
Jurisprudentie
BI9894
Datum uitspraak2009-06-23
Datum gepubliceerd2009-06-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers281882 \ VZ VERZ 09-154
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2009-06-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers281882 \ VZ VERZ 09-154
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Relatieve bevoegdheid. Woonplaats buiten kanton Heerenveen. Sinds 2006 op detacheringsbasis feitelijk en onafgebroken gewerkt in Hoorn. Wanneer als onbetwist vast zou staan dat werknemer in Hoorn werkt in het kader van re-integratie, dan was de kantonrechter te Heerenveen bevoegd (gebleven). Tewerkstelling elders in het kader van re-integratie kan niet leiden tot een wijziging van de relatief bevoegde kantonrechter. Partijen twisten echter over de vraag of werknemer wel of niet arbeidsongeschikt is. De kantonrechter kan dit thans niet vaststellen en kan daarom evenmin vaststellen of de tewerkstelling in Hoorn verband houdt met een bij werknemer bestaande arbeidsongeschiktheid. Daarom moet voor de relatieve bevoegdheid aansluiting worden gezocht bij de plaats waar de arbeid feitelijk wordt verricht. Volgt verwijzing naar kantonrechter te Hoorn.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 281882 VZ VERZ 09-154
beschikking van de kantonrechter d.d. 23 juni 2009
inzake
De stichting Stichting De Tjongerschans,
hierna te noemen: Tjongerschans,
gevestigd te Heerenveen,
verzoekster,
gemachtigde: mr. A.C. Beijderwellen-Wittekoek,
tegen
[werknemer],
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [woonplaats buiten Friesland],
verweerder,
gemachtigde: mr. C. Nekeman.
Het procesverloop
Tjongerschans heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 mei 2009, verzocht de tussen haar en [werknemer] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Het verweerschrift van [werknemer] is binnengekomen op 10 juni 2009.
De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 juni 2009.
Motivering
1. [werknemer] heeft voor alle weren gesteld dat naar zijn mening de kantonrechter te Heerenveen niet bevoegd is om kennis te nemen van het verzoekschrift, omdat [werknemer] niet woonachtig is in het kanton Heerenveen en hij aldaar ook niet de arbeid verricht. [werknemer] heeft tot juni 2006 gewerkt in het ziekenhuis De Tjongerschans te Heerenveen, maar sindsdien is hij, op detacheringsbasis, alleen nog maar werkzaam in het Westfriesgasthuis te Hoorn. De werkzaamheden in het Westfriesgasthuis te Hoorn vinden niet plaats op basis van re-integratie, omdat [werknemer] niet arbeidsongeschikt is in de zin van de wet.
2. Tjongerschans heeft gesteld dat [werknemer] langdurig arbeidsongeschikt is en om die reden zijn werkzaamheden niet kan verrichten in het ziekenhuis De Tjongerschans te Heerenveen. Hij werkt op basis van re-integratie in het ziekenhuis in Hoorn. De kern van de arbeidsovereenkomst is gelegen in Heerenveen. Honorering van het standpunt van [werknemer] zou betekenen dat ten aanzien van werknemers, die in het kader van re-integratie elders dan bij de eigen werkgever werken, de kantonrechter in de plaats van de oorspronkelijke plaats van tewerkstelling na twee jaar niet meer bevoegd zou zijn. Verder speelt er tussen partijen nog een discussie over in het verleden gemaakte afspraken. Er is een aanzienlijke kans dat daarover nog een gerechtelijke procedure zal worden gevoerd. Die procedure zal dan plaatsvinden ten overstaan van de kantonrechter te Heerenveen. Het is daarom praktisch om ook de onderhavige procedure bij deze kantonrechter te voeren.
3. De kantonrechter zal allereerst dienen te oordelen over het door [werknemer] opgeworpen bevoegdheidsverweer. Volgens artikel 7:685 lid 3 BW wordt een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst gedaan aan de ingevolge de artikelen 99, 100, en 107 tot en met 109 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegde kantonrechter. Krachtens de hier van belang zijnde artikelen 99 Rv en 100 Rv is bevoegd de rechter van de woonplaats van de gedaagde dan wel de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt of laatstelijk gewoonlijk werd verricht.
4. Tjongerschans heeft, nu [werknemer] woonachtig is in [woonplaats buiten Friesland], met het indienen van het verzoek bij de kantonrechter te Heerenveen kennelijk beoogd aansluiting te zoeken bij de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.
5. Tussen partijen staat niet ter discussie dat [werknemer] in dienst is bij Tjongerschans, maar sinds juni 2006 op detacheringsbasis feitelijk en onafgebroken slechts werkzaam is in het Westfriesgasthuis te Hoorn. Partijen twisten over de vraag of [werknemer] arbeidsongeschikt is en of de detachering in Hoorn moet worden beschouwd als re-integratie door middel van inschakeling in het bedrijf van een andere werkgever.
6. De kantonrechter kan het standpunt van Tjongerschans, dat het niet de bedoeling kan zijn dat als gevolg van tewerkstelling elders in het kader van re-integratie uit arbeidsongeschiktheid, een wijziging van de relatief bevoegde kantonrechter zou plaatsvinden, onderschrijven. Deze consequentie verdraagt zich naar het oordeel van de kantonrechter niet met het middel van re-integratie door middel van een dergelijke tewerkstelling elders terwijl het dienstverband met de werkgever gehandhaafd blijft, waarbij er nog op kan worden gewezen dat het aanvaarden van passende arbeid elders ingevolge het bepaalde in artikel 7:658a lid 1 BW ook geen wijziging van de rechtspositie van de betrokken werknemer met zich meebrengt. Dat de bepaling in artikel 100 Rv beoogt partijen een forum om te procederen te bieden in de nabijheid van de plaats van de arbeid, doet daar ook niet aan af.
7. De kantonrechter stelt echter vast dat [werknemer] de gemotiveerde stelling van Tjongerschans, inhoudende dat hij wel arbeidsongeschikt is, eveneens gemotiveerd en door middel van het overleggen van stukken heeft betwist. De kantonrechter is op grond hiervan van oordeel dat hij niet kan vaststellen of er sprake is van arbeidsongeschiktheid en tewerkstelling in Hoorn in verband daarmee. Dan resteert de vaststelling dat de situatie nu zo is dat de arbeid door [werknemer] gewoonlijk slechts wordt verricht in Hoorn en dat op grond daarvan volgens het bepaalde in artikel 100 Rv de kantonrechter te Hoorn, en niet de kantonrechter te Heerenveen, bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek. De toevoeging in artikel 100 Rv op grond waarvan de kantonrechter bevoegd is in de plaats waar de arbeid laatstelijk gewoonlijk werd verricht is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval niet relevant, omdat het daar betreft de situatie waarbij geen arbeid meer wordt verricht.
8. Voor de stelling dat de kantonrechter te Heerenveen het verzoek zou moeten kunnen beoordelen omdat dit mogelijkerwijs praktisch is, biedt artikel 100 Rv geen grondslag.
9. De kantonrechter zal de zaak gezien het voorgaande dan ook in de stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de bevoegde kantonrechter, rechtbank Alkmaar, sector kanton, locatie Hoorn.
10. Voor een veroordeling in de proceskosten van een der partijen is in dit stadium geen aanleiding. Daarover zal bij de uiteindelijke beslissing omtrent het verzoek dienen te worden geoordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
verklaart zich onbevoegd;
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt voor verdere beoordeling naar de rechtbank Alkmaar, sector kanton, locatie Hoorn.
Aldus gegeven te Heerenveen en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2009 door mr. R. Giltay, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 184