Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ5735

Datum uitspraak2009-06-30
Datum gepubliceerd2009-08-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07/630355-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

-ontvankelijkheid O.M. -aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik -hervonden herinneringen -bewijs -leeftijdsverschil -strafmaatmotivering -normstelling


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnr. : 07/630355-08 (Promis) 07/440267-07 (vordering tul) 07/480815-07 (vordering tul) Uitspraak: 30 juni 2009 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen (verdachte), geboren op (geboortejaar), wonende te (adres), thans in voorarrest verblijvende in (verblijfplaats). Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 juni 2009. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. L.J. Meijering, advocaat te Almere. De officier van justitie, mr. W.S. Ludwig, heeft ter terechtzitting gevorderd: - vrijspraak van de verdachte voor het onder 1 primair en 4 ten laste gelegde; - veroordeling van de verdachte voor het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 5 ten laste gelegde tot gevangenisstraf voor de tijd van 2 jaar; - toewijzing van de vordering van de benadeelde partij (naam) ad € 3.000,=; - oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht voor voornoemd bedrag. De officier van justitie heeft voorts gevorderd om ten aanzien van de vorderingen tot tenuitvoerlegging in de zaken met de parketnummers 07/440267-07 en 07/480815-07 de proeftijd met 1 jaar te verlengen. TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 10 september 2007 in de gemeente Deventer door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)(naam) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende verdachte zijn penis in de mond van die (naam) geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte - toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten opzichte van die (naam) voortvloeide, en/of - tegen die (naam) heeft gezegd dat ze hem, verdachte, moest pijpen en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, penis in de mond van die (naam) heeft geduwd/gebracht, en/of (aldus) voor die (naam) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die (naam) een zodanige psychische druk heeft doen opleveren dat zij, (naam), daaraan geen weerstand kon bieden; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 10 september 2007 in de gemeente Deventer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende hij, verdachte - toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar bereikt en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten opzichte van die (naam) voortvloeide, en/of, - tegen die (naam) gezegd dat ze hem, verdachte, moest pijpen en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, penis tegen de mond en/of in het gezicht van die (naam) geduwd/gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 en 10 september 2007 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende verdachte zijn penis in de mond van die (naam) gebracht/geduwd; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 10 september 2007 in de gemeente Deventer, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het duwen van zijn, verdachtes, penis tegen de mond van die (naam) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit - het feit dat verdachte toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar had en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten op zichte van die (naam) voortvloeide, en/of - verdachte tegen die (naam) heeft gezegd dat ze hem, verdachte, moest pijpen en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, penis in tegen de mond van die (naam) heeft geduwd/gebracht; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 10 september 2007 te gemeente Deventer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met (naam) (geboortejaar), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende hij, verdachte, zijn penis tegen de mond en/of in het gezicht van die (naam) gebracht/geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 2007 tot en met 10 september 2007 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het duwen van zijn, verdachtes, penis tegen de mond en/of in het gezicht van die (naam); 2. hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007in de gemeente Deventer door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of vagina van die (naam) gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte - toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten op zichte