Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ0389

Datum uitspraak2009-05-25
Datum gepubliceerd2009-06-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.607054-09, 07.603440-08, 07.601136-08, 07.600325-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

bewijs, strafmaatmotivering


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector strafrecht parketnummers: 07.607054-09; 07.603440-08; 07.601136-08; 07.600325-09 vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 mei 2009 in de strafzaak tegen [verdachte], Geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende [woonplaats]. Raadsman mr. J.R. Bügel, advocaat te Dronten. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 mei 2009, waarbij de officier van justitie, mr. M.A. Bult, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd. 2 De tenlastelegging De verdachte is ten laste gelegd dat: T.a.v. parketnummer 07.607054-09: hij op of omstreeks 04 februari 2009 in de gemeente Lelystad ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een parkeerautomaat (op het [adres]) weg te nemen enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde parkeerautomaat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met een breekijzer en/of een moker, althans met een soortgelijk (breek)voorwerp, die parkeerautomaat open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 04 februari 2009 in de gemeente Lelystad tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een parkeerautomaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt; T.a.v. parketnummer 07.603440-08: 1. hij op verschillende tijdstippen op of omstreeks 01 december 2008 in de gemeente Lelystad opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [[agent] en/of [agent] en/of [agent] en/of [agent], allen hoofdagent van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, tijdens de aanhouding en/of overbrenging van verdachte in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerlijers" en/of "vuile kanker joden" en/of "motherfuckers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; 2. hij op verschillende tijdstippen op of omstreeks 01 december 2008 in de gemeente Lelystad [agent] en/of [agent] en/of [agent] en/of [agent], allen hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [agent] en/of [agent] en/of [agent] en/of [agent] dreigend de woorden toegevoegd dat als hij, verdachte, een vuurwapen bij zich had, het anders zou zijn afgelopen en/of "Als ik een wapen bij mij had, dan was dit anders gegaan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 3. hij op of omstreeks 25 december 2007 in de gemeente Lelystad (een) wapenstok, zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; T.a.v. parketnummer 07.601136-08: hij op of omstreeks 08 mei 2008 in de gemeente Lelystad, toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en) [agent] (hoofdagent Lelystad West) en/of [agent] (hoofdagent Lelystad West) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en), had(en) aangehouden en had(en) vastgegrepen, althans vast had(en), teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen genoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, heeft verzet door te rukken en/of te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte te geleiden; T.a.v. parketnummer 07.600325-09: hij op of omstreeks 02 november 2008 in de gemeente Lelystad een of meer wapens van categorie I, onder 1, te weten een vlindermes, heeft gedragen en/of voorhanden heeft gehad; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad. 3 De voorvragen De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 De bewijsmiddelen Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht. 4.2 De bewijsoverwegingen 4.2.1 Het standpunt van de verdediging T.a.v. parketnummer 07.607054-09. De verdediging stelt zich op het standpunt dat vrijspraak dient te volgen. De verdediging bepleit dat de ter terechtzitting getoonde beelden niet duidelijk zijn, er zijn enkel silhouetten te zien en daaruit is niet af te leiden dat verdachte betrokken is geweest bij de poging de parkeerautomaat te kraken. Bovendien bestrijken de beelden, die wisselend zijn en die niet aaneen stuk door de weergave van de kraak poging behelzen een lange periode. Subsidiair bepleit de verdediging dat er gezien het proces-verbaal van bevindingen wettig bewijs is, maar dat de overtuiging ontbreekt. Ten aanzien van de vordering benadeelde partij bepleit de verdediging afwijzing, aangezien de vordering te ingewikkeld is en zich niet leent voor behandeling bij de strafkamer. Uit het dossier is op te maken dat de eigendom van de parkeerautomaat bij de [slachtoffer] behoort, niet bij de benadeelde partij [benadeelde partij]. T.a.v. parketnummer 07.603440-08. De verdediging bepleit dat ten aanzien van feit 1 wettig bewijs aanwezig is, maar dat de overtuiging ontbreekt. Verdachte is aangehouden voor een zwaarder feit dan de huidige verdenking. Voor de zwaardere verdenkingen hoeft verdachte zich niet te verantwoorden. Verdachte heeft het gevoel dat de politie het niet goed met hem voor heeft. Dit verklaart ook de afstandelijke houding van verdachte ter terechtzitting. Ten aanzien van feit 2 bepleit de verdediging eveneens vrijspraak, aangezien niet uit het dossier blijkt dat aangifte is gedaan door de verbalisanten. 4.2.2 Het oordeel van de rechtbank T.a.v. parketnummer 07.607054-09. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank verenigt zich met het standpunt van de verdediging, dat de getoonde beelden van te slechte kwaliteit zijn om daarop een persoon te herkennen. Bovendien is verdachte anderhalf uur na de poging tot kraak van de parkeerautomaat aangehouden. Gezien het tijdsverloop is niet uit te sluiten dat verdachte dat – zou verdachte op de beelden al herkend kunnen worden - ter plaatste is verschenen nadat onbekend gebleven daders getracht hebben de parkeerautomaat te kraken. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken. T.a.v. parketnummer 07.603440-08. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Niet aannemelijk is geworden dat verdachte deze beledigende woorden niet heeft geuit. Er is geen reden om aan te nemen dat vier verbalisanten hun verklaring in strijd met de waarheid hebben gedaan. De aanleiding van de aanhouding van verdachte maakt dit niet anders. