
Jurisprudentie
BI8692
Datum uitspraak2009-06-10
Datum gepubliceerd2009-06-18
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 200.021.686
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-06-18
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersHV 200.021.686
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzoek crediteur tot tussentijdse beëindiging afgewezen. Mondelinge uitspraak ter zitting. Termijn hoger beroep is begonnen op datum uitspraak en niet op datum latere schriftelijke vastlegging
Uitspraak
CMvL
10 juni 2009
Sector civiel recht
Zaaknummer: HV 200.021.686/01
Zaaknummers eerste aanleg: 07/361 R en 07/362 R
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Arrest
in de zaak in hoger beroep van:
de vennootschap naar Engels recht Eurofactor (UK) LTD,
gevestigd te [vestigingsplaats], Verenigd Koninkrijk,
appellante,
hierna te noemen: Eurofactor,
advocaat: mr. P.W. Tubbergen,
t e g e n
[de man],
en
[de vrouw],
beiden wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [de man] en [de vrouw],
advocaat: mr. P.J.A. van de Laar.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de vonnissen van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, uitgesproken op 11 december 2008 maar gedateerd op 17 december 2008, waarvan de inhoud bij partijen bekend is.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 24 december 2008, heeft Eurofactor verzocht het vonnis van de rechtbank van 17 december 2008 te vernietigen en de aan [de man] en [de vrouw] verleende schuldsanering tussentijds te beëindigen.
2.2. Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 7 mei 2009, hebben [de man] en [de vrouw] verzocht het vonnis van de rechtbank van 17 december 2008 te bekrachtigen met veroordeling van Eurofactor in de proceskosten.
2.3. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 mei 2009. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- namens Eurofactor als advocaat mevrouw mr. I. van Marsbergen;
- [de man] en [de vrouw], bijgestaan door mr. P.J.A. van de Laar;
- mevrouw mr. M.C. van der Meij, hierna te noemen: de bewindvoerder.
2.4. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 11 december 2008;
- de brief d.d. 12 februari 2009 met bijlagen, afkomstig van de bewindvoerder;
- de brief met bijlagen van de advocaat van Eurofactor van 20 maart 2009;
- het vervolgverslag van de bewindvoerder ex artikel 318 Faillissementswet (Fw), ingekomen ter griffie d.d. 22 april 2009;
- de brief d.d. 6 mei 2009 van mr. P.J.A. van de Laar.
3. De beoordeling
3.1. Bij vonnissen van 16 april 2007 is ten aanzien van [de man] en [de vrouw] de toepassing van de schuldsanerings- regeling uitgesproken.
3.2. De rechter-commissaris heeft op 8 november 2007 een voordracht tot wijziging saneringsplan met beëindiging na verloop termijn zonder toekenning van de schone lei gedaan. Als grond voor de beëindiging heeft de rechter-commissaris aangevoerd dat er feiten en omstandigheden bekend zijn geworden die op het tijdstip van de indiening van de verzoek- schriften tot toelating tot de schuldsaneringsregeling reeds bestonden en die reden zouden zijn geweest de verzoeken af te wijzen overeenkomstig artikel 288 Fw, een en ander conform het bepaalde in artikel 350 lid 3 aanhef en sub f Fw.
3.3. Vervolgens heeft Eurofactor op 14 februari 2008 een verzoekschrift tot tussentijdse beëindiging van de schuldsanerings- regeling ingediend. Eurofactor is van mening dat de schuldsaneringsregeling tussentijds moet worden beëindigd op grond van artikel 350 lid 1 Fw. Eurofactor heeft zich dan ook aangesloten bij het verzoek van de rechter-commissaris. Bij vonnis(sen) waarvan beroep heeft de rechtbank geweigerd de toepassing van de schuldsaneringsregelingen tussentijds te beëindigen.
3.4. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft mr. Van Marsbergen medegedeeld dat Eurofactor het ingestelde hoger beroep ten aanzien van [de vrouw] intrekt. Het hof verstaat deze mededeling aldus, dat Eurofactor haar grieven tegen het bestreden vonnis – voor zover Eurofactor bedoeld had deze ook te richten tegen [de vrouw] – niet langer handhaaft. Gelet hierop dient Eurofactor in het door haar ingestelde hoger beroep – ten aanzien van [de vrouw] – alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.4.1. Ten aanzien van het hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [de man] overweegt het hof als volgt.
In het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 11 december 2008 is vermeld dat de rechter reeds thans zal mededelen hoe de uitspraak zal gaan luiden, gevolgd door de weergave van de mededeling van de rechter dat de rechtbank het verzoek van Eurofactor zal afwijzen. Desgevraagd heeft mr. Van Marsbergen, die ter zitting in eerste aanleg aanwezig is geweest, tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat de rechter ter zitting in eerste aanleg heeft medegedeeld direct mondeling uitspraak te zullen doen, dat de uitspraak na de zitting op schrift zou worden gesteld en op 17 december 2008 zou worden verzonden.
De bewindvoerder, die ook ter zitting in eerste aanleg aanwezig is geweest, heeft voormelde verklaring van mr. Van Marsbergen ter zitting in hoger beroep bevestigd. Mr. Van de Laar heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat hij ter zitting in eerste aanleg tot aan de schorsing aanwezig is geweest en dat de rechter, voorafgaand aan de schorsing, heeft medegedeeld dat zij zich over de zaak zou beraden en daarna uitspraak zou doen. Uit de inhoud van het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg, gezien in samenhang met voormelde verklaringen, moet worden geconcludeerd dat de rechter in eerste aanleg op de zitting van 11 december 2008 mondeling uitspraak heeft gedaan. Daarmee is de rechterlijke beslissing op die datum openbaar gemaakt en moet 11 december 2008 gelden als de dag van de uitspraak in de zin van artikel 351 Fw. Dit betekent dat op de datum waarop het hoger beroep is ingesteld, te weten 24 december 2008, de termijn van het hoger beroep reeds was verstreken zodat ook het hoger beroep in de zaak met betrekking tot [de man] niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
3.4.2. Het hof ziet onvoldoende aanleiding een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.
4. De uitspraak
Het hof:
verklaart Eurofactor niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep tegen de vonnissen van de rechtbank ’s-Hertogenbosch uitgesproken op 11 december 2008, maar gedateerd op 17 december 2008.
Dit arrest is gewezen door mrs. Kranenburg, De Klerk-Leenen en Pouw en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2009.