van die (naam) voortvloeide, en/of - de deur van de kamer heeft afgesloten, en/of (vervolgens) die (naam) meermalen, althans eenmaal, heeft ontdaan van de kleding en/of (vervolgens tegen die (naam) heeft gezegd: "Ik wil in jou" en/of "Doe het maar gewoon" en/of "Je mag naar huis, maar eerst wil ik in jou" en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, zijn penis in de mond en/of vagina van die (naam) heeft geduwd/gebracht, en/of (aldus) voor die (naam) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die (naam) een zodanige psychische druk heeft doen opleveren dat zij, (naam), daaraan geen weerstand kon bieden; althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 in de gemeente Deventer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende hij, verdachte, - toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar bereikt en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten op zichte van die (naam) voortvloeide, en/of - de deur van de kamer afgesloten, en/of (vervolgens) die (naam) meermalen, althans eenmaal, ontdaan van de kleding en/of (vervolgens) tegen die (naam) gezegd: "Ik wil in jou" en/of "Doe het maar gewoon" en/of "Je mag naar huis, maar eerst wil ik in jou" en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, penis in de mond en/of vagina van die (naam) geduwd/gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of vagina van die (naam) gebracht/geduwd; althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 te gemeente Deventer, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het uitkleden van die (naam) en/of het duwen van zijn, verdachtes, penis tegen de mond en/of vagina van die (naam) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit - het feit dat verdachte toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar had en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten op zichte van die (naam) voortvloeide, en/of - het feit dat verdachte de deur van de kamer heeft afgesloten, en/of (vervolgens) die (naam) meermalen, althans eenmaal, heeft ontdaan van de kleding en/of (vervolgens) tegen die (naam) zeggen: "Ik wil in jou" en/of "Doe het maar gewoon" en/of "Je mag naar huis, maar eerst wil ik in jou" en/of (vervolgens) (nadat) die (naam) aan hem, verdachte, had aangegeven dit niet te willen (met kracht) zijn, verdachtes, zijn penis tegen de mond en/of vagina van die (naam) duwen/brengen; althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 in de gemeente Deventer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met (naam) (geboortejaar), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), zijn penis tegen de mond en/of in het gezicht en/of tegen de vagina van die (naam) gehouden/geduwd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het ontkleden van die (naam) en/of het duwen van zijn, verdachtes, penis tegen de mond en/of vagina van die (naam); 3. hij in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30 april 2008 in de gemeente Deventer, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het door die (naam) vast laten pakken van zijn, verdachtes, penisen bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit - het feit dat verdachte toen daar de leeftijd van (ongeveer) 21 jaar had en/of die (naam) slechts (ongeveer) 14 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van verdachte ten op zichte van die (naam) voortvloeide, en/of - verdachte tegen die (naam) heeft gezegd dat ze hem, verdachte, moest aftrekken; althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 30 april 2008 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het omlaag doen van zijn, verdachtes, broek en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, penis laten vastpakken door die (naam) en/of (daarbij) die(naam) vast had en/of tegen (naam) heeft gezegd: "Het duurt maar even en na vijf minuutjes kun je naar huis; 4. hij op of omstreeks 08 juni 2008 in de gemeente Deventer, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (naam 2) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het kussen van die (naam 2) en/of het betasten van de borst(en) van die(naam 2) en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het terugduwen van die(naam 2) in de wc-ruimte en/of het (vervolgens) bij de nek vastpakken van die(naam 2) en/of het (vervolgens) naar zich toetrekken van die(naam 2); althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 08 juni 2008 in de gemeente Deventer, met (naam 2) (geboortejaar), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de borst(en) van die(naam 2) en/of het kussen van die(naam 2); 5. hij