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. In het proces-verbaal van bevindingen geven alle vier de verbalisanten aan dat zij zich bedreigd voelden door verdacht en dat zij aangifte doen van bedreiging. De rechtbank acht het op ambtseed/belofte opgemaakt proces-verbaal, dat door alle verbalisanten is ondertekend, voldoende voor het aannemen van wettig en overtuigend bewijs. T.a.v. parketnummer 07.601136-08. De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Niet aannemelijk is geworden dat de verbalisanten in het proces-verbaal van bevindingen in strijd met de waarheid verklaren. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat een van de verbalisanten daadwerkelijk letsel heeft opgelopen, zoals te zien is op de foto van de bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen. 4.3 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte: T.a.v. parketnummer 07.603440-08: 1. Hij op verschillende tijdstippen op 01 december 2008 in de gemeente Lelystad opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [agent] en [agent] en [agent] en [agent], allen hoofdagent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, tijdens de aanhouding en overbrenging van verdachte in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerlijers" en "vuile kanker joden" en "motherfuckers", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking. 2. Hij op verschillende tijdstippen op 01 december 2008 in de gemeente Lelystad [agent] en [agent] en [agent] en [agent], allen hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [agent] en [agent] en [agent] en [agent] dreigend de woorden toegevoegd dat als hij, verdachte, een vuurwapen bij zich had, het anders zou zijn afgelopen en "Als ik een wapen bij mij had, dan was dit anders gegaan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking. 3. Hij op 25 december 2007 in de gemeente Lelystad een wapenstok, zijnde een voorwerp als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen. T.a.v. parketnummer 07.601136-08: Hij op 08 mei 2008 in de gemeente Lelystad, toen een aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaren [agent] (hoofdagent Lelystad West) en [agent] (hoofdagent Lelystad West) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één op heterdaad ontdekt strafbaar feit, hadden aangehouden en hadden vastgegrepen, teneinde verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen genoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtenaren verdachte trachtte te geleiden. T.a.v. parketnummer 07.600325-09: Hij op 02 november 2008 in de gemeente Lelystad een wapen van categorie I, onder 1, te weten een vlindermes, voorhanden heeft gehad. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert het volgende strafbare feit op: T.a.v. parketnummer 07.603440-08: Feit 1: Belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 266, juncto 267 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 2: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 3: Handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 54 van de Wet wapens en munitie. T.a.v. parketnummer 07.601136-08: Wederspannigheid, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 180 van het Wetboek van Strafrecht. T.a.v. parketnummer 07.600325-09: Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie. 6 De strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 7 De strafoplegging 7.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte vrij te spreken van het onder 2 van parketnummer 07.603440-08 ten laste gelegde. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake de overige ten laste gelegde feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van parketnummer 07.607054-09 toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] BV – hoofdelijk – tot een bedrag van € [bedrag], alsmede oplegging van de maatregel tot schadevergoeding ten behoeve van dit slachtoffer tot voornoemd bedrag. 7.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging stelt zich op het standpunt dat de strafvordering van de officier van justitie buiten proportie is: de eventueel bewezenverklaarde feiten zijn geringe strafbare feiten. Gezien de justitiële documentatie van verdachte is de strafvordering fors. De houding van verdachte ter terechtzitting behoort niet in zijn nadeel te worden meegewogen bij de straf. De houding van verdachte is te verklaren uit het feit dat verdachte veelvuldig aangehouden wordt voor ernstige strafbare feiten, waarna blijkt dat verdachte daar niets mee te maken heeft. De verdediging verzoekt verdachte een straf te geven volgens de richtlijnen. De verdediging is van mening dat een op te leggen gevangenisstraf de duur van het door verdachte ondergane voorarrest niet behoort te overschrijden. 7.3 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank acht na te noemen beslissing passend met betrekking tot de misdrijven. De rechtbank zal op de voet van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel opleggen voor de bewezen verklaarde overtreding (feit 3 met parketnummer 07.603440-08). Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met: - een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 9 april 2009. 8 De benadeelde partij De benadeelde partij [benadeelde partij] BV vordert een schadevergoeding van € [bedrag] voor het ten laste gelegde feit met parketnummer 07.607054-09. Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. 9 De wettelijke voorschriften De beslissing berust, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 57, 62 en 91 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 10 De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 07.607054-09 ten laste gelegde feit; Bewezenverklaring - verklaart de overig ten laste gelegde feiten bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar; - verklaart verdachte strafbaar; Strafoplegging T.a.v. parketnummer 07.603440-08: T.a.v. feit 3: - bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd; T.a.v. het overige: - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 100 (honderd) dagen, waarvan 23 (drieëntwintig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar; - bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit; - bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf. Benadeelde partij - verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] BV niet-ontvankelijk in haar vordering. Dit vonnis is gewezen door mr. E.W. Akkerman, voorzitter, mrs. C.E. Buitendijk en S.E. Bins-van Waegeningh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 mei 2009. Mrs. E.W. Akkerman en S.E. Bins-van Waegeningh voornoemd waren buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.