
Jurisprudentie
BI8112
Datum uitspraak2009-06-12
Datum gepubliceerd2009-06-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers000393-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers000393-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
De kosten voor drie dagen ten onrechte ondergane inverzekeringstelling worden conform het standaardtarief vergoed. De overige gestelde schadeposten worden niet vergoed. Hiervoor geldt ofwel dat niet blijkt dat deze schade daadwerkelijk is geleden, ofwel dat niet blijkt dat de schade het gevolg is geweest van de ondergane verzekering.
Uitspraak
Raadkamernummer: 0393-08
GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Beschikking d.d. 12 juni 2009 van het gerechtshof, meervoudige raadkamer, op het hoger beroep tegen een beschikking ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering d.d. 21 april 2008 van de rechtbank Groningen op een verzoek van:
[verzoeker],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres]-1,
in persoon verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Maat, advocaat te Amsterdam.
De beschikking waarvan beroep
De rechtbank heeft de kosten voor de ten onrechte ondergane inverzekeringstelling conform het daarvoor vastgestelde tarief van € 95,- per dag toegewezen tot een bedrag van € 285,-. Voor het overige is het verzoek bij gebreke van een wettelijke grondslag afgewezen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding uit 's Rijks kas voor schade welke hij tengevolge van ondergane inverzekeringstelling in een strafzaak heeft geleden:
-immateriële schade wegens verblijf van 3 dagen op het politiebureau € 285,-
-opvangkosten voor de hond van verzoeker € 28,63
- schade als gevolg van het niet doorgaan van de aankoop van een
pand onder voor verzoeker gunstige voorwaarden € 15.000,-
- kosten voor psychische behandeling vanwege de
geweldadige aanhouding van verzoeker € 468,-
Aanwending van het rechtsmiddel
Verzoeker is blijkens akte d.d. 13 mei 2008 op de voorgeschreven wijze en tijdig van voormelde beschikking in hoger beroep gekomen.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift. De zaak is behandeld in openbare raadkamer van 29 mei 2009.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal, de verdachte en zijn raadsvrouw.
De beoordeling van het hoger beroep
Ingevolge artikel 89 Wetboek van Strafvordering kan de rechter op verzoek van de gewezen verdachte hem een vergoeding toekennen voor de schade welke hij ten gevolge van de ondergane verzekering of voorlopige hechtenis heeft geleden indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel.
De strafzaak is geëindigd op 21 november 2007 met een kennisgeving van sepot door de officier van justitie.
Door en namens verzoeker is aangevoerd dat hij overeenstemming had bereikt over de aankoop van een pand, onder de voorwaarde dat de levering een jaar later zou plaatsvinden. In dat jaar zou hij het pand verbouwen om zo het pand na een jaar met winst te kunnen doorverkopen. Door zijn inverzekeringstelling kon verzoeker niet verschijnen op de afspraak bij de notaris voor het passeren van de koopakte. De hele gang van zaken heeft de verkoper zodanig afgeschrikt dat hij heeft afgezien van de genoemde voorwaarde. Uiteindelijk is de koop doorgegaan zonder die voorwaarde. Omdat verzoeker door fysieke klachten als gevolg van de geweldadige aanhouding niet in staat bleek werkzaamheden aan het pand te verrichten, heeft hij het voor dezelfde prijs als het aankoopbedrag weer doorverkocht. Dit betekende voor verzoeker een inkomstenderving van ongeveer € 15.000,-.
Naar het oordeel van het hof is de door verzoeker gestelde schade van € 15.000 niet aannemelijk geworden. Het hof acht met name de noodzaak om het pand direct weer door te verkopen onvoldoende onderbouwd. Maar ook al zou de schade als gevolg van het vervallen van de afgesproken voorwaarde wel kunnen worden vastgesteld, dan geldt dat die schade niet is geleden ten gevolge van de ondergane verzekering, maar ten gevolge van wanprestatie van de verkoper. Dat verzoeker vanwege fysieke klachten niet heeft kunnen werken, is evenmin het gevolg van de inverzekeringstelling. Voor vergoeding van de gestelde schade is dan ook geen plaats.
De kosten voor psychische behandeling als gevolg van de geweldadige aanhouding van verzoeker komen niet voor vergoeding in aanmerking, aangezien ook dit geen schade is die verzoeker ten gevolge van de ondergane verzekering heeft geleden.
De opvangkosten voor de hond van verzoeker komen niet voor vergoeding in aanmerking, aangezien deze kosten niet door verzoeker zijn gemaakt. Verzoeker heeft immers in raadkamer verklaard dat hij de nota niet heeft betaald.
De kosten voor drie dagen ten onrechte ondergane inverzekeringstelling kunnen conform het daarvoor vastgestelde tarief van € 95,- per dag toegewezen tot een bedrag van € 285,-.
Beslissing op het hoger beroep
Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
kent aan verzoeker [verzoeker] toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 285,-..
Aldus gegeven door mrs. H.M. Poelman, als voorzitter, S.H. Wachter en A.J. Rietveld, bijgestaan door mr. H. de Ruijter als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
Beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag aan verzoeker.
Voorzitter