op of omstreeks 03 maart 2009 in de gemeente Deventer(naam 3) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde (naam 3) dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je af" en/of "Ik maak je af op Koerdische stijl, zet een pipa voor je hoofd en knal je neer, wacht maar tien minuten dan komen de matties van mij", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad. ONTVANKELIJKHEID VAN HET OPENBAAR MINISTERIE De verdediging heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging omdat in strijd zou zijn gehandeld met de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik. Volgens de verdediging had het openbaar ministerie - zakelijk weergegeven - in de onderhavige zaak de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) moeten inschakelen, omdat in deze zaak sprake is van hervonden herinneringen. Voorts had de moeder van (naam) niet meer als getuige mogen worden gehoord op grond van haar aanwezigheid bij het informatieve gesprek van de politie met haar dochter op 13 september 2007. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het navolgende. Op grond van eerdergenoemde aanwijzing is consultatie van het LEBZ dwingend voorgeschreven indien sprake is van hervonden herinneringen. Naar het oordeel van de rechtbank is in deze zaak geen sprake van door (naam) hervonden herinneringen, zodat het verweer geen doel treft. Een andere omstandigheid om het LEBZ op grond van de aanwijzing te doen inschakelen is evenmin aanwezig. Voorts heeft naar het oordeel van de rechtbank geen enkele omstandigheid in de weg gestaan aan het horen van de moeder van (naam) als getuige nu uit het proces-verbaal van politie blijkt dat zij zich pas bij het informatieve gesprek van de politie met (naam) heeft gevoegd nadat (naam) een verklaring had afgelegd omtrent de gebeurtenissen met verdachte, en dat aansluitend daarop aan de moeder daaromtrent slechts uitleg is gegeven. Daarom kan worden geconcludeerd dat niet in strijd met de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren. BEWIJS Door de verdediging is ten aanzien van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde in de eerste plaats aangevoerd dat de contacten tussen verdachte en (naam) uitsluitend in juli 2007 hebben plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat hiervoor geen enkele bevestiging is gevonden in het strafdossier. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat de contacten tussen verdachte en (naam) na augustus 2007 hebben plaatsgevonden. De rechtbank leidt dit onder meer af uit de omstandigheid dat een eerste informatief gesprek van de moeder van (naam) met de politie heeft plaatsgevonden op 11 september 2007, op 13 september 2007 gevolgd door een informatief gesprek met (naam) . De moeder van (naam) heeft blijkens de door haar afgelegde verklaring in september 2008 van (naam) gehoord over de verkrachting, welke de avond tevoren had plaatsgevonden . Voorts heeft getuige (naam 4) tegenover de politie verklaard dat (naam) haar na augustus 2007 heeft verteld dat zij door verdachte zou zijn verkracht . (naam 4) heeft voorts verklaard dat (naam) haar daarover heeft gebeld en dat het toen volgens haar net was gebeurd en dat zij het toen, korte tijd later, samen aan de moeder van (naam) zijn gaan vertellen. Door de verdediging is - kort samengevat - ten aanzien van de ten laste gelegde feiten op meerdere gronden geconcludeerd tot vrijspraak wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Met name de verklaringen van (naam) en haar moeder zijn volgens de verdediging onvoldoende betrouwbaar. De rechtbank stelt voorop dat de inhoud van het strafdossier een aantal door (naam) op verschillende tijdstippen afgelegde verklaringen bevat. Deze verklaringen gaan over dezelfde gebeurtenissen, maar leveren inhoudelijk – met name wat betreft de intensiteit en de aard van de seksuele handelingen en de gemoedsbeweging waarmee deze zijn ondergaan – een wisselend beeld op. Daarbij speelt bovendien ook mee dat (naam) bij het afleggen van deze verklaringen klaarblijkelijk ook onder invloed heeft gestaan van haar moeder, (naam 4) en hulpverleners van Bureau Jeugdzorg. Een en ander maakt dat het moeilijk is om in de onderhavige zaak de feiten vast te stellen. t.a.v. het onder 1 tenlastegelegde: De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde dat (naam) enerzijds heeft verklaard dat verdachte tegenover haar had gestaan met zijn piemel vlak voor haar en dat zij haar hoofd had weggedraaid, waarop er verder ook niets gebeurd was . Later heeft (naam) verklaard dat zij de penis van verdachte “bijna naar binnen geduwd kreeg” en dat zij eigenlijk niet meer weet of zij verdachte toen wel of niet heeft gepijpt. De moeder van (naam) heeft verklaard niet te weten wat er toen op het Vogeleiland precies is gebeurd, maar dat (naam) bij thuiskomst die avond vertelde dat ze een leuke jongen had ontmoet en dat hij de volgende avond haar op zou komen halen en dat ze dan samen naar de Beestenmarkt zouden gaan . Volgens (naam 4) was er vóór de gebeurtenissen in de kamer aan de (adres) (feit 2 op de tenlastelegging) niets bijzonders gebeurd . Verdachte heeft verklaard dat (naam) en hij op een bankje gingen zitten en ze elkaar kussen gingen gegeven . Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende komen vast te staan dat sprake is geweest van een seksueel binnendringen van het lichaam van (naam) dan wel een poging daartoe, dan wel van aanranding. Op grond van het voorgaande dient verdachte van het onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. t.a.v. het onder 2 tenlastegelegde: De rechtbank komt evenmin tot een bewezenverklaring van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde, te weten verkrachting dan wel poging tot verkrachting. Het betreft hier de seksuele contacten tussen (naam) en verdachte in de kamer in de (adres). Tijdens het eerste informatieve gesprek op 13 september 2007 heeft (naam) daarover verklaard, dat (naam) en verdachte op de kamer samen film zouden kijken, dat verdachte alleen maar pornofilms had, maar dat ze geen film hadden bekeken omdat de TV het niet deed. Voorts verklaarde (naam) toen dat verdachte seks met haar wilde en (naam) twijfelde of ze hem wel duidelijk had gemaakt dat ze dat niet met hem wilde. Zij heeft toen ook verklaard, dat verdachte haar gevingerd had en dat zij hem moest pijpen en dat hij met zijn piemel in haar vagina was geweest . Tijdens het politieverhoor op 4 juli 2008 heeft (naam) over de gebeurtenissen op de kamer in de (adres) verklaard dat ze zich van de film nog kon herinneren dat er twee meisjes waren die een tongpiercing lieten zien, maar dat ze die film slechts kort had kunnen zien, omdat verdachte begon te zoenen. Verder heeft ze over de gebeurtenissen op die kamer verklaard, dat dit een stuk is waar ze “echt heel weinig meer van weet”. Zij heeft verklaard dat zij niet zeker weet of hij wel of niet in haar is geweest met zijn piemel, maar dat zij denkt van niet. Zij heeft voorts verklaard dat verdachte met zijn piemel dicht bij haar vagina zat en dat zij zijn piemel met haar hand steeds wegduwde. Ook heeft ze verklaard, dat zij niet meer wist of ze hem wel of niet heeft gepijpt, maar dat verdachte zijn piemel min of meer in haar gezicht drukte . (naam) heeft in de verklaring van 4 juli 2008 voorts nog verklaard, dat zij na de gebeurtenissen in de kamer in de (adres) verdachte nog wel eens over de MSN heeft gesproken. Dat ging dan ook over het feit dat (naam) de seksuele handelingen niet had gewild. Verdachte had daarop aangegeven dat hij dat niet had geweten en dat zij dat een volgende keer duidelijker moest zeggen. De volgende keer zou hij niets doen als zij dat niet zou willen. (naam) verklaarde dat zij hem daarin geloofde. (naam 4) heeft verklaard, dat zij van (naam) had begrepen dat ze verdachte niet heel extreem tegen had gehouden en dat (naam) later ook een keer aan (naam 4) had verteld, dat ze het seksuele contact niet had gewild, maar dat ze, toen het gebeurde, het niet heel erg had gevonden . Al met al komt de rechtbank, op basis van het voorgaande, niet tot de overtuiging dat verdachte (naam) op de in de tenlastelegging omschreven wijze heeft gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen. Het enkele feit dat er sprake is van een leeftijdsverschil en een daaruit voortvloeiend overwicht is niet voldoende om te kunnen spreken van ‘dwingen’ in de zin van artikel 242 Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van verkrachting, dan wel de poging daartoe. De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde, gelet op hiervoor weergegeven verklaringen van (naam) en de verklaring van verdachte tegenover de politie, dat (naam) hem toen oraal ging bevredigen. Verdachte heeft verklaard dat (naam) en hij elkaar hebben betast en dat (naam) hem oraal ging bevredigen en dat het ongeveer 15-20 minuten heeft geduurd . Ter terechtzitting heeft verdachte onder meer verklaard dat (naam) in die kamer in (adres) zijn penis zo’n 15 seconden in haar mond heeft gehad om hem te pijpen en toen is gestopt. (naam) was ten tijde van dit feit nog slechts 14 jaar oud. Verdachte heeft aangegeven niet bekend te zijn geweest met de