statusgepubliceerd


Indicatie

Ongegrond verklaring van het verzet onder overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van 25 september 2008 - nader - gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Het - te laat - betaalde griffierecht zal door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald.


Uitspraak

08/4730 AOW-V Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van: [Appellante] , wonende te [woonplaats], Marokko, (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2008, 06/5882, (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb) I. PROCESVERLOOP Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 13 november 2008 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. Tegen de uitspraak van de Raad van 13 november 2008 heeft appellante verzet gedaan. Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 14 april 2009, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen. II. OVERWEGINGEN De uitspraak van de Raad van 13 november 2008 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van 25 september 2008 - nader - gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. De laatste dag waarop het griffierecht tijdig kon worden betaald, was 23 oktober 2008. Het griffierecht is echter eerst op 28 oktober 2008 bijgeschreven op de rekening van de Raad. Ook in verzet is gesteld noch gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard. Het - te laat - betaalde griffierecht zal door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald. Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het verzet ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2009. (get.) T.G.M. Simons. (get.) D.W.M. Kaldenhoven. DK III. DéCISION La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale), statue: Déclare le recours non fondé. Par conséquent, décidée par M. le maître T.G.M. Simons en présence du maître D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 26 mai 2009.