Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ1743

Datum uitspraak2009-05-25
Datum gepubliceerd2009-07-07
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07/400193-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

strafmaatmotivering


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector strafrecht parketnummer: 07.400193-08, 06.400154-06(vtvv) vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 mei 2009in de strafzaak tegen [verdachte] Geboren [geboortejaar] thans verblijvende in [xxx] Onderzoek van de zaak. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 mei 2009, waarbij de officier van justitie, mr. G.C. Pol, de verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors, advocaat te Zwolle, hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting is ook de vordering tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermeld parketnummer. De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht, evenals de ter terechtzitting van 25 mei 2009 door de officier van justitie ingediende wijziging tenlastelegging die door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad. 1. De voorvragen. De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging. 2. De beoordeling van het bewijs Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht. De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 1. op 07 augustus 2008 in de gemeente Wageningen een personenauto, merk Volkswagen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. 2. op 07 augustus 2008 in de gemeente Wageningen[naam] en [naam], beiden politieambtenaren van de Regiopolitie Gelderland-Midden heeft bedreigd met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een auto met onverminderde snelheid toegereden op de politieauto, waarin die [naam] en die [naam] zich toen bevonden; 3. op 07 augustus 2008 in de gemeente Wageningen opzettelijk beledigend de politieambtenaren van de Regiopolitie Gelderland Midden, te weten [naam] en [naam], gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "teringlijers, hoerenzonen". 4. op verschillende tijdstippen op 08 augustus 2008 in de gemeente(n) Arnhem en/of Ede [na[naam] telkens heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam] (telkens) dreigend de woorden toegevoegd:"Als ik straks buiten ben dan pak ik je" en/of "Je moet me nooit meer aanspreken, ook niet voor verhoor, anders sla of schop ik je" en/of "Als ik je op straat tegenkom dan schiet ik je", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking. 5. op 21 augustus 2008 in de gemeente Ede [naam] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde Mooij dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je kapot, ik zoek jou op, als ik je buiten op straat tegen kom dan ben je voor mij", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking. 7. op 06 augustus 2008 in de gemeente Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee, een creditcard, een rijbewijs en een id-kaart en geld, toebehore[naam]] 8. op 06 augustus 2008 in de gemeente Nieuwegein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen EUR 122,40, toebehorende aan [naam], waarbij verdachte het weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door in een winkel van Douglas met een creditcard op naam van die [naam] de aanschaf van parfumerieartikelen te betalen; 9. op 11 juli 2008 in de gemeente Raalte, een auto, merk Peugeot voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 3 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de volgende strafbare feiten op: 1. opzetheling, strafbaar gesteld bij artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht. 2. bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. 3.belediging van een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, strafbaar gesteld bij artikel 266 juncto 267 van het Wetboek van Strafrecht. 4.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van strafrecht. 5.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, strafbaar gesteld bij artikel 285 vna het Wetboek van Strafrecht. 7.diefstal, strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. 8.diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, strafbaar gesteld bij artikel 310 juncto 311 van het Wetboek van Strafrecht. 9.opzetheling, strafbaar gesteld bij artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht. 4 De strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 5 De strafoplegging De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, te weten alle aan verdachte ten laste gelegde feiten, gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 2 jaren met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft hij gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling toe te wijzen en te gelasten dat de inbeslaggenomen VW Bora aan de aangeefster [naam] wordt teruggegeven. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de veelheid aan feiten en de ernst van de feiten, een gevangenisstraf van geruime duur noodzakelijk is. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie. Een eerdere veroordeling wegens soortgelijke feiten heeft kennelijk geen enkel positief effect gehad blijkende uit het feit dat verdachte nog in een proeftijd liep en dat voor hem geen beletsel is geweest door te gaan met het plegen van strafbare feiten. Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de verminderde toerekenbaarheid van verdachte voor wat betreft de feiten 3,4 en 5, zoals is geconcludeerd in de zich in het dossier bevindende rapportage van het NIFP betreffende verdachte. De ad informandum gevoegde feiten De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de volgende door verdachte bekende en ad informandum op de dagvaarding vermelde strafbare feiten: 1.parketnummer 07.531064-08: het verstoren van de rust en orde door te roken in een vervoermiddel waar dit verboden is op het baanvak Amersfoort/Zwolle gepleegd op 1 februari 2008. 2.parketnummer 07.400193-08: door het bevoegd gezag naar zijn naam gevraagd een valse naam opgeven, artikel 435 van het Wetboek van Strafrecht, gepleegd op 5 augustus 2008 te Ede. 6 De benadeelde partij De benadeelde partij [naam] vordert een schadevergoeding van € 452,23 ten aanzien van feit 1. De rechtbank acht de vordering niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De benadeelde partij [naam] vordert een schadevergoeding van € 858,01 voor de feiten 7 en 8. De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering zal worden toegewezen. Met betrekking tot de toegekende vordering van de benadeelde partij [naam] zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. 7 Het beslag Nu in het dossier geen beslaglijst is aangetroffen en uit het dossier blijkt dat er reeds een beslissing omtrent het beslag is genomen zal de rechtbank daaromtrent geen beslissing meer nemen. 8 De vordering tot tenuitvoerlegging De officier van justitie heeft gevorderd dat de door de meervoudige kamer in dit arrondissement op 19 december 2006 opgelegde voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf van 6 maanden, ten uitvoer zal worden gelegd. De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. 9 De wettelijke voorschriften De beslissing berust , naast de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, op de artikelen 10, 27, 36f, 45 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. 10. De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair, 2 primair en subsidiair, 6, 10, 11 en 12 ten laste gelegde feiten; Bewezenverklaring - verklaart het onder 1 subsidiair, 2 meer subsidiair, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart verdachte strafbaar; Strafoplegging - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1 jaar; - bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf. Vordering tenuitvoerlegging - gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 19 december 2009 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 07.400154-06 ten uitvoer zal worden gelegd, te weten gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden. Benadeelde partijen - verklaart de benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; - veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam] tot een bedrag van € 858,01. - veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil. - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam], € 858,01 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 17 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; - bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd. Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster, voorzitter, mr. G.A. Versteeg en mr. L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Sijnstra – Meijer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 juni 2009. BIJLAGE I: De tenlastelegging BIJLAGE II: De wijziging tenlastelegging