leeftijd van (naam). De strafbepaling in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht beoogt personen jonger dan 16 jaar zo goed mogelijk te beschermen. De leeftijd van het slachtoffer in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht is geobjectiveerd. Voor een veroordeling ter zake van het in artikel 245, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf is dan ook niet vereist dat komt vast te staan dat het opzet van de verdachte zich mede heeft uitgestrekt tot de in die delictsomschrijving genoemde leeftijd van het slachtoffer. Van de uitzondering dat het ontuchtige karakter van geslachtsverkeer met een persoon tussen 12 en 16 jaar kan wegvallen als het gaat om vrijwillig contact tussen personen met een gering leeftijdsverschil, is in dit geval geen sprake. Er is de rechtbank voorts niet van feiten of omstandigheden gebleken die het voor verdachte verontschuldigbaar zouden maken dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een meisje dat jonger was dan 16 jaar. t.a.v. het onder 3 tenlastegelegde De rechtbank komt voorts tot een bewezenverklaring van het onder 3 primair ten laste gelegde, de feitelijke aanranding van de eerbaarheid van (naam). De bewezenverklaring steunt met name op de verklaring die (naam) hierover op 4 juli 2008 tegenover de politie heeft afgelegd, onder meer inhoudende dat zij op een donderdag voor Koninginnedag 2008 met verdachte weer op het (xxx) is geweest, dat zij verdachte steeds heeft gezegd niets met hem te willen, dat verdachte steeds haar hand vast had en haar hand bij hem naar beneden deed omdat zij hem moest aftrekken, en dat zij zijn piemel omdraaide omdat zij dacht “ik moet toch wat”. Deze verklaring wordt ondersteund doordat (naam) over deze specifieke gebeurtenis op het (xxx) gelijkluidend heeft verteld aan zowel haar moeder als aan (naam 4) , volgens hun verklaringen tegenover de politie. Tevens hebben (naam) en haar moeder gelijkluidend verklaard over de telefonische bedreiging van verdachte aan het adres van (naam), nadat zij die avond was thuisgekomen . Tenslotte wordt de verklaring van (naam) over de telefonische contacten tussen haar en verdachte van die avond bevestigd door de historische telefoongegevens . t.a.v. het onder 4 tenlastegelegde De rechtbank komt tot een vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde feit. De rechtbank overweegt daartoe dat de aangifte van (naam 2) niet wordt ondersteund door enig ander bewijsmiddel, terwijl de verklaring van verdachte naar het oordeel van de rechtbank op wezenlijke punten aanleiding geeft om aan de juistheid van de verklaring van aangeefster(naam 2) te twijfelen. t.a.v. het onder 5 tenlastegelegde De rechtbank komt eveneens tot een vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde feit. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Er zijn twee verklaringen waaruit zou kunnen blijken dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde bedreigingen jegens (naam 3) – de toenmalige vriend van (naam) – heeft geuit. Deze verklaringen zijn afkomstig van (naam) en haar vriend (naam 3) zelf . De aanleiding voor de confrontatie was gelegen in de vermeende verkrachting van (naam) door verdachte. De confrontatie was opgezocht door (naam 3). Een en ander brengt met zich mee dat de rechtbank niet overtuigd is van de betrouwbaarheid van de twee belastende verklaringen. Nu verdachte de ten laste gelegde bedreigingen uitdrukkelijk ontkent en enige objectieve getuigenverklaring ontbreekt, is er naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gerede twijfel aanwezig omtrent hetgeen feitelijk is voorgevallen, waardoor in het voordeel van de verdachte dient te worden beslist. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 meer subsidiair en 3 primair ten laste is gelegd, met dien verstande dat: 2. hij in de periode van 05 september 2007 tot en met 11 september 2007 in de gemeente Deventer, met (naam) (geboortejaar), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die (naam), hebbende verdachte zijn penis in de mond van die (naam) gebracht/geduwd; 3. hij in de periode van 1 april 2008 tot en met 30 april 2008 in de gemeente Deventer, door een feitelijkheid (naam) heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het door die (naam) vast laten pakken van zijn, verdachtes, penis en bestaande die feitelijkheid uit - het feit dat verdachte toen daar de leeftijd van ongeveer 21 jaar had en die (naam) slechts ongeveer 14 jaar oud was en dat uit dat leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en geestelijk overwicht van verdachte ten opzichte