Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ0533

Datum uitspraak2009-06-22
Datum gepubliceerd2009-06-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.603298-08, 07.607081-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

bedreiging bewijs


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector strafrecht parketnummers: 07.603298-08 en 07.607081-09 vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 juni 2009 in de strafzaak tegen [verdachte], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende [woonplaats]. Raadsvrouw mr. N.C. Milani advocaat te Lelystad. 1 Onderzoek van de zaak Overeenkomstig artikel 369 van het Wetboek van Strafvordering heeft de politierechter de zaak met parketnummer 07.603298-08 naar deze kamer verwezen. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 juni 2009, waarbij de officier van justitie, mr. M.A. Bult en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken onder voormelde parketnummers gevoegd. 2 De tenlastelegging Verdachte is ten laste gelegd dat: T.a.v. parketnummer 07.603298-08. zij op of omstreeks 19 oktober 2008 in de gemeente Almere [slachtoffer 1] (echtgenoot) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend de punt van een mes op/tegen de borst, in ieder geval op/tegen het lichaam gezet en/of (vervolgens) een mes op/tegen zijn keel/hals/nek gezet en/of daarbij deze [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd:"ik steek je dood" en/of "ik maak je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; T.a.v. parketnummer 07.607081-09. 1. zij op of omstreeks 28 februari 2009 in de gemeente Almere opzettelijk mishandelend haar echtgenoot, in ieder geval een persoon, te weten [slachtoffer 1], (met kracht) in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 2. zij op of omstreeks 28 februari 2009 in de gemeente Almere [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend - een (aardappel)mes, in ieder geval een dergelijk scherp en/of puntig voorwerp gepakt en/of - (vervolgens) dat (aardappel)mes, in ieder geval dat dergelijke scherpe en/of puntige voorwerp, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] gehouden, in ieder geval aan die [slachtoffer 1] getoond, in ieder geval zichtbaar voor die [slachtoffer 1] vastgehouden en/of - (vervolgens) met dat (aardappel)mes, in ieder geval met dat dergelijke scherpe en/of puntige voorwerp, op/in het linkerbeen en/of op/in de linkerarm, in ieder geval op/in het lichaam, van die [slachtoffer 1] geprikt/gestoken/gesneden, in ieder geval met dat (aardappel)mes, in ieder geval met dat dergelijke scherpe en/of puntige voorwerp, het linkerbeen en/of de linkerarm, in ieder geval het lichaam, van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Als je door blijft gaan, steek ik je neer.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 3. zij op of omstreeks 28 februari 2009 in de gemeente Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan haar echtgenoot, in ieder geval aam een persoon, te weten [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, in ieder geval éénmaal, met een (aardappel)mes, in ieder geval met een dergelijk scherp en/of puntig voorwerp, op/in het linkerbeen en/of op/in de linkerarm, in ieder geval op/in het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft geprikt/gestoken/gesneden, in ieder geval met dat (aardappel)mes, in ieder geval met dat dergelijke scherpe en/of puntige voorwerp, het linkerbeen en/of de linkerarm, in ieder geval het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. zij op of omstreeks 06 mei 2008 in de gemeente Almere met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, ter hoogte van [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit het (met kracht) meermalen, in elk geval éénmaal, op/tegen de/een arm(en) en/of op/tegen de rug, in elk geval op/tegen het lichaam slaan/stompen; althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: zij op of omstreeks 06 mei 2008 in de gemeente Almere opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]), (met kracht) op/tegen de/een arm(en) en/of op/tegen de rug, in elk geval op/tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; Ten gevolge van kennelijke vergissingen staat in de tenlastelegging (parketnummer 07.607081-09 onder 3) in de tweede regel "aam" in plaats van "aan" en (parketnummer 07.607081-09 onder 4 primair) in de derde regel "[slachtoffer 2]" in plaats van "[slachtoffer 2]". De rechtbank herstelt deze vergissingen door telkens het laatste te lezen voor het eerste. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting wordt de verdachte daardoor in de verdediging niet geschaad. 3 De voorvragen De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging. 4 De beoordeling van het bewijs 4.1 De bewijsmiddelen Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht. 4.2 De bewijsoverwegingen T.a.v. parketnummer 07.603298-08. De verdediging bepleit dat enkel het zetten van een mes op de borst van aangever wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daartoe voert zij aan dat geen wettig bewijs aanwezig is voor het op de keel zetten van een mes en de in de tenlastelegging gebezigde woorden, aangezien enkel verdachte hierover verklaart. Verdachte heeft echter nadien verklaard dat ze zich niets kan herinneren van hetgeen is voorgevallen op die 19e oktober 2008. De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte heeft op 19 oktober 2008 bij de politie een verklaring afgelegd, waarin zij bekent dat zij aangever heeft bedreigd met een mes en bedreigende woorden heeft gebruikt. Op de terechtzitting van 8 juni 2009 blijft verdachte bij haar eerder afgelegde verklaringen (bij de politie en op de politierechterzitting d.d. 17 december 2008). Niet aannemelijk is geworden dat verdachte op haar eerder gedane bekennende verklaringen wil terugkomen. Op grond van hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen acht zij het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend te bewijzen. 