
Jurisprudentie
BI8419
Datum uitspraak2009-06-17
Datum gepubliceerd2009-06-17
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200808116/1/H1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-17
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200808116/1/H1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 17 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Margraten (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het realiseren van zes seniorenwoningen en een auto- en fietsenstalling op het perceel, gelegen aan De Hochterhof te Sint Geertruid.
Uitspraak
200808116/1/H1.
Datum uitspraak: 17 juni 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht van 24 september 2008 in zaak nrs. 08/1474 en 08/1473 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Margraten.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Margraten (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het realiseren van zes seniorenwoningen en een auto- en fietsenstalling op het perceel, gelegen aan De Hochterhof te Sint Geertruid.
Bij besluit van 29 juli 2008, verzonden op 7 augustus 2008, heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 24 september 2008, verzonden op 10 oktober 2008, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht (hierna: de voorzieningenrechter) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 november 2008, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 mei 2009, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door R.J.E. Walta, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het bouwplan voorziet in de bouw van een appartementencomplex met zes appartementen voor senioren. Het woongebouw telt twee bouwlagen en een zogeheten setback. Op elke verdieping worden twee woningen gerealiseerd. De bouwhoogte van het woongebouw is 10,20 m en de bouwdiepte is 12 m. Op het achterliggende terrein zijn een carport en een overdekte fietsenstalling geprojecteerd.
2.2. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Sint Geertruid" (hierna: het bestemmingsplan) hebben de gronden waarop het bouwplan betrekking heeft de bestemming "Woondoeleinden".
Ingevolge artikel 10, lid A, van de planvoorschriften, zijn de op de plankaart als zodanig aangewezen gronden bestemd voor wonen en de daarbij behorende voorzieningen.
Ingevolge artikel 10, lid B, onder 1.2, voor zover hier van belang, kent de centrale as/zichtlijn qua woningtypologie een gevarieerd beeld: aaneengesloten bebouwing (maximaal 3 woningen) aan de uiteinden bij het pleintje bij de aansluiting op de buitenring en bij de aansluiting op de verlengde Munckhof (de overgang naar het beschermde dorpsgezicht) en vrijstaande en halfvrijstaande woningen in het tussenstuk.
Ingevolge artikel 10, lid C, aanhef en onder 2.3 en 2.4, mogen op de tot "Woondoeleinden" aangewezen gronden uitsluitend worden gebouwd woningen met de daarbij behorende bijgebouwen en andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat ten aanzien van het bouwvlak in ten hoogste het op de plankaart aangeduide aantal bouwlagen of, voor zover een aanduiding op de plankaart ontbreekt, 2 bouwlagen mag worden gebouwd, ieder afzonderlijk met een hoogte van ten minste 2.40 m en ten hoogste 3.20 m, die met een zadeldak van ten minste 30˚ en ten hoogste 60˚ zullen worden afgedekt.
Ingevolge artikel 1, onder 16, wordt onder bouwlaag verstaan een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een onderbouw, zolder, dakopbouw of setback.
2.3. Vast staat dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan wegens het aantal voorziene woningen en het realiseren van een afwijkende dakvorm met een setback in plaats van een zadeldak. Om verwezenlijking van het bouwplan mogelijk te maken heeft het college vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening verleend.
2.4. [appellant] betoogt dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het appartementencomplex drie bouwlagen heeft, hetgeen niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan dat ter plaatse twee bouwlagen toestaat. Hij voert daartoe aan dat het college de derde bouwlaag ten onrechte heeft aangemerkt als setback.
2.5. Vast staat dat ingevolge het bestemmingsplan ter plaatse van het bouwplan ten hoogste twee bouwlagen zijn toegestaan. Ingevolge artikel 1 onder 16, van de planvoorschriften is een setback niet aan te merken als een bouwlaag. Voor beantwoording van de vraag wat onder setback moet worden verstaan heeft het college, bij gebreke aan een omschrijving in het bestemmingsplan, aansluiting gezocht bij de hiervoor in nieuwe bestemmingsplannen van de gemeente Margraten opgenomen definitie hiervan. Volgens deze definitie moet onder setback worden verstaan een dakopbouw, die gelegen is op tenminste 2 meter achter de doorgetrokken voorgevel van een woning met een hoogte van maximaal 3 meter. De voorzieningenrechter heeft terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat dit een onjuiste uitleg van het begrip setback is.
Anders dan de voorzieningenrechter is de Afdeling van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de in het bouwplan opgenomen derde woonlaag voldoet aan de door het college gehanteerde definitie van setback en derhalve niet kan worden aangemerkt als derde bouwlaag. Hierbij is in aanmerking genomen dat de hoogte van de derde woonlaag, die oploopt van 3 m aan de achterzijde tot 3,5 m aan de voorzijde, niet in overeenstemming is met de in de definitie voorgeschreven afmetingen. Voorts voorziet het bouwplan in twee woningen op iedere verdieping, en derhalve tevens in twee zelfstandige woningen op de verdieping die door het college als setback wordt gekarakteriseerd. Het college heeft onvoldoende gemotiveerd dat het begrip setback zo kan worden verstaan, dat hieronder ook een afzonderlijke woning kan worden begrepen, nu het volgens de definitie moet gaan om een dakopbouw, gelegen achter de voorgevel van een woning, hetgeen impliceert dat een setback een onderdeel van een woning is.
Nu het college niet voldoende heeft onderbouwd dat de in het bouwplan opgenomen derde woonlaag niet in strijd is met artikel 10, lid C, onder 2.3 van de planvoorschriften, en niet gebleken is dat de verleende vrijstelling ook betrekking heeft op deze strijdigheid, ontbeert het besluit op bezwaar een deugdelijke motivering.
Het betoog slaagt.
2.6. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de voorzieningenrechter had behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van [appellant] tegen het besluit van 29 juli 2008 van het college alsnog gegrond verklaren en dit besluit wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vernietigen.
2.7. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht van 24 september 2008 in zaak nrs. AWB 08/1474 en 08/1473;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Margraten van 29 juli 2008, verzonden op 7 augustus 2008, kenmerk 809;
V. gelast dat de gemeente Margraten aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 432,00 (zegge: vierhonderdtweeëndertig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. V. van Dorst, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Van Dorst
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 juni 2009
357-604.