Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ1947

Datum uitspraak2009-07-02
Datum gepubliceerd2009-07-08
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/3686 AKW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Weigering kinderbijslag toe te kennen. Evenals de rechtbank is de Raad van oordeel dat uit artikel 7 van de Algemene kinderbijslagwet (AKW) volgt dat het recht op kinderbijslag eindigt zodra het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.


Uitspraak

08/3686 AKW Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellant], wonende te Marokko (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 mei 2008, 06/6171 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb). Datum uitspraak: 2 juli 2009 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2009. Namens appellant is verschenen zijn dochter [naam dochter]. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. Groenendaal. II. OVERWEGINGEN 1. Bij besluit van 14 augustus 2006 heeft de Svb geweigerd aan appellant met ingang van het vierde kwartaal van 2006 kinderbijslag toe te kennen voor zijn dochter [A.], aangezien zij op de eerste dag van het vierde kwartaal van 2006 de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. In bezwaar heeft appellant erop gewezen dat zijn dochter gehandicapt is en schoolgaand. Bij besluit op bezwaar van 23 november 2006 (hierna: bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar ongegrond verklaard. 2. De rechtbank heeft zich geheel kunnen verenigen met het standpunt van de Svb en heeft derhalve het beroep ongegrond verklaard. 3. In hoger beroep bestrijdt appellant de aangevallen uitspraak met in grote lijnen dezelfde gronden als de bezwaargronden. Ter onderbouwing van zijn betoog heeft appellant medische documentatie en een schoolverklaring ingezonden. 4.1. De Raad overweegt als volgt. 4.2. Evenals de rechtbank is de Raad van oordeel dat uit artikel 7 van de Algemene kinderbijslagwet (AKW) volgt dat het recht op kinderbijslag eindigt zodra het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Vaststaat dat [A.] op de eerste dag van het vierde kwartaal van 2006 18 jaar is, nu zij is geboren op 24 augustus 1988. Tot 1 oktober 1986 had de verzekerde overeenkomstig de bepalingen van de AKW recht op kinderbijslag voor door hem verzorgde eigen, aangehuwde en pleegkinderen tussen de 16 en 27 jaar, die in belangrijke mate door hem werden onderhouden en wier voor werkzaamheden beschikbare tijd in beslag werd genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding. Met ingang van 1 oktober 1986 is de leeftijdsgrens van 27 jaar naar 18 jaar verlaagd. Het nieuwe AKW-regime is echter niet onmiddellijk in volle omvang op alle AKW-verzekerden van toepassing geworden. Voor kinderen geboren vóór 1 oktober 1986 is een overgangsregeling getroffen. Gelet op het feit dat [A.] niet voor 1 oktober 1986 is geboren, is het recht op kinderbijslag voor haar terecht beëindigd bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. 4.4. Uit het voorgaande volgt dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt. 5. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2009. (get.) H.J. de Mooij. (get.) M.C.T.M. Sonderegger. III. DÉCISION La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale), statue: Confirme la décision attaquée; Par conséquent, décidée par H.J. de Mooij en présence de M.C.T.M. Sonderegger en qualité de greffer, ainsi que prononcée en public, 2 juillet 2009.