Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI9375

Datum uitspraak2009-06-09
Datum gepubliceerd2009-06-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001302-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vervolging wegens dronken rijden. Verdachte stelt in hoger beroep dat hij ten tijde van het hem ten laste gelegde feit gedetineerd was. De advocaat-generaal heeft de stelling van verdachte onderzocht en bevestigt deze. Volgt vrijspraak.


Uitspraak

Parketnummer: 24-001302-08 Parketnummer eerste aanleg: 18-654907-06 Arrest van 9 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 9 mei 2007 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1980] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats],[adres], niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van hetgeen aan hem is ten laste gelegd. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat: hij op of omstreeks 11 juni 2006, in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 365 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn. Vrijspraak Verdachte heeft schriftelijke bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat hij ten tijde van het hem ten laste gelegde feit gedetineerd was in Duitsland. De advocaat-generaal heeft ter zitting van het hof verklaard dat haar, na een ingesteld onderzoek, is gebleken dat verdachte op 11 juni 2006 daadwerkelijk gedetineerd was. Het hof acht, gelet op het voorgaande, niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij. Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. G. Dam en mr. H.K. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier, zijnde mr. Elzinga voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.