4.3 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte: T.a.v. parketnummer 07.603298-08. op 19 oktober 2008 in de gemeente Almere [slachtoffer 1] (echtgenoot) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend de punt van een mes op het lichaam van deze [slachtoffer 1] gezet en daarbij deze [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "ik maak je af". T.a.v. parketnummer 07.607081-09. 1. op 28 februari 2009 in de gemeente Almere opzettelijk mishandelend haar echtgenoot, [slachtoffer 1], met kracht in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden. 2. op 28 februari 2009 in de gemeente Almere [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend - een aardappelmes gepakt en - vervolgens dat aardappelmes, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] gehouden en - met dat (aardappel)mes het linkerbeen van die [slachtoffer 1] aangeraakt en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd : "Als je door blijft gaan, steek ik je neer.". De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het de feiten uitsluiten. Dit levert de volgende strafbare feiten op: T.a.v. parketnummer 07.603298-08. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. T.a.v. parketnummer 07.607081-09. Feit 1. Mishandeling begaan tegen zijn echtgenoot, strafbaar gesteld bij de artikelen 300 juncto 304 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 2. Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. 6 De strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit. 7 De strafoplegging 7.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 3, 4 primair en subsidiair (parketnummer 07.607081-09) ten laste gelegde. Voorts heeft de officier van justitie de veroordeling van verdachte gevorderd ter zake van parketnummer 07.607081-09 onder 1 en 2 en parketnummer 07.603298-08 tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar, met als bijzondere voor¬waarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen door of namens de Reclassering, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij de Meregaard, Tactus of een andere, soortgelijke instelling en/of een intramurale behandeling, alsmede ter zake de inbeslaggenomen voorwerpen: de verbeurdverklaring van het mes. 7.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging vraagt de rechtbank rekening te houden met het navolgende. Verdachte is niet eerder met politie of justitie in aanraking gekomen. Verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar geacht door een psycholoog. Die zou moeten gelden voor alle bewezenverklaarde feiten, aangezien de omstandigheden ten tijde van alle feiten hetzelfde waren. 7.3 Het oordeel van de rechtbank Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een voorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met: - een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 13 mei 2009; - een de verdachte betreffend Voorlichtingsrapport d.d. 4 december 2008 uitgebracht door S.P. Sneep, reclasseringswerker van Tactus Verslavingszorg te Flevoland; - een de verdachte betreffend Vroeghulp interventierapport d.d. 3 maart 2009 uitgebracht door S.P. Sneep, reclasseringswerker van Tactus Verslavingszorg te Flevoland; - een psychologisch rapport d.d. 3 maart 2009, uitgebracht door drs. M.G.J. Nijhuis-Quanjel, klinisch psycholoog, vast gerechtelijk deskundige. De psycholoog komt in genoemd rapport tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens in de vorm van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Ten tijde van het ten laste gelegde was verdachte ernstig onder invloed van alcohol en weed. De psycholoog acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar voor het ten laste gelegde. De rechtbank neemt die conclusie van de psycholoog over, maakt die tot de hare en heeft bij het vaststellen van de strafmaat rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank ziet thans, anders dan de officier van justitie vordert, geen mogelijkheden tot een uitspraak waarin wordt bepaald dat verdachte intramuraal behandeld moet worden. 8 Het beslag T.a.v. parketnummer 07.603298-08. De rechtbank acht het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp vatbaar voor verbeurdverklaring, aangezien met behulp van dit aan verdachte toebehorende voorwerp het bewezenverklaarde feit is begaan. 9 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 33, 33a, 57, 285, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 10 De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten met parketnummer 07.607081-09 onder 3, 4 primair en subsidiair; Bewezenverklaring - verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart dat de bewezen feiten strafbaar; - verklaart verdachte strafbaar; Strafoplegging - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar; - bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast: omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit; omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet of niet naar behoren heeft nageleefd; - stelt als bijzondere voorwaarde: dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland; - draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde; - bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf; - heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op; Beslag - verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een keukenmes. Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A. ter Meer-Siebers, voorzitter, mr. M.C.P. de Ridder en mr. W.F. Roelink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 juni 2009.