Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ2415

Datum uitspraak2009-04-22
Datum gepubliceerd2009-07-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers67135/ KG ZA 09-46
Statusgepubliceerd


Indicatie

Eiseres verkoopt en monteert kunststofvloersystemen. Zij heeft een woordmerk in 1996 ingeschreven bij het Benelux Merkenbureau. Ook heeft zij die naam als handelsnaam geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Gedaagden, die ook kunststofvloeren verkopen, hebben de domeinnaam dat lijkt op de domeinnaam van eiseres laten registreren, welke als link wordt gebruikt naar hun eigen website. Eisers vorderen primair gedaagden hoofdelijk te gebieden de domeinnaam aan eisers over te dragen en al hetgeen te doen wat daartoe nodig is op straffe van een dwangsom. Voorts vorderen eiseres gedaagden te gebieden ieder gebruik van het woord zoals in de handelsnaam van eisers als handelsnaam en domeinnaam voor het aanprijzen en in de handel brengen van vloeren en vloersystemen te staken en gestaakt te houden Op straffe van een dwangsom en een termijn van zes maanden te bepalen waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt.


Uitspraak

Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDELBURG 67135 / KG ZA 09-46 Sector civiel recht, voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: 67135 / KG ZA 09-46 Vonnis van 22 april 2009 in de zaak van 1. de vennootschap onder firma [ naam eiseres]I VLOERDECOR V.O.F., gevestigd te Oudenbosch, 2. [eiser 2], wonende te Schiedam, 3. [ eiser 3], wonende te Schiedam, eisers, advocaat mr. M. van Olden, tegen 1. de vennootschap onder firma [naam gedaagde] KUNSTSTOFVLOEREN V.O.F., gevestigd te [adres], 2. [gedaagde 2], wonende te [adres], 3. [gedaagde 3], wonende te [adres], gedaagden, verschenen in persoon. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding de brief d.d. 6 april 2009 met producties van mr. Van Olden de brief d.d. 8 april 2009 met producties van gedaagden de fax d.d. 10 april 2009 met een productie van mr. Van Olden de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 15 april 2009 door mr. Van Olden overgelegde pleitnota. De feiten Eiseres verkoopt en monteert kunststofvloersystemen. Zij heeft het woordmerk ‘[ naam bedrijf eiseres] Vloerdecor’ in 1996 ingeschreven bij het Benelux Merkenbureau. Ook heeft zij die naam als handelsnaam geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Gedaagde, die ook kunststofvloeren verkoopt, heeft de domeinnaam ‘[ naam bedrijf eiseres]vloeren.nl’ laten registreren, welke als link wordt gebruikt naar haar eigen website onder de naam ‘[naam bedrijf gedaagde]VLOEREN.nl’. Het geschil Eisers vorderen, samengevat, primair gedaagden hoofdelijk te gebieden de dome[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]website 1] aan eisers over te dragen en al hetgeen te doen wat daartoe noodzakelijk is op straffe van een dwangsom, te bepalen dat deze uitspraak dezelfde kracht toekomt als aan de akte strekkende tot overdracht van die domeinnaam aan eisers, althans eisers te machtigen al datgene te verrichten dat noodzakelijk is om de domeinnaam over te dragen, subsidiair gedaagden hoofdelijk te gebieden het gebruik en registratie van de domeinnaam te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom. Voorts vorderen eisers gedaagden te gebieden ieder gebruik van het woord ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]’, alsmede ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloer’ en ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloeren’ als handelsnaam en domeinnaam voor het aanprijzen en in de handel brengen van vloeren en vloersystemen te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom en een termijn van 6 maanden te bepalen waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt. Zij stellen hiertoe dat het gedaagden inbreuk maken op haar merk- en handelsrechten door de domeinnaam [ naam bedrijf eiseres]vloeren.nl te registreren en onder die naam een website te onderhouden. Voorts zijn eisers van mening dat gedaagde met die registratie onrechtmatig handelt jegens haar. Gedaagden voeren verweer. Zij stellen dat de verwarring juist door eisers wordt veroorzaakt nu zij zich niet altijd als [ naam bedrijf eiseres]vloerdecor presenteert, maar ook onder naam [tweede naam eiseres]. Gedaagden zijn van mening dat eisers geen rechten kunnen doen gelden op het woord ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]’, maar slechts op het door hen gedeponeerde woord ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloerdecor’. Zij betwisten dat er sprake is van gevaar voor verwarring. De beoordeling Eisers beroepen zich onder meer op artikel 5 van de Handelsnaamwet, welk artikel bepaalt dat het verboden is een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge in verband met de aard en vestigingsplaats van beide ondernemingen bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Voor een succesvol beroep op dit artikel dient derhalve aan een aantal vereisten te worden voldaan. Zo moeten eisers zich kunnen beroepen op een oudere handelsnaam, hetgeen impliceert dat de betreffende naam door hen wordt gevoerd ter onderscheiding van hun onderneming. Ook gedaagden dienen de omstreden naam te voeren ter onderscheiding van hun onderneming. Van het voeren van een handelsnaam is sprake als de onderneming zich aan het publiek presenteert onder betreffende