
Jurisprudentie
BI7402
Datum uitspraak2009-06-10
Datum gepubliceerd2009-06-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers09/582 Wob
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers09/582 Wob
Statusgepubliceerd
Indicatie
Geen schorsing van het besluit van de Minister van VWS tot openbaarmaking van het geanonimiseerde onderzoeksrapport van het College sanering zorginstellingen over de (financiƫle) problematiek bij Stichting Philadelphia Zorg.
De omstandigheid dat een document wellicht onjuiste of achterhaalde gegevens bevat, levert geen absolute of relatieve uitzonderingsgrond op het uitgangspunt van openbaarmaking. Zie ook uitspraak LJN BI7404.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Voorzieningenrechter
Reg.nr.: 09/582 Wob
Uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening in het geschil tussen:
[verzoeker]
te Utrecht,
verzoeker,
en
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
verweerder.
1. Procesverloop
Op verzoek van de Staatssecretaris van VWS heeft het College sanering zorginstellingen (CSZ) onderzoek gedaan naar de precieze aard en omvang van de (financiƫle) problematiek bij de Stichting Philadelphia Zorg te Nunspeet (SPZ). Bij besluit van 10 maart 2009 heeft verweerder aangegeven op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) over te zullen gaan tot openbaarmaking van het betreffende rapport van het CSZ van 15 december 2008 met uitzondering van (onder meer) bedrijfs- en fabricagegegevens.
Verzoeker, voormalig lid van de raad van bestuur van SPZ, heeft bij brief van 20 maart 2009 een bezwaarschrift ingediend bij verweerder. Op 26 maart 2009 is bij de daartoe bevoegde rechtbank het verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingekomen. Vervolgens is het verzoek met toepassing van artikel 8:8 van de Awb verwezen naar de rechtbank Zutphen.
Bij brief van 17 mei 2009 heeft verzoeker toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb verleend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 8 juni 2009, waar verzoeker in persoon is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.J. Daalder.
2. Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81 van de Awb dient te worden nagegaan, of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, een voorlopige voorziening vereist.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen openbaarmaking van het geanonimiseerde rapport van het CSZ en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend omdat in het rapport naar zijn mening - kort gezegd - van onjuiste en inmiddels achterhaalde gegevens is uitgegaan. In het bezwaarschrift en het verzoek heeft verzoeker aangegeven welke onjuistheden het rapport zijns inziens bevat. Bij schrijven van 3 juni 2009 heeft verzoeker een aanvulling gegeven op zijn correcties. Verzoeker verzet zich tegen openbaarmaking tenzij zijn opmerkingen en correcties door verweerder in het rapport worden verwerkt.
Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11, waarin de absolute en de relatieve uitzonderingsgronden op het uitgangspunt van openbaarheid zijn opgenomen. In deze artikelen is geen uitzondering opgenomen ten aanzien van documenten waarvan de juistheid wordt betwist.
Het verzoek om schorsing van het besluit van verweerder van 10 maart 2009 kan derhalve niet leiden tot het door verzoeker gewenste resultaat. Bovendien is namens verweerder ter zitting aangegeven dat verweerder bereid is om de openbaarmaking van de geschoonde versie van het rapport vergezeld te doen gaan van het commentaar van verzoeker.
Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
Er is geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.
3. Beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek af.
Aldus gegeven door mr. Tj. Gerbranda en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.