Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI7733

Datum uitspraak2009-06-11
Datum gepubliceerd2009-06-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers16/600605-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

Preventieve hechtenis is niet bedoeld als voorschot op een op te leggen straf. Ontbreken van een strafblad leidt niet automatisch tot de conclusie dat geen gronden voor toepassing van preventieve hechtenis aanwezig zijn.


Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT Parketnummer: 16/600605-09 BESCHIKKING IN HOGER BEROEP De rechtbank te Utrecht, in raadkamer vergaderd; gelet op het hoger beroep van de officier van justitie in dit arrondissement d.d. 3 juni 2009, ingesteld tegen de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 2 juni 2009 tot afwijzing van de vordering inbewaringstelling, in de zaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [1991] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], gehoord de officier van justitie, de verdachte en de raadsman. Overweegt als volgt: De rechter-commissaris heeft bij beschikking d.d. 2 juni 2009 de door de officier van justitie ingediende vordering tot inbewaringstelling afgewezen wegens het ontbreken van gronden. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking van de rechter-commissaris. De officier van justitie heeft een appelmemorie d.d. 3 juni 2009 overgelegd, waarin de officier van justitie aangeeft dat de op de vordering tot inbewaringstelling vermelde gronden, te weten het recidivegevaar en het gevaar voor de gezondheid van personen, wel aanwezig zijn. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de rechter-commissaris de vordering tot inbewaringstelling op de juiste gronden heeft afgewezen. De raadsman voert daartoe onder meer aan dat in het voorgeleidingsdossier geen enkel aanknopingspunt te vinden is voor de stelling van de officier van justitie dat de persoon van de verdachte duidt op de aanwezigheid van recidivegevaar en dat ook de aard en de omvang van de zaak onvoldoende zijn om tot recidivegevaar te concluderen. De rechtbank stelt voorop dat de preventieve hechtenis niet is bedoeld als een voorschot op een op te leggen (gevangenis)straf. Het enkele feit dat verdachte niet eerder met politie of justitie voor één of meer (soortgelijke) misdrijven in aanraking is gekomen, wettigt op zich niet de conclusie dat geen grond(en) voor toepassing van preventieve hechtenis aanwezig is (zijn). De vrees voor herhaling bijvoorbeeld kan namelijk ook worden afgeleid uit de aard van het feit/de feiten waarvan verdachte wordt verdacht en/of één of meer bijzondere omstandigheden gelegen in zijn persoon. In casu bestaan ernstige bezwaren dat verdachte zich onder invloed van zeer veel alcoholhoudende drank ernstig heeft misdragen tegenover één of meer politiemensen. Dat feit rechtvaardigt in beginsel toepassing van preventieve hechtenis. Verdachte heeft nadrukkelijk aangegeven dat hij zich niet eerder zo te buiten is gegaan en dat dit ook niet zijn gewoonte is. Gezien de in het dossier geschetste achtergronden van verdachte lijkt die bewering niet van iedere grond ontbloot. In het dossier zijn geen aanknopingspunten te vinden die deze bewering van verdachte tegenspreken. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de rechter-commissaris in dit geval terecht heeft besloten dat er geen grond(en) voor toepassing van preventieve hechtenis aanwezig is/zijn. De rechtbank zal daarom het hoger beroep van de officier van justitie afwijzen en voornoemde beschikking van de rechter-commissaris handhaven. BESCHIKKENDE: Handhaaft de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 2 juni 2009 tot afwijzing van de vordering inbewaringstelling. Aldus gedaan te Utrecht op 11 juni 2009 door mrs. E.F. Bueno, voorzitter, I. Bruna en D.C.P.M. Straver, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam als griffier.