handelsnaam. Dat kan bijvoorbeeld via internet maar ook middels gebruik van de naam op het briefpapier van de onderneming. In casu presenteren gedaagden zich via internet met de betreffende handelsnaam, althans een zeer daarop gelijkende naam, en eisers presenteren zich met die handelsnaam via vermelding van de naam op briefpapier en enveloppen, zoals blijkt uit de producties bij de dagvaarding. De door gedaagden gebruikte domeinnaam, die grotendeels overeen stemt met de handelsnaam van eisers, is weliswaar niet de naam van de website van gedaagden, maar dient wel als directe doorgeleiding naar die website. Voorshands kan dan ook worden geconcludeerd dat gedaagden de naam ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloeren’ mede gebruiken als naam waaronder zij hun onderneming drijven. Ten aanzien van het gebruik van de naam ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloerdecor’ door eisers wordt nog opgemerkt dat het feit dat zij zich ook nog onder een andere handelsnaam, namelijk [tweede naam eiseres], presenteren niet af doet aan het gebruik als handelsnaam van de naam ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloerdecor’. Dat eisers zich kunnen beroepen op een oudere handelsnaam staat vooralsnog als onweersproken vast. Voorts dient voor een succesvol beroep op artikel 5 van de Handelsnaamwet sprake te zijn van verwarringsgevaar tussen beide ondernemingen. Ook daarvan is naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter sprake. Daartoe wordt overwogen dat het onderscheidende element in de handelsnaam van eisers de combinatie van de woorden ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]’ en ‘vloer’ is. Door eisers is onweersproken gesteld dat de gangbare aanduiding voor dit soort vloeren ‘vlokkenvloer’ of ‘chipsvloer’ is, zodat de benaming ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloer’ geen algemeen gebruikelijke aanduiding is voor dergelijke vloeren. Het gevaar voor verwarring wordt verder versterkt doordat beide ondernemingen hetzelfde soort product verkopen (kunststofvloeren) en bij elkaar in de buurt gevestigd zijn (Goes en Oudenbosch), waardoor aangenomen moet worden dat zij in ieder geval deels hetzelfde afzetgebied hebben. Gelet op het vorenstaande concludeert de voorzieningenrechter dat het gebruik door gedaagden van de domeinnaam ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloeren.nl’ in strijd met het bepaalde in artikel 5 van de Handelsnaamwet geschiedt. De vordering tot overdracht van de domeinnaam is dan ook toewijsbaar als passende wijze van beëindiging van de inbreuk. Ook de vordering strekkende tot het staken en gestaakt houden van ieder gebruik van de woorden ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloer’ en ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloeren’ als handelsnaam en domeinnaam voor het aanprijzen en in de handel brengen van vloeren en vloersystemen is gelet op hetgeen hierboven is overwogen op grond van het in artikel 5 van de Handelsnaamwet toewijsbaar. Voor zover de betreffende vordering strekt tot het staken en gestaakt houden van het woord ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]’ zal deze worden afgewezen, nu dit woord onvoldoende onderscheidend vermogen heeft en een algemene term is waar eisers geen rechten op kunnen doen gelden. De mede gevorderde dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum worden gebonden. Voorts neemt de toewijzing van de dwangsom de noodzaak weg van de mogelijkheid dit vonnis in de plaats te doen stellen van de akte tot overdracht van de domeinnaam. Ook voor toewijzing van de vordering tot machtiging van eisers ex artikel 3:299 BW is om die reden geen grond. Tenslotte zal de mede gevorderde hoofdelijkheid wegens gebrek aan belang worden afgewezen. Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op: - vast recht 262,00 - dagvaardingskosten 83,25 - salaris procureur 1.054,00 Totaal EUR 1.399,25 De beslissing De voorzieningenrechter gebiedt gedaagden de domei[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]website 1]’ binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan eisers over te dragen en al hetgeen te doen wat noodzakelijk is voor de overdracht en levering van die domeinnaam aan eisers, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat gedaagden nalatig zullen zijn aan het vorenstaande gehoor te geven met een maximum van € 35.000.--; bepaalt dat gebiedt gedaagden ieder gebruik van de woorden ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloer’ en ‘[naam gebruik bedrijfsnaam eiseres]vloeren’ te staken en gestaakt te houden als handelsnaam en domeinnaam voor het aanprijzen en in de handel brengen van vloeren en vloersystemen, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat gedaagden nalatig zullen zijn aan het vorenstaande gehoor te geven met een maximum van € 35.000,--; veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eisers begroot op € 1.399,25; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; bepaalt dat eisers binnen zes maanden nadat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan op grond van artikel 50 lid 6 van het Tripsverdrag een bodemprocedure aanhangig zullen moeten maken en dat, indien eisers zulks nalaten, bovenstaande bevelen zullen zijn vervallen vanaf het moment dat genoemde termijn zal zijn verstreken; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2009