Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3106

Datum uitspraak2008-08-19
Datum gepubliceerd2009-07-20
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers188068 \ CV EXPL 06-656
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Aandelenlease. Instemmingsvereiste echtgenoot. Toegelaten tot bewijs van feiten en omstandigheden waaruit verjaring kan blijken.


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Leeuwarden zaak-/rolnummer: 188068 CV EXPL 06-656 vonnis van de kantonrechter d.d. 19 augustus2008 inzake [eiseres], hierna te noemen: [eiseres], en [eiser], hierna te noemen: [eiser], echtelieden, beiden wonende te [woonplaats], eisers, hierna gezamenlijk te noemen [eisers], gemachtigde: voorheen mr. M.E. Bosman en mr. B. Parmentier thans mr. J.H.E. de Beer, tegen de besloten vennootschap Aegon Financiƫle Diensten B.V., hierna te noemen: Aegon, gevestigd te Leeuwarden, gedaagde, gemachtigden: mr. B.W.G. van der Velden en mr. D.M.A. Gerdes. Procesverloop 1. Ingevolge het tussenvonnis van 11 september 2007 heeft [eisers] een akte, tevens houdende wijziging van eis, genomen. Aegon heeft hierna een antwoordakte genomen. Vervolgens is vonnis bepaald op de stukken welke hier als ingelast gelden. Motivering 2. De kantonrechter neemt hier over hetgeen is overwogen en beslist bij voornoemd tussenvonnis, onder andere hetgeen is opgemerkt over het vereiste van schriftelijke toestemming. Beroep op art. 1:88 BW juncto 1:89 BW 3.1. In dat tussenvonnis is [eisers] de gelegenheid geboden een buitengerechtelijke vernietigingsverklaring in het geding te brengen, waaruit zou blijken dat [eiser] op enig moment voorafgaand aan de procedure de vernietigbaarheid van de overeenkomsten heeft ingeroepen. Een dergelijke verklaring ontbreekt, het namens [eisers] overgelegde stuk is duidelijk verzonden namens mevrouw [eiser] - Suylekom en niet namens de heer [eiser]. De mede door de heer [eiser] aan zijn gemachtigde afgegeven verklaring doet hier niet aan af, een beroep als hier bedoeld dient door de onwetende echtgenoot jegens de handelende wederpartij te worden gedaan. Het voorgaande brengt mee dat de overeenkomsten niet buitengerechtelijk zijn vernietigd. 3.2. Vervolgens is de vraag aan de orde of er sprake kan zijn van rechterlijke vernietiging. Artikel 3:51 lid 1 bepaalt dat een rechterlijke uitspraak een rechtshandeling vernietigt, als de rechter een beroep in rechte op de vernietigingsgrond aanvaardt. Aan dit beroep zijn geen vormvereisten gesteld. Niet noodzakelijk is dat dit beroep wordt herhaald in het petitum van de dagvaarding. De kantonrechter acht hetgeen namens [eisers], dus ook namens de heer [eiser], in deze procedure uiteindelijk is aangevoerd voldoende om daar een beroep op een vernietigingsgrond in te lezen. 3.3. Dit beroep is voor het eerst gedaan in deze procedure. Aegon stelt dat dit beroep is verjaard. De verjaringstermijn begint te lopen op het moment waarop de niet-ondertekenende echtgenoot op de hoogte is van het bestaan van de overeenkomsten. Volgens Aegon was dit reeds van aanvang af het geval. Zij baseert dit onder meer op een in het geding gebrachte verklaring van een medewerker van de toenmalige adviseur van [eisers] De kantonrechter merkt op dat deze verklaring niet voldoende nauwkeurig is om zonder meer te kunnen aannemen dat [eiser] van meet af aan op de hoogte was van het bestaan van deze overeenkomst. Aegon heeft echter een specifiek bewijsaanbod gedaan, en zal dan ook worden toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat Van Ineken van meet af aan op de hoogte was van het bestaan van de overeenkomst. De zaak zal hiertoe worden verwezen naar de rol. De kantonrechter merkt op dat partijen mogelijk bij gelegenheid uitsluitsel kunnen geven over de reeds betaalde bedragen. 3.4. Iedere verdere beslissing zal aangehouden worden. Beslissing De kantonrechter: laat Aegon toe tot het bewijs van feiten of omstandigheden, waaruit kan worden afgeleid, dat de heer Van Ineken van het begin af aan op de hoogte was van het bestaan van de onderhavige overeenkomst; bepaalt indien Aegon dit bewijs wenst te leveren door middel van het doen horen van getuigen, dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden in het Gerechtsgebouw te Leeuwarden, voor mr. J.E. Biesma, kantonrechter; verwijst de zaak naar de rol van 8 september voor uitlating aan de zijde van Aegon: a. of zij van de gelegenheid tot bewijslevering door getuigen gebruik zal maken; b. zo ja, hoeveel getuigen zij zal voorbrengen, en aan de zijde van beide partijen: c. welke verhinderdata beide partijen in dat geval hebben voor de periode van 6 weken na genoemde roldatum, waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden bepaald, dan wel zal worden voortgeprocedeerd; houdt iedere verdere beslissing aan. Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 augustus 2008 in tegenwoordigheid van de griffier. c 185