Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI9144

Datum uitspraak2009-06-17
Datum gepubliceerd2009-06-23
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/3713 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Met nader besluit geheel tegemoet gekomen. Proceskostenveroordeling in hoger beroep.


Uitspraak

07/3713 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K [Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 mei 2007, 06/5644 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv) Datum uitspraak: 17 juni 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellant heeft mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Bij besluit van 12 januari 2009 heeft het Uwv een nieuw besluit op bezwaar genomen. Bij brief van 24 maart 2009 heeft mr. R.G. van den Heuvel namens appellant verzocht om vergoeding van de kosten in hoger beroep. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten. II. OVERWEGINGEN 1. Met het besluit van 12 januari 2009 heeft het Uwv opnieuw op het bezwaar van appellant beslist. Dit besluit komt geheel tegemoet aan het beroep van appellant. Tussen partijen bestaat, gezien de inhoud van dit besluit, geen geschil meer. Derhalve heeft appellant geen belang meer bij een oordeel van de Raad over de aangevallen uitspraak. Het hoger beroep zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. 2. De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De Raad stelt vast dat hier slechts de in hoger beroep gemaakte kosten ter beoordeling staan. Deze proceskosten worden ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 644,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 322,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk; Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kosten van appellant tot een bedrag van € 966,- te betalen door Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan de griffier van de Raad; Bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan appellant het door hem betaalde griffierecht in beroep en in hoger beroep van in totaal € 144,- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 17 juni 2009. (get.) Ch. van Voorst. (get.) M.A. van Amerongen. KR