van die (naam) voortvloeide, en - verdachte tegen die (naam) heeft gezegd dat ze hem, verdachte, moest aftrekken. Van het onder 2 meer subsidiair en 3 primair meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht. STRAFBAARHEID Het bewezene levert op: Feit 2: Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 3: Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, strafbaar gesteld bij artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. Op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht brengt de rechtbank bij het opleggen van na te melden straf in rekening de straf die de verdachte bij vonnis d.d. 17 december 2007 van de politierechter in deze rechtbank terzake van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen is opgelegd. De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. De op te leggen straf dient ter bevestiging van de norm dat volwassenen geen seks met minderjarigen jonger dan 16 jaar behoren te hebben en daarmee ter bescherming van deze kinderen. Voorts heeft verdachte met betrekking tot het onder 3 bewezen verklaarde feit misbruik gemaakt van zijn feitelijk en geestelijk overwicht, teneinde daarmee aan zijn eigen gerief te komen. De rechtbank acht de hierna de noemen gevangenisstraf op zijn plaats, maar zal bepalen dat een gedeelte daarvan voorwaardelijk niet ten uitvoer behoeft te worden gelegd, zodat het voorwaardelijk deel van de straf voor verdachte als een stok achter de deur kan gelden. Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met: - een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 14 mei 2008; - een de verdachte betreffend voorlichtingsrapport d.d. 11 mei 2009 uitgebracht door de stichting Reclassering Nederland. De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 27 van het Wetboek van Strafrecht. Benadeelde partij (naam) De vordering van de benadeelde partij . (naam) terzake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, welke vordering tijdens het onderzoek ter terechtzitting is beperkt tot een bedrag van € 3.000,00 ter zake van geleden immateriële schade, is naar het oordeel van de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat deze zich leent voor behandeling in het strafgeding, nu verdachte volledig van het onder 1 ten laste gelegde en deels van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Het is niet eenvoudig vast te stellen of en in hoeverre nu juist de bewezen verklaarde feiten het gestelde leed hebben veroorzaakt. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in die vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling in de zaak met parketnummer 07/440267-07 en in de zaak met parketnummer 07/480815-07 Gelet op de omstandigheid dat de voorwaardelijke veroordelingen in de onderhavige zaken betrekking hebben op een geheel andersoortig feit als de feiten waarvoor verdachte thans zal worden veroordeeld, acht de rechtbank termen aanwezig om de beide vorderingen thans af te wijzen. BESLISSING Ten aanzien van de tenlastelegging Het onder 1, 2 primair, 2 subsidiair, 4 en 5 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Het onder 2 meer subsidiair en 3 primair ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar. Het onder 2 meer subsidiair en 3 primair meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen. Van de gevangenisstraf zal een gedeelte, groot 60 dagen, niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze mondeling of schriftelijk contact zal hebben met (naam), (geboortejaar) Het bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde gevangenisstraf. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij (naam) De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij (naam) (gemachtigde mevrouw xxxxx, wonende te (adres), in haar vordering niet ontvankelijk is. Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 07/440267-06 De rechtbank wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 07/440267-06 bij vonnis d.d. 12 maart 2007 van de politierechter in deze rechtbank voorwaardelijk aan verdachte opgelegde werkstraf. Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 07/480815-07 De rechtbank wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 07/480815-07 bij vonnis d.d. 17 december 2007 van de politierechter in deze rechtbank voorwaardelijk aan verdachte opgelegde werkstraf. Aldus gewezen door mr. F. Koster, voorzitter, mrs. W.P.M. Elderman en L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van H. Kamp als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni 2009. Mr. Koster voornoemd was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.