
Jurisprudentie
BI8073
Datum uitspraak2008-10-13
Datum gepubliceerd2009-06-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers318636 / KG ZA 08-1107
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers318636 / KG ZA 08-1107
Statusgepubliceerd
Indicatie
Eisers vorderen gedaagden aan hen af te geven, althans ter inzage te verstrekken, alle originele bescheiden die opgemaakt zijn of betrekking hebben op alle door (een of meer van) hen verrichte feitelijke en of rechtshandelingen, waarbij Omniversum partij is, is geworden of is geweest. Gedaagden hebben aangevoerd dat de relevante informatie is verstrekt. Naar voorlopig oordeel is het volstrekt onaannemelijk dat gedaagden niet meer informatie kunnen overleggen dan zij thans hebben gedaan. Gelet op de belangen die eisers ook thans nog hebben bij het verkrijgen van de informatie over feitelijke en rechtshandelingen waarbij Omniversum partij is geworden of geweest, zal opnieuw een dwangsom worden toegewezen ter verdere versterking van het bevel zoals dat in het vonnis van 16 april 2008 (LJN: BC9680) is gegeven.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 13 oktober 2008,
gewezen in de zaak met zaak- / rolnummer: 318636 / KG ZA 08-1107 van:
1. [Y],
wonende te 's-Gravenhage,
2. de besloten vennootschap L&A Associates B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisers,
advocaat mr. F.H. Tiethoff te 's-Gravenhage,
tegen:
1. de besloten vennootschap [X] Multimedia Holding B.V.,
gevestigd te Wageningen,
2. de besloten vennootschap Berberis Beheer B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage, doch kantoorhoudende te Wageningen,
3. [X],
wonende te Wageningen,
gedaagden,
advocaat mr. I.R.M. Goedings te Ede.
Eisers worden hierna ook aangeduid als "[Y]" en "L&A" en gezamenlijk als '[Y] c.s." Gedaagden worden hierna ook aangeduid als "[XMH]", "Berberis" en "[X]".
1 De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 6 oktober 2008 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. De voorzieningenrechter verwijst naar zijn feitenvaststelling in het vonnis in kort geding van 16 april 2008 met rolnummer KG 07/803 (onder 2). In aanvulling op deze vaststelling wordt van het volgende uitgegaan.
1.2. Op 30 juli 2008 heeft tussen partijen een comparitie plaatsgevonden in het bodemgeschil tussen partijen. Het vonnis staat thans voor 1 november 2008.
1.3. Bij uitspraak van de ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 augustus 2008 is [Y] benoemd tot enig bestuurder van Omniversum en is [XMH] geschorst als bestuurder. Tevens zijn de door [XMH] in Omniversum gehouden aandelen onder beheer geplaatst.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
2.1. [Y] c.s. vorderen - zakelijk weergegeven - gedaagden op straffe van een dwangsom te veroordelen om binnen 24 uur na betekening dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, aan [Y] c.s. af te geven, althans ter inzage te verstrekken, alle originele bescheiden die opgemaakt zijn of betrekking hebben op alle door (een of meer van) hen verrichte feitelijke en of rechtshandelingen, waarbij Omniversum partij is, is geworden of is geweest.
2.2. Daartoe voeren [Y] c.s. het volgende aan.
Deze procedure betreft een herhaling van de procedure die heeft geleid tot het vonnis in kort geding van 16 april 2008. Aan de veroordeling tot overlegging van de stukken is geheel niet voldaan. Ondanks betekening en de opeising van de dwangsommen is geen enkel stuk overgelegd. Evenmin zijn de verbeurde dwangsommen betaald. Tijdens de comparitie van partijen in de bodemprocedure is daarover uitvoerig gesproken. Gummo B.V., aan wie uit de aanbetaling van de verkoop van het bedrijfspand aan WMZ een bedrag betaald is, heeft na veel correspondentie over en weer de stukken verstrekt die zien op de aan haar gedane betaling. Het betreft een factuur met de omschrijving "BER001 Presentatie Tesco middels website A Little Green Bag". Van de resterende € 275.000,-- ontbreekt de aan de daarvoor gedane betalingen ten grondslag liggende stukken en rechtsverhoudingen. Zo is bijvoorbeeld nog volstrekt onduidelijk of Omniversum aandeelhouder is geworden van de Engelse vennootschap Compak Ltd., waaraan of ten behoeve waarvan ruim € 210.000,-- is betaald. [Y] c.s. hebben er belang bij dat de veroordeling in het vonnis van 16 april 2008 verder wordt versterkt met een verhoogde dwangsom.
2.3. Gedaagden voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Onder meer gedaagden zijn bij vonnis van 16 april 2008 veroordeeld aan eisers ter inzage te verstrekken, alle originele bescheiden die zijn opgemaakt of die betrekking hebben op alle door (een of meer van) hen verrichte feitelijke en of rechtshandelingen, waarbij Omniversum partij is, is geworden of is geweest, zulks op straffe van een dwangsom van
€ 10.000,-- per dag met een maximum van € 500.000,--.
3.2. Eisers hebben aangevoerd dat gedaagden geen enkel stuk hebben overgelegd en eisers, en in het bijzonder [Y], daar groot belang bij hebben omdat [Y] statutair bestuurder is en ook ten tijde van het verrichten van de rechtshandelingen reeds was. Bovendien is voor het opmaken van de jaarrekening, naar eisers hebben betoogd, noodzakelijk dat helderheid komt omtrent de rechtsgrond en rechtsgevolgen van de betalingen ter hoogte van € 275.000,--. Ten slotte hebben eisers aangevoerd dat indien de jaarrekening over het boekjaar 2007, voor het opmaken waarvan de gevraagde informatie noodzakelijk is, niet voor 1 februari 2009 is gedeponeerd dit kan leiden tot het onweerlegbare vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur van [Y] in geval van een faillissement.
3.3. Gedaagden hebben aangevoerd dat de relevante informatie is verstrekt en hebben voorts aangegeven dat van een aantal gebeurtenissen wel stukken bestaan, zoals correspondentie en e-mails, maar dat die geen betrekking hebben op, naar de voorzieningenrechter begrijpt, feitelijke of rechtshandelingen waarbij Omniversum partij is geworden of geweest.
3.4. Ter zitting is gebleken dat gedaagden een kleine hoeveelheid informatie hebben verstrekt. Het is naar voorlopig oordeel volstrekt onaannemelijk dat gedaagden niet meer informatie kunnen overleggen dan zij thans hebben gedaan. Zo heeft de raadsman van WMZ die het bedrijfspand van Omniversum heeft gekocht, aangegeven dat over deze transactie een aanzienlijke hoeveelheid correspondentie bestaat, maar dat hij zelf niet bereid is die correspondentie over te leggen aan eisers. Deze informatie is niet door gedaagden aan eisers verstrekt. Voorts hebben gedaagden erkend dat er nog een aantal relevante e-mails bestaat die niet zijn overgelegd. Daarnaast is naar voorlopig oordeel niet aannemelijk dat de informatie over de betaling aan Compak Ltd. is overgelegd. Gedaagden hebben ter zake alleen aangevoerd dat de bij hen aanwezige informatie geen betrekking heeft op een transactie met Omniversum. Dat verweer wordt gepasseerd nu onaannemelijk is dat voor een betaling van € 210.000,-- in het geheel geen documentatie aanwezig is.
3.5. Gelet op de belangen die eisers ook thans nog hebben bij het verkrijgen van de informatie over feitelijke en rechtshandelingen waarbij Omniversum partij is geworden of geweest, zal opnieuw een dwangsom worden toegewezen ter verdere versterking van het bevel zoals dat in het vonnis van 16 april 2008 is gegeven. Het verweer van gedaagden dat de te verstrekken informatie kan worden gebruikt tegen hen, brengt niet mee dat zij geen gehoor hoeven te geven aan een onherroepelijke veroordeling in het vonnis van 16 april 2008.
3.6. De op te leggen dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Voorts zal er worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.
3.7. Gedaagden zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt gedaagden om binnen 24 uur na betekening aan eisers ter inzage te verstrekken alle originele bescheiden die opgemaakt zijn of betrekking hebben op alle door (een of meer van) hen verrichte feitelijke en of rechtshandelingen, waarbij Omniversum partij is, is geworden of is geweest, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,-- voor elke dag dat nagelaten wordt aan deze veroordeling te voldoen met een maximum van € 500.000,--;
- bepaalt dat bovenstaande dwangsom vatbaar is voor matiging op de wijze zoals onder 3.6 is vermeld;
- veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van eisers begroot op € 1.141,80, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 254,-- aan griffierecht en € 71,80 aan dagvaardingskosten